woensdag 20 november 2024

Lekker rustig

 "Juf, wat doen die mannen?"


Tuurlijk, dat kan er ook nog wel bij. het was toch al chaos. Voor het raam van mijn kleuterklas zijn 3 werkmannen bezig in de tuin. Kruiwagens, scheppen, boompjes en stoere hoofden. De mannen maken een wilgentenen tunnel, vlak voor ons raam, en ze halen fietsenrekken weg. Daarvoor willen ze dan graag weer zand uit onze zandbak. De kinderen mogen als we buitenspelen helpen scheppen, in de grote kruiwagen. Maar verder mogen ze niet helpen. Jammer, het was net zo interessant allemaal. 

Vandaag sta ik in standje laatjeniegekmaken en als de werkmannen een apparaat tevoorschijn halen waar ze een hoop herrie mee gaan maken, zeg ik: "Mooi, we gaan toch net naar gym." In no time staat iedereen bij de deur in de door mij gewenste volgorde en lopen we naar buiten, de kou in.

Dat is nog een ding, die kou. Sneeuw! Gelukkig valt het mee, en elke keer als we buiten lopen is het droog, of in ieder geval bijna. 

Verder hebben we natuurlijk die oude man met die baard die met zijn hele santenkraam vol onrust op een boot gestapt is en nu weer de harten van alle kinderen in Nederland sneller laat kloppen, maar als


bijwerking ook de beweeglijkheid vergroot en het volume verhoogt.

Bijna alle kinderen kijken thuis het Sinterklaasjournaal en zijn precies op de hoogte van alle ontwikkelingen. Vorige week over bruggen, nu over fietsen die op slot moeten, of juist niet, over lekke banden met pepernootjes erin en over chaos in de pakjeskamer. En over Malle Pietje, die top de meest onhandige momenten zijn vinger omhoog steekt, de rest tot stilte maant en zegt: "Lekker rustig he?" Hilariteit alom, zowel in het Pietenhuis als in de kleuterklas.

In de gang, bij het koffiezetapparaat, staat een fiets. Wat doet die daar nou weer? Hé, er zit een zadelhoesje om het zadel, met een mijter.... Zou dit soms zo'n fiets van een Piet zijn? We denken collectief van wel. Hij heeft wel een lekke band... Misschien zit er een pepernootje in. Verbaasd blijven we met zijn allen bij de fiets staan. Energiebommetje, die meer energie te bommen heeft dan ooit, ligt meteen op zijn knieën. Ja, lekke band, dat ziet íe zo.

Het blijft niet bij sneeuw en Sint, we hebben ook nog twee jarigen. Rustige Druktemaker is in het weekend jarig geweest en trakteert vandaag. Groot feest, met een taart op het digibord en met liedjes zingen en een traktatie, kruidnoten en chocolademunten, lekker!


Maar ook vandaag, precies vandaag, een jarige juf. Toen ik vanochtend op school verscheen vond ik een feestmuts op mijn stoel, net als Rustige Druktemaker. Ook ik vier vandaag mijn feestje, met mijn muts op mijn hoofd en met een traktatie, en tekeningen en een groot hart dat ik krijg van al mijn kleuters. En een dennenappel, gevonden op de terugweg van gym. "Alsjeblieft juf, een cadeautje voor je verjaardag." In innige dankbaarheid neem ik hem aan. Ik heb nog nooit een dennenappel voor mijn verjaardag gekregen, en hij ruikt lekker naar hars.

Vanmiddag hebben we eindelijk tijd om even gewoon te spelen. Nou ja, gewoon... Energiebommetje rent achter een ander ventje aan door de klas en ze stoeien elkaar giechelend omver. En waar we de afgelopen weken zo heerlijk rustig konden spelen, is het nou een kakofonie van jewelste, met kinderen die van de weeromstuit naar hun vriendje vlakbij roepen. Ondertussen proeft Slimmaartoch een stift.
Ik kan mezelf bijna niet horen denken.

Te midden van dit kabaal komt Blond Bonkie met een guitig gezicht bij me staan. Hij steekt zijn vinger omhoog en zegt, als ik heel goed luister kan ik het net verstaan: "Juf, stil eens!" 

En zonder aft te wachten er meteen schaterlachend achteraan: 

"Lekker rustig he?"

woensdag 13 november 2024

Fiddelminger

Op haar tenen loopt ze door de gymzaal. 

Staartenmiepje kan tellen als de beste, al in groep 1 telde ze met groot gemak van 30 terug naar 0. Maar in de gymzaal is ze voorzichtig. Op haar hoede voor de gevaren die er schuilen: wandrekken, banken om op te klauteren, voorbijsuizende ballen of zwaaiende touwen. Ze vertrouwt ze voor geen meter.

Met een onzeker glimlachje draait ze zich naar me om, een touw in de handen. Eigenlijk wil ze wel op de knoop, maar hoe? Het wandrek heeft ze even aangekeken, maar al snel concludeerde ze dat dat geen doen was. De sporten zitten veel te ver uit elkaar, veel te gevaarlijk.

Niet iedereen is het met haar eens. Veel kinderen zijn in no time boven, of tenminste, zover als ze mogen, tot het blauwe lintje. Sommigen willen nog wel hoger, maar dat mag niet. Tot het lintje, door het gat, hangen en op de dikke mat vallen. Anderen houden het bij de derde sport. Als je dan door het gat kruipt, kun je al meteen met je voeten bij de grond. Niet heel spannend, maar voor sommige kleuters uitdagend genoeg. Of je begint laag en gaat steeds een beetje hoger. Ieder zoekt zijn eigen grenzen op. 

Het is sowieso een sportief stelletje, ook op het schoolplein. Er wordt gerend, in het huisje geklommen, rondgefietst en gevoetbald. Bij het voetballen gaat het vandaag af en toe een beetje te ruig. Er wordt wat geduwd, getrokken en soms lopen de gemoederen wat op.

"Juhuf...." Met een verontwaardigd hoofd staat Blond Bonkie voor mijn neus. Er is iets gebeurd dat niet door de beugel kan, dat zie ik zo. "Juf! Energiebommetje steekt zijn fiddelminger op!" En hoewel ik eigenlijk moet delen in de verontwaardiging van Blond Bonkie, schiet ik in de lach, ik kan het niet helpen. 
Zelf hoort hij ook dat er iets mis ging. "Energiebommetje steekt zijn fiddelmi... Energiebommetje steekt zijn fiddel... Energiebommetje steekt zijn fiddelminger... " Hij probeert het echt, elke keer zelf ook in de lach schietend om hoe gek het klinkt, dan weer serieus overnieuw beginnend met de zin. Het komt er niet uit. Ik doe ondertussen nog wat vergeefse pogingen mijn lachbui onder controle te houden, mijn collega naast me brengt het er niet heel veel beter vanaf. 


Ik help hem uit de brand. "Middel...." en Blond Bonkie maakt het af: "...vinger". We zijn het er over eens: dat hoort niet zo, je middelvinger opsteken is echt niet netjes en ook niet lief. Blond Bonkie vertrekt weer richting het voetbalveld met de opdracht tegen Energiebommetje te zeggen dat je middelvinger opsteken echt niet mag, dat doen we hier op school niet. Even later wordt er weer gebroederlijk gevoetbald, verontwaardiging is niet zo lang houdbaar bij Blond Bonkie, een mooie eigenschap wel.


Staartenmiepje staat met het touw in haar hand. Het wandrek was haar wat te heftig, maar dit wil ze nou toch wel eens proberen. Je handen hoog aan het touw en sterke armen maken, dan trek je jezelf naar boven. Na een paar bijna gelukte pogingen... ja hoor daar zit ze. Zacht slingert ze heen en weer. 

Nog een keer: nu heeft ze 'm echt door. En wat ze al eerder had gemerkt met tellen, blijkt ineens ook bij gym te werken: oefenen helpt! En hoe meer je oefent, hoe leuker het wordt. Alle touwen gaat ze af. Niet veel later slingert ze met een brede lach op het touw met de hoogste knoop. 

Als ik haar 's middags weer aflever bij haar moeder kan ik het bijna zien: ze is gegroeid!




woensdag 6 november 2024

Was het maar zo'n feest!

"Hé, Stoere Puber!" Stoere Puber staat te wachten bij de bushalte waar ik met mijn kleuters langsloop van de gymzaal terug naar school. 

We hebben voor het eerst dit schooljaar weer in de gymzaal gegymd en hoewel het een hele onderneming is, een kwartier heen lopen, een kwartier terug, hulpouders regelen, moeie kleuterbeentjes, losse veters, en af en toe een ruzietje en dan toch maar een wissel in loopmaatjes, zijn we toch blij dat we nu weer echt kunnen gymmen. In onze gymkleren, of een joggingpak ("Juf, Sij saat in se pinana simmen") en met echte coole gymdingen, zoals ringen.

Energiebommetje liep verplicht aan mijn hand, want zijn energie knalde er bijna uit vandaag en ik moet alle zeilen bijzetten om hem niet voor de rest van de dag kwijt te zijn. Hij wil niet met mij, maar met een vriendje, maar ik durf hem nog niet los te laten.

Tot er opeens van verder achter in de rij een gil en dan een huil klinkt; Watnouvier. Zij kneep eerst, dat weet ik bijna zeker, maar haar loopmaatje werd te boos en kneep ook. Hard. En nu willen ze niet meer samen lopen. En dus wend ik me tot energiebommetje. "Denk jij dat je met Watnouvier in de rij kunt lopen? Kan ik jou vertrouwen?" Energiebommetje knikt serieus. Hij voelt aan dat hij dit niet moet verbruien en geeft Watnouwvier een hand, loopmaatje komt bij mij.


Niet veel later heeft Watnouvier het voor elkaar. Zonder veel moeite windt ze hem als een volleerde verleidster om haar vinger. Energiebommetje heeft als een galante heer haar tas overgenomen. Eerst in zijn hand, maar dan kan hij haar niet meer bij de hand houden, dus dan maar op zijn rug. Een stoer energiebommetje met een prinsessentas. 

Stoere Puber ziet mij lopen, in mijn blaartrekkend gele vestje en gromt me een puberige maar niet onwelwillende groet toe. Hij hoort bij mijn andere leven, op mijn andere school in mijn woonplaats, waar ik het regelmatig met hem aan de stok had en ik niet alleen, maar waar ik toch ook altijd wel een soort zwak voor hem bleef houden. Omdat hij op hoog niveau sport, zit hij niet op een middelbare school in de buurt, maar op de school tegenover die van mijn kleuters, en af en toe komen we elkaar tegen.



Energiebommetje is de rest van de dag mijn vriend. Hij helpt me met opruimen, komt als ik hem roep en wil best even een foto van me maken als we in de buurklas aan het spelen zijn, waar een heerlijke bureaustoel staat. Ik neem het ervan en kijk vanuit mijn comfortabele positie naar mijn heerlijk spelende kleuters. Achterover hangend, benen op een krukje. En dan staat de nog behoorlijk verse directeur in de deuropening. En hij snapt het nog ook. Soms moet je je er helemaal niet mee willen bemoeien, maar alleen maar kijken. En dan noem je het gewoon observeren, goed bezig.

Meeloopmaatje is onder de indruk van Stoere Puber. Hij kijkt al lopend om, zijn ruzie met Watnouvier alweer vergeten. "Is dat jouw broer?"

Ik schiet in de lach en loop naar Stoere Puber toe. "Stoere Puber! Een van mijn kleuters vraagt of je mijn broer bent!"

Zijn norsige pubergezicht breekt open. "Nee," zegt hij met een brede grijns, "was het maar zo'n feest!"

woensdag 16 oktober 2024

Energiebommetje met een hart

"Energiebommetje.... STOP!"

Helemaal tot stilstand komt hij niet, maar hij mindert vaart en draait zich om. Achteruit loopt hij langzaam verder bij me vandaan, zijn hoofd op onweer. Ik versnel bijna onmerkbaar mijn pas, zodat ik wat dichterbij kom. 

"Die stopt niet hoor", zegt de gymmeester nog. "Iemand anders had zijn staartbal opgeruimd en dat wilde hij zelf doen." Ik hoor aan zijn stem dat hij het onzin vindt. De gymmeester houdt niet van gemiep. 

"Energiebommetje, ik zie dat je boos bent. Maar je bent niet boos op mij, dus je hoeft niet bij mij weg te lopen. Weglopen is gevaarlijk."

Het onweersgezicht blijft, maar de pas is eruit. Energiebommetje blijft staan en ik kan mijn arm op zijn schouder leggen. "Ik zie dat je boos bent, wil je me vertellen wat er gebeurd is?" Onwillig haalt hij zijn schouders op. "Klopt het dat jij graag zelf je staartbal had willen opruimen, maar iemand anders dat deed?" Het klopt. En nu is hij boos en verdrietig. 

Voor een groot mens, en zeker voor een gymmeester, lijkt zoiets misschien een futiliteit, en niet de moeite waard om een probleem van te maken. Maar Energiebommetje  krijgt best vaak te horen dat hij moet gaan zitten, stil moet zijn, rustig moet doen, moet stoppen met stoeien, sorry moet zeggen, iets anders moet gaan doen, moet luisteren. Maar hij is ook heel lief en behulpzaam, en helpen met opruimen is belangrijk voor hem. Dat zijn de momenten waarop de grote mensen om hem heen blij met hem zijn, en het zijn de momenten waarmee hij zijn zelfbeeld hoog houdt. 

Hij is niet eigenwijs, nu niet tenminste, hij is zichzelf staande aan het houden in de grote wereld.


"Het zou toch zonde zijn als jij nou een boze bui houdt vanwege die staartbal, terwijl we eigenlijk nog een leuke gymles aan het doen zijn. Er is nog een spelletje dat jij nog niet gedaan hebt. Als ik jou was zou ik nog even lekker mee gaan doen." Nog niet helemaal ontdooid, maar toch overtuigd, hobbelt hij naar het laatste spel: met een tennisracket met een bal erop een rondje lopen. Echt moeilijk. Maar hij doet weer mee, terwijl een ander groepje nu aan het overgooien is met de staartballen.

Als de gymmeester gefloten heeft, is het tijd om alles op te ruimen. 

Niet ver bij Energiebommetje vandaan heeft Minimeisje een staartbal in haar handen. Poppenkind loopt naar haar toe, trekt de bal uit haar handen en geeft hem een zwieper. De bal vliegt weg en Minimeisje kijkt hem beteuterd na. En daar gaan Energiebommetje, naar de staartbal. Er zijn nog meer kinderen onderweg, maar Energiebommetje is er als eerste en grist de bal van het veld. Kan 'ie toch nog een bal opruimen.

Maar dat doet hij niet. Met de bal loopt hij naar Minimeisje en geeft hem aan haar, zodat zij hem zelf op kan ruimen. Minimeisje huppelt weg, de bal in haar handen. Energiebommetje blijft achter, met tranen vlak achter zijn ogen, want hij had hem echt graag zelf opgeruimd. Maar zijn hart was groter dan zijn ego.

Niet veel later zit energiebommetje in de klas met zijn schrift voor zich. Hij schrijft. Hij schrijft letters die hij zelf nog niet kan lezen. Ik ook niet. Een M en lange kriebelstrepen komen op het papier. 

"Kom, we gaan echte woorden schrijven" Zachte Kijker trekt Energiebommetje mee naar de taalhoek en samen schrijven ze de woorden van de woordenmuur over. 

Het gaat ook nog wel een keertje mis vandaag. Als we naar binnengaan na het buitenspelen, blijft hij buiten, hij komt niet in de rij, maar rent weg bij mijn collega, en ik vertik er achteraan te rennen. Na 5 minuten, net als ik hem wil gaan roepen, komt hij toch binnen, schuldbewust. We hebben een gesprek over gevaarlijk, want wat als je hard zou vallen, over luisteren en over was het eigenlijk leuk, in je eentje buiten terwijl wij allemaal al binnen waren? Nee, dat ook eigenlijk niet. En als ik zeg dat hij nog wel even sorry moet zeggen tegen de juf waar hij van wegliep, doet hij dat met heel zijn hart. 

Eigenlijk houdt iedereen van Energiebommetje. Hij is veel te druk, en we worden vaak erg moe van hem. Hij kan geen twee minuten op zijn stoel zitten en hij maakt veel lawaai. En hij doet ook wel vaak kinderen pijn, maar dan heeft hij altijd spijt. En hij is het beste van iedereen in de klas in helpen en in troosten. En zijn hart, dat zit precies op de goeie plek.

maandag 14 oktober 2024

We kunnen het niet laten en dus zingen we erbij

Dit is dan het eind van onze fijne Cantorij,
leuke Cantorij, unieke Cantorij. 
We kunnen het niet laten en dus zingen we erbij
Bedankt hoor lieve Co!





Ja, dit is het dan. 
Afgelopen zaterdag gingen we eruit met een knaller. Ons jubileumconcert; 45 jaar Cantorij Emmeloord, waarvan ik 36,5 jaar heb meegezongen. En eigenlijk nog iets langer, want als kleine Yvonne zong ik ook al een paar jaar bij de Kindercantorij, met een blauw rokje, wit bloesje en niet te vergeten rood hesje met een gouden knoopje met een kettinkje om 'm te sluiten. Ik vond het heerlijk, tot Co haar denkbeeldige stokje had overgedragen aan een strenge meneer die heus wel aardig probeerde te zijn, maar het niet voor elkaar kreeg een groep kinderen lekker te laten zingen. 


Een aantal jaar later ging bij ons thuis de telefoon. Co Jongsma, of ik haar nog kende? Tuurlijk kende ik haar nog, van de Kindercantorij! Of ik geen zin had bij de Jeugdcantorij te komen, ze konden  nog wel een alt gebruiken. Of ik daar zin in had? Het koor waar ik als kind altijd zo tegenop had gekeken, omdat ze zo sprookjesachtig mooi konden zingen? Natuurlijk had ik daar zin in! Ze repeteerden op zondagmiddag bij de dirigente thuis, want op zondagmiddag kan iedereen.

En zo kwam ik bij de Jeugdcantorij, die later van naam veranderde en Jongerencantorij werd, en toen ons oudste lid 30 werd en vond dat dat te oud was voor een jeugdkoor moeiteloos schakelde naar Cantorij, want Marike wilden we niet kwijt!

De Cantorij, die al lang geen cantorij meer is, maar een kamerkoor dat al lang niet meer in een kamer repeteert, het is zoveel meer voor me geworden dan een koor. Vrienden zijn het geworden, familie, mensen zo dichtbij dat ik door en door mezelf kon zijn. We hebben zoveel meegemaakt samen.
Kooruitjes met interessante plekken, gekke spelletjes en malle opdrachten, en altijd werd erbij gezongen, een reis naar Canada, concerten, concoursen die we regelmatig wonnen, trouwdiensten (waaronder de onze), doopdiensten, maar ook rouwdiensten, 3 van onze leden hebben we moeten laten gaan, waaronder Rina, die een dierbare vriendin van me was en die dat in mijn hart nog steeds is. 

Al op mijn 18e vertrok ik uit Emmeloord, eerst naar Utrecht, en een goeie 20 jaar geleden naar Warnsveld. En al die tijd reisde ik heen en weer, op de zondagmiddag, al is de frequentie al heel lang geleden afgenomen naar eens in de twee weken. Dat ik er niet elke week was, werd met liefde geaccepteerd door de rest, want mij wilden ze ook niet kwijt.

Cantorij Emmeloord was lang te horen.
Cantates, motetten, gezangen en psalmen, werk'lijk een lust voor uw oren!
Cantorij Emmeloord stopt nu met zingen.
Vandaag een concert met een reünie, foto's, afscheid en meer van die dingen.

We zijn op tijd gestopt. Op tijd om nog mooi te kunnen zingen bij onze Grote Finale. Het klinkt niet meer zoals vroeger, maar dat is geen wonder. We zijn geen 20 meer. We zijn 40,- 50-, 60-plussers en Co.... die is 82. Dirigeren houdt je jong, dat blijkt. 


Het afscheid was innig. De middag gezellig, met oud-leden, herinneringen, foto's, en natuurlijk met zingen. Het concert was, ach nee, niet perfect, maar toch was het een perfecte avond. De kerk zat vol met allemaal mensen die ons nog een keer wilden horen zingen. Co's broers waren ervoor uit Canada gekomen, en speciaal voor mij waren er mensen uit Groningen, Warnsveld, Utrecht... dat is bijzonder. Gedragen door de mensen om ons heen, en het verdriet omarmend om geliefden die er niet bij waren, vierden we ons afscheid groots.


Gisteren hadden we onze nazit, of zoals de broer van Co het veel mooier noemde "The afterglow".
En warm was het. Een middag vol gezelligheid, nog een beetje zingen, veel knuffels en alle tranen die zaterdag niet kwamen. 


Wat ga ik het missen. Het zingen, bij dit koor, al blijf ik natuurlijk zingen. Maar dat is niet hetzelfde.
Wat ga ik ze missen. Wenda, Neeke, Marike, Anja, Harry, Co en alle anderen die me zo dierbaar zijn geworden. We verliezen elkaar niet uit het oog en het oor, en de liefde blijft. De liefde voor muziek en de liefde voor elkaar.

Dit is dan het eind van onze fijne Cantorij
mooiste Cantorij, geliefde Cantorij
We kunnen het niet laten en dus zingen we erbij
Bedankt hoor lieve Co!






woensdag 9 oktober 2024

Balansdag

Ik had het ze al verteld: de dag was een beetje anders dan anders. Het zijn geen grote veranderingen, maar het is toch fijn om het even te weten. De gymles wordt vandaag niet gegeven door de gymmeester, maar door de stagiaire. Ze heeft leuke dingen bedacht: mikken, en tikken, en balanceren, op een hindernisbaan. 

"Makkie!" Ja, dat denk je, dat dat een makkie is. Maar het is toch best lastig, en bovendien heel leuk. Over een touw, over de stapstenen en over plaatjes van handen en voeten. Waar een hand staat, moet je hand ook op de grond, en waar een voet staat... precies! We balanceren en wiebelen over de hindernisbaan heen. Als je klaar bent nog een rondje, en nog een. Na 5 rondjes is het nog steeds leuk, geslaagde gymles dus.

In de klas is het gezellig. We hebben een nieuw thema, herfst in het kabouterbos, en in de kabouterhoek zijn een paar kabouters met puntmutsen herfstschatten aan het sorteren. Kastanjes bij kastanjes, eikels bij eikels, beukennootjes bij beukennootjes. Je kunt er maar druk mee wezen.


Als ik omkijk, zie ik... ja, wat zie ik eigenlijk? Ik schiet in de lach en maak een foto. Nu Maarikwildatmeisje een dagje bij oma is, komt Blond Bonkie tot heel ander spel dan anders. Niet achter elkaar aanrennen, niet stoeien, niet heel veel lol met heel veel lawaai, maar een ontdektocht in de klas. En met de dieren kun je gewoon dierentuin spelen, maar ook een paddenstoel maken en... ze ophangen aan de tafel! Keurig in balans hangen daar een leeuw, een olifant, twee tijgers, een gorilla en een nijlpaard, met daarachter een Blond Bonkie dat uitermate tevreden naar zijn werk kijkt.

Ergens anders in de klas zijn minimeisje en Glimoogmannetje een toren aan het bouwen. Het wordt een hoge toren. Kan 'ie nog hoger? Minimeisje staat op haar tenen om nog een blok te stapelen, maar veel hoger wordt het niet zo. Glimoogmannetje had nog wel een stukje hoger gekund, maar die is meer van de hand- en spandiensten. Aanreiken, aanmoedigen en vasthouden. Maar Minimeisje is van binnen groter dan ze er van buiten uitziet, en ze zit vol goeie ideeën. Ze sleept een stoel naast de toren en klimt erop.


Ze heeft een duidelijk doel voor ogen: De toren moet hoger worden dan de stagiaire lang is. Regelmatig wordt even gemeten. Glimoogmannetje houdt de toren vast en Minimeisje dartelt de stoel op en af om verder te bouwen. Nog een paar blokjes! Maar de boel wiebelt vervaarlijk, en telkens nét voor de gewenste hoogte bereikt is, valt de toren om. Ze beginnen wel vier keer opnieuw, na een poosje geholpen door Zachte Kijker die me zo aan mijn zoon doet denken en die veel meer inzicht heeft. De onderkant breder, de bovenkant steviger... Aan veerkracht ontbreekt het ze niet, wel aan balans. En aan tijd, we moeten opruimen. Jammer, maar het geeft niet, we hebben wel erg lekker gebouwd.

Aan het eind van de dag zitten we nog even in de kring. Als ik vraag wie wat wil vertellen over hoe de dag was, is de conclusie vrij algemeen: fijne dag. Veel duimen gaan omhoog. Het buitenspelen was leuk, de gymles was leuk, het bouwen was leuk, en eigenlijk waren we zelf wel reuzegezellig. 

Soms is de dag gewoon, op de torens na, in balans.




donderdag 12 september 2024

Op het puntje van mijn tong

Er zijn van die dagen die vanzelf lijken te gaan. Dagen waarop alles klopt en alles stroomt.

Vandaag is zo'n dag. De kinderen komen binnen en gaan gewoon meteen zitten in de kring, al dan niet met een boekje op schoot. En als ik zeg dat het tijd is om de boeken weer op te ruimen, dan zijn ze ook in mum van tijd weer weg.

De letter van de week is de v. De v van vis en vlinder en voet en vuur.... We zitten in de kring en we bedenken nog meer woorden met de v. Vlieg, vlag, vogel....

"Ik weet er nog eentje juf! Juf Yvvvvonne!" Hij heeft gelijk, ik heb een v, knap!

Floep, daar gaat energiebommetje, van zijn stoel, de kring uit, de leeshoek in. 

Het ligt op het puntje van mijn tong: "Energiebommetje, ga zitten!"

Maar ik slik het in. Laat maar even gaan. En  niet veel later staat hij enthousiast voor mijn neus, net als ik mijn v-activiteit wil stoppen. "Juf! Ik heb een V gevonden!" We bekijken de voorkant van het boek: de vriendjesbank.  

Wat een geluk dat ik hem heb laten gaan! "Kijk eens jongens, wat Energiebommetje heeft gevonden!"  Ik lees heet prentenboek met de v helemaal voor., met een stralend Energiebommetje, keurig op zijn stoel. 

Het spelen en werken verloopt probleemloos. Iedereen is heerlijk bezig, samen of alleen, zonder ruzie, zonder herrie. Ik observeer en geniet. Geleerd van een wijze oude kleuterjuf: Je moet soms gewoon tijd nemen om te zitten en te kijken naar je kinderen.

"We gaan snel alles opruimen en dan kom je met je stoel in de kring!" Ook het opruimen gaat sneller dan anders, en al snel staan de eerste stoeltjes klaar. Maar niet in de kring, zoals ik had gezegd. Het begon met twee stoelen achter elkaar, iemand zette zijn stoel erachter, nog iemand, en al snel stond er een heel rijtje.

Het ligt op het puntje van mijn tong: "Jongens, in de kring had ik gezegd, kom op!

Maar ik slik het in. Ik zing: "Een treintje ging uit rijden, van Amsterdam naar Rotterdam" En niet veel later zit de hele klas achter elkaar te zwaaien, te klappen en te wapperen met de handen, van Zie, Za, Zo!" 

Als ik het genoeg vind, leg ik mijn vinger op mijn lippen, en ze kijken me verwachtingsvol aan. Zacht zeg ik: Zet snel je stoel in de kring, dan kijk ik wie zijn tas kan pakken." En hop daar gaan ze. Hoeveel tijd heeft het gekost? Twee minuten, drie misschien. En we kennen nog een nieuw liedje ook.

De dag kabbelt gemoedelijk voort. Met een gymles op het plein en wat langer blijven buitenspelen, want het is zo gezellig met groep 3, waarvan een deel vorig jaar nog bij ons in de klas zat. Met open armen ontvangen ze elkaar en mij, want we missen elkaar best een beetje. Ellobellomeisje, die toch al ruim een jaar niet meer mijn kleuter is en groep 3 nog een keertje doet, omhelst me en verzucht: "Ik heb jóú het állerliefste gemist!"

In de klas kleien en schrijven we de 2. Eerst rond, dan schuin naar beneden, STOP! Een puntje en opzij. Als je het puntje vergeet, wordt het geen 2, maar een omgekeerde s. Best moeilijk, maar we kunnen het en we zijn trots. 


Je krijgt er wel honger van, van al dat werken. We eten de eerste 10 minuten stil, de timetimer aan, we bemoeien ons even alleen met ons eten. Ik heb een salade bij me met een zakje saus. Voorzichtig knip ik het open en knijp ik in het zakje. Met een boogje dat me doet denken aan "juf, mag ik plassen?" spuit het rode goedje over mijn eten. Mijn volwassen hoofd registreert en negeert het. Maar naast me hoor ik een ingehouden giechel. Het zal toch niet... Energiebommetje mist niks. Ook geen straaltjes saus die ergens anders op lijken. Hij kijkt me aan, zijn gezicht bijna in de plooi. En dan schieten we samen onbedaarlijk in de lach, tranen over onze wangen, een heerlijk
samenlolmomentje waar de rest helemaal niets van snapt. 

Even later zet ik een filmpje op, Brum. Het is nog net zo'n succes als bij mijn kinderen. Sommige dingen worden niet ouderwets. Energiebommetje pakt zijn stoel en zet hem vlak voor het digibord.

Het ligt op het puntje van mijn tong: "Energiebommetje, zet je stoel eens wat verder naar achteren."

Maar ik slik het in. Ik laat hem zitten, af en toe opstaan, en weer zitten, en volledig opgaan in het spannende verhaal, de kleine dappere auto aanmoedigend: "Kom op Brum!" 

Ik denk aan de wijze oude kleuterjuf: zitten en kijken. 

En ik neem mij voor wat vaker in te slikken wat er op het puntje van mijn tong ligt. 

vrijdag 6 september 2024

Onder de tafel

 "Ah... nu snap ik het.... Jij wilde op je moeder lijken...". Ik kijk naar de met tatoeages bedekte armen van de dame die haar dochter komt ophalen van school.

Er was iets misgegaan in de klas, En nu loop ik toch maar even samen met Maarikwildatmeisje naar haar moeder. Gelukkig kent die haar kind wel een beetje en na de eerste schrik schiet ze in de lach.

Het was net die ene dag van de week dat het regende. We hadden nog wel buiten kunnen gymmen, dat was fijn, maar gedurende de gymles ging het wel steeds harder regenen. Met natte koppies kwamen we weer op school, die van Energiebommetje het allernatst. Hij had bij de schuurtjes op het plein een waterstraaltje ontdekt dat van het schuine dak naar beneden stroomde. Onweerstaanbaar.

De rest van de dag was een binnendag. We speelden binnen, zaten in de kring, zongen, speelden weer binnen, en nog langer binnen. Op zo'n dag mis ik toch het buiten zijn, en de kinderen ook. Ze worden wat drukker, luisteren wat slechter, moeten toch op de een of andere manier hun energie kwijt. 

En zo vond ik Maarikwildatmeisje onder de tafel in de taalhoek, met een grote lach op haar gezicht. De taalhoek met houten letters, met woorden om na te schrijven, met stempels... en dus ook met stempelkussens, een rode en een zwarte. En die zwarte was met Maarikwildatmeisje onder de tafel beland. 



Het had veel erger gekund. Haar kleren hadden er helemaal onder kunnen zitten, haar gezicht, de stoelen en tafels, de vloerbedekking, andere kinderen... Dus eigenlijk viel het nog best een beetje mee.

Maar toch loop ik maar even met haar mee naar haar moeder, om te vertellen dat we al flink hebben gepoetst, en dat dit het resultaat is. Misschien moeten ze maar even naar het zwembad.

woensdag 28 augustus 2024

Helemaal zelf

Tuurlijk, de vakantie had best nog een poosje mogen duren. Een wekkerloos leven is heerlijk, en 6 uur is best vroeg. Maar als ik dan om kwart voor 7 door het buitengebied fiets, omringd door ochtendnevel en opkomende zon, dan is dat vroege uur helemaal niet zo erg meer.


En als ik mijn kleuters zie binnendruppelen, glunderend en op hun gemak, dan weet ik weer hoe heerlijk mijn werk is. 
We beginnen deze week met een inloop. Niet in de kring, maar gewoon lekker spelen met waar je zin in hebt. Er moet nog niks, geen weektaak, geen verplichte werkjes, je pakt wat je leuk lijkt. 

We zijn verhuisd van lokaal, en we hebben nu het mooiste en fijnste kleuterlokaal, bofferds zijn we. We hebben de huishoek, een deur naar de wc in onze klas, maar aan een kant buren en het koffiezetapparaat met kletsende juffen en meesters is een stukje verder weg. En het lijkt ook wel een beetje groter. Maar dat kan ook komen doordat groep 2 van vorig jaar nu groep 3 is, en we beginnen met 18 kinderen.

Ze zijn groot geworden. Blond Bonkie was het hele afgelopen jaar een uit de kluiten gewassen peuter, maar nu hij 5 is, is hij groot. Nog wel uit de kluiten gewassen, maar op en top kleuter, niks peuterigs meer aan.
Energiebommetje is nog steeds een energiebommetje, maar lijkt een iets makkelijker te geleiden projectiel, Opwindpoppetje heeft een zelfopladend motortje gekregen en Maarikwilditmeisje.... nou ja, Maarikwilditmeisje wil nog steeds precies wat ze wil en niet iets anders.

Blond Bonkie en Maarikwilditmeisje spelen een spelletje. Wie het eerste twee dezelfde plaatjes op de kaartjes ziet, mag het kaartje van het stapeltje houden. Ik sta er van een afstandje naar te kijken. Ze zitten rustig tegenover elkaar aan de tafel, ondenkbaar vorig jaar, en hebben lol. Totdat Blond Bonkie net iets sneller is en het kaartje van het stapeltje pakt. 
"NEEEEEEEEE! IK WIL DIEIEIEIE!" Driftig rukt Maarikwildatmeisje het kaartje uit de handen van
Blond Bonkie, en zijn eigen kaartje ook. Blond Bonkie bekijkt het beteuterd en ik besluit dat het tijd is om in te grijpen.
"Ho, stop, wie spelletjes speelt, kan ook verliezen, en als je in groep 2 zit ben je groot, dus dan ga je niet zo hard schreeuwen." "MAAR IK WIL DAT NIEIEIEIEIET!" luttele seconden later vliegen de kaartjes door de klas. En nog een paar tellen verder zit Maarikwildatmeisje niet meer bij de tafel, maar op het krukje bij de deur. Als je klaar bent met schreeuwen mag je weer binnenkomen, en dan ga je eerst de kaartjes opruimen.
Als Maarikwilditmeisje klaar is met schreeuwen, maar nog niet klaar genoeg om binnen te komen, vraag ik hoe dat thuis gaat, als ze spelletjes speelt.
"Daar gebeurt dat nooit!", zegt ze nasnikkend. "Thuis win ik altijd." 
Helaas, hier kan dat niet, soms win je en soms verlies je. En hoewel ze het niet met deze theorie eens is, besluit ze dat het toch wel een goed moment is om weer binnen te komen.

De dag verloopt verder heerlijk rustig en gezellig, de vorig jaar nog kleintjes voelen zich groot en mijn twee nieuwe nogmaarnetkleuters draaien mee of ze hier al tijden rondlopen.

Handenbindertje is ook gegroeid. Hij blijft nog steeds graag in mijn buurt, heel gezellig, en af en toe komt hij even kletsen, maar hij zit niet meer zo aan me vastgeplakt. En als hij 's middags zijn kalenderplaat voor als hij jarig is moet afmaken, eerst je hoofd, dan je naam en je verjaardag en dan je hoed op een groot papier plakken, dan kan hij dat al helemaal zelf.

Ik weet het zeker: dit wordt een leuk jaar.

woensdag 10 juli 2024

Ontploft

"Juf! De bal is ontploft!"

Ik dacht nog, het zal wel meevallen, de bal zal lek zijn, of er zal een naadje loszitten, misschien komt de binnenbal een beetje naar buiten puilen. 

Maar hij houdt het vol, de bal is ontploft. Zachte Goeierik heeft hem op de weg geschopt en toen kwam er net een bus aan. Ik heb geen knal gehoord, maar als ik de bal zie liggen op straat, ben ik blij dat we een hek hebben en dat de kinderen heel goed weten dat ze daar niet overheen mogen. Met mijn sleutel open ik de poort en ik loop, omzichtig uitkijkend, de weg op om de zielige overblijfselen van de bal van straat te rapen. 

"Wat denken jullie? Kunnen we die nog weer maken?" Nee, dat zien ze nog wel met hun ogen dicht, die is rijp voor de vuilnisbak. Zachte Goeierik kijkt me een beetje afwachtend aan, met een onzeker glimlachje onderzoekend of hij in de problemen komt. Welnee, ongelukjes gebeuren nou eenmaal. 

Er is meer kapot vandaag. Mijn stem bijvoorbeeld. Niet ideaal in een klas vol kleuters, maar wat doe je eraan? Een muziekinstrumentje pakken om de aandacht te vragen, wat assistentie inschakelen en de dag zo rustig mogelijk doorkomen, met een extra filmpje en een stapel kleurplaten. Iedereen is moe en heeft het warm, we mogen het onszelf best een
beetje makkelijk maken.

Het is mijn laatste dag voor de vakantie met deze kleuters. Een deel zie ik volgend jaar weer in mijn klas. Groep 1 wordt groep 2, de jongsten worden groep 1. Maar voor veel kinderen is het een echt afscheid, na de vakantie zitten ze in groep 3. Ik ga ze missen, al zullen ze heus zo nu en dan een knuffel komen halen. 

De klas wordt steeds leger, kunstwerken gaan mee naar huis, en ook de zeehondjes van onze deur. Volgend jaar hebben we nieuwe zeehondjes, ze zijn al gekleurd en ik lamineer ze. Zelf heb ik vanochtend voor schooltijd ook een zeehondje gekleurd. Maar gek, die kan ik nergens meer vinden.

Ik zoek me suf, zo tussen de bedrijven door. In de tassen onder het bureau? tussen de andere zeehonden? In mijn agenda, in de map? Heeft mijn collega 'm per ongeluk meegepakt? Ik snap er niks van. Hij is van de aardbodem verdwenen. 

Na schooltijd kleur ik een nieuw zeehondje. En dan komt er een appje binnen van een collega. Zij heeft het lamineerapparaat in de klas, maar hij doet het niet. Er lijkt iets in te zitten....

Ik denk dat mijn zeehondje terecht is, maar net als de bal niet meer te repareren. Ik hoop dat onze steun-en-toeverlaat die alles kan repareren het lamineerapparaat weer aan de praat krijgt, maar voorlopig zet ik hem maar weer op z'n plek, met een briefje erop.


Maar hoeveel er ook kapot is vandaag, het jaar is rond. 40 schoolweken, 15 blogs, af en toe een zucht of een boze blik, maar vooral ontelbaar veel knuffels, liefde en plezier. Aan dit jaar hoeft niets gerepareerd te worden.


 


vrijdag 28 juni 2024

Knuffels

Hij is een handenbindertje. Niet dat hij lastig is, of druk, helemaal niet zelfs. Het is een rustig ventje en hij vindt alles wat we doen leuk. Hij doet mee, en als hij het nog een beetje te spannend vindt, zoals gym in de gymzaal, dan kijkt hij, genietend, zich verkneukelend soms, en altijd bij me in de buurt.

"Als je je eten en drinken op hebt, mag je je tas opruimen en naar buiten gaan."
"Ik ga wachen op jou."
"Je mag al naar buiten gaan. Er zijn andere juffen buiten."
"Jai kom ook zo ha?"

Ja, ik kom ook zo. Maar eigenlijk blijft hij liever even wachten.. 
Als ik dan toch eindelijk buiten kom, voel ik meteen een handje in mijn hand.
"Ik blaif bai jou ha? Ik blaif altaid bai jou."

Keuvelend in zijn nog peuterige taaltje wandelt hij naast me, wijzend naar wat hij ziet. De kinderen die in het zand spelen, de voetbal die over het hek vliegt (Dat is gek ha?) en klasgenoten die in volle vaart rondjes crossen op hun fietsjesa (Heel hat ha?). 


Hij laat mijn hand niet los. We lopen rondjes en het bevalt hem uitstekend. Zijn kleine rechterhand in mijn grote linker. Af en toe komt zijn linkerhand er even bij, om mijn hand te aaien. Als ik ga zitten, zit hij naast me en als ik opsta, komt hij ook overeind.

"Nu ga ik even naar de wc Handenbindertje, en dat ga ik echt even alleen doen." Dat mag wel. 

"Ik ga op jou wachen. Ik ga wachen bij jou deur ha?" 

"Nee, jij mag even buiten blijven. Er zijn andere juffen buiten, kijk maar."  Hij stemt in. Als ik terugkom, heeft hij mijn hand weer te pakken, nog voor ik over de drempel ben. 

Hij heeft het nodig, de nabijheid, de knuffels. Is het handig? Nee, niet echt. Wel reuzegezellig. En het zal vanzelf minder worden. Hij durft al alleen naar de wc, hij speelt soms al een poosje alleen, en hij heeft zelfs al een beetje meegedaan met de gymles.

We kijken een poosje naar de waterbaan. Als er iemand pompt, stroomt er water door de houten bakken. Iemand maakt een bal schoon, een ander wil een gietertje vullen. De bal rolt op de grond. "O nee ha
juf.... hai is weer vies ha?" Ja, nu is 'ie weer vies. Alles is de moeite waard om over te praten, en elk moment is een goed moment voor een knuffel.

Een collega vroeg het pas aan een gedragsspecialist tijdens een studiedag. Wat doe je met kinderen die telkens bij je komen hangen en knuffelen? 

"Terugknuffelen", zei ze. "Kennelijk is het nodig, anders kwamen ze niet."

En dat doe ik dus. Ik beantwoord de knuffels. Knuffels zoals die van mijn handenbindertje, maar ook bijnainmewegkruipknuffel van het meisje dat 's ochtends als ze op school komt al een paar ruzies van haar grote broers  heeft overleefd, de goedmaakknuffel van de jongen die net boos op me was die niet wilde luisteren, de vrolijke jufikvindjezoliefknuffel van een bijnanietmeerkleuter.


En ik beantwoord ook de plakknuffel van het meisje dat aan iedereen plakt. Aan mij, aan een invaller, aan mijn dochter die een keer meekomt, aan iedereen. Ik stuur haar niet meer weg: hup, spelen jij! Eerst krijgt ze een dikke knuffel terug, want als ze het niet nodig had, kwam ze niet. En hoe meer ik haar voed met warme, gemeende knuffels, hoe minder ze ze nodig lijkt te hebben. 

Handenbindertje zit naast me, zijn armen om mijn arm gevouwen. "Ik vin jou heeuw lief" 

Ik vind hem ook lief, dit handenbindertje. Heeuw lief.

woensdag 19 juni 2024

De o van rond

 "Zeg ken jij de letter o? Van rok en zon en otter."

Ja hoor, ze kennen hem wel, de o. Sommige kinderen hebben hem in hun naam en anderen ook, maar dan hoor je hem niet. Want soms klinkt 'ie als o, maar soms als oo en als 'ie samen met de e staat, is het ineens oe. Maar dan staat 'ie nog steeds wel op het naamkaartje op je stoel, dus dan heb je hem toch goed gevonden.

En dan doen we een mooie ontdekking: "Juf! De o is rond, en rond is ook met een o!"

Nou, dat is wel heel toevallig! En daar houdt het niet op. Want als je de o zegt, dan is je mond ook rond, en rond is met een o, maar mond is óók met een o!

Doorgroeidametje is echt doorgegroeid. Toen ze bij ons binnenkwam was ze onverstaanbaar en had ze geen weet van letters, woorden en boeken. Nu roept ze, wijzend naar de klok boven ons digibord: "Juf! Klok! Ook rond, en een o!"

Nou, 't is toch niet te geloven! De klok is ook rond en ook met een o. En dan is het hek van de dam. Want de zon is óók rond en met een o, en een kopje óók en een kom óók! 

Ondertussen voel ik toch langzaam de didactische behoefte om deze wetmatigheid te doorbreken, niet alle ronde dingen zijn tenslotte met een o.

"Hmmmm..... maar is het wel altijd zo? Het klopt bij klok, en bij zon, en bij kopje... maar hé! De tafel is óók rond, maar niet met een o. Het is dus niet altijd zo."

Meteen word ik gestraft voor mijn juffigheid. 

"Jawel hoor juf!" Blond ventje zit in groep 1, maar doet lekker mee. "TA-FOL! Wél met een o!"



dinsdag 4 juni 2024

Zwolle, 18 juni 1978

Vandaag kreeg ik een brief van mijn moeder, aangetekend nog wel. 

Voorzichtig open ik de envelop. Om het dunne papier niet te beschadigen is een op maat gesneden stukje karton meegestuurd in de envelop. Zorgvuldig en liefdevol, zodat ik dit kostbare pakketje onbeschadigd zou ontvangen.

Rechts bovenaan staan de plaats en de datum van schrijven: Zwolle, 18 juni. Zonder jaartal.

Ik weet het jaartal wel: 18 juni 1978.  De brief is niet gericht aan mij, maar aan vrienden van mijn ouders. En Zwolle is niet de woonplaats van mijn moeder op dat moment, maar daar stond het ziekenhuis waar ze lag, al ruim twee weken schrijft ze. Ik herken het handschrift van mijn moeder, maar het is onregelmatiger dan ik gewend ben. Geschreven in een ziekenhuisbed, misschien met een tijdschrift als ondergrond, onderbroken door onderzoeken, bezoekuren en vermoeidheid.


46 jaar lang is de brief bewaard, ergens tussen een stapel papieren. Ik stel me zo voor dat het tijd werd om eens wat op te ruimen, de stapels met papieren eens door te gaan. Geboortekaartjes, vakantiegroeten, overlijdensberichten, misschien een brief over het schoolreisje van de kinderen, of een tekening die ze maakten. Wat kan bij het oud papier? Wat bewaren we? 

En toen deze brief. Misschien hielden ze de adem even in; een brief van Coba. Wat doen we? Bewaren? Maar wat doen we er nog mee? Maar bij het oud papier... dat kan ook niet. Nee, dat voelt niet goed.

En zo kwamen ze bij mijn tante. Of zij misschien belangstelling had voor deze brief, die lang geleden werd geschreven door de jonge, zieke vrouw van haar broer. Zeker had ze belangstelling,  niet voor zichzelf, maar om hem zorgvuldig met een kartonnetje in een envelop te schuiven en aangetekend op te sturen. Naar mij.

En nu heb ik een waardevol document, een puzzelstukje dat ik nog niet had. Ik heb een map vol brieven en kaarten die mijn moeder kreeg toen ze in het ziekenhuis lag. Beterschapswensen, hartelijke groeten, een brief van iemand die met haar de zondagsschool leidde,  ook een brief van de vrienden aan wie mijn moeder schreef, en een getypte brief van mijn opa, waar mijn broer en ik op dat moment tijdelijk woonden, en die smakelijk vertelt over hoe het ons vergaat. Het gaat goed. We eten ze de oren van het hoofd ("We moesten ze gewogen hebben!") en ze moeten wennen aan hoe vroeg we wakker zijn. Maar ook "Ze zijn zo leuk en blij". 

Maar een brief de andere kant op, van mijn eigen moeder, die had ik nog niet. Nooit heb ik iets gelezen over hoe ze het zelf heeft ervaren, het ziek zijn, de onzekerheid, het niet weten. Want dat is wat ze schrijft: ze weten nog niets. Ze heeft pijn en ook koorts, en is afgevallen, nog maar 59,4 kg weegt ze. Maar waar het van komt, ze weten het niet. Als ze daar nou maar achter komen, dan kunnen ze iets gaan doen. Ze is rustig, geduldig en vol goede moed. 

Een paar dagen later, op woensdag 21 juni, weten ze meer. Weten ze meer dan ze ooit hadden willen weten. En 2 dagen later komen de eerste brieven en kaarten binnen waarin geen beterschap meer wordt gewenst, alleen nog maar sterkte, Gods zegen en in onze gebeden zijn we bij jullie.

Voorin de map met kaarten, in het plastic inschuifhoesje, zit het in memoriam dat de dominee in het kerkkrantje schreef: Op 10 september is naar haar vader in de hemel gegaan Coba Bos, nog maar 31 jaar oud. 

En daarna lovende woorden over hoe ze haar ziekte droeg, zoals het hoort in een in memoriam, maar de woorden voelen gemeend. Bewondering voor een moedige, gelovige jonge vrouw die wat er gebeurde in rust kon aanvaarden. Ik bekijk het met de brief in mijn hand met nieuwe ogen. 

Vandaag is mijn moeder weer een beetje dichterbij gekomen, is mijn beeld weer een beetje completer. Weer iets meer om te koesteren.

Hoewel ik nog maar 5 was toen ze overleed, denk ik dat ik mijn moeder inmiddels aardig ken. 

Mijn tante schreef: Ik herinner me haar als een zeer lieve moeder die altijd met jullie bezig was. Huishouden stond bij haar op nummer 2.

Ik wist het wel... ik lijk op haar!


woensdag 29 mei 2024

Mag je zonder jas?

 "Juf, ik heb een nieuwe regenjas!"

't Is een goed idee, een regenjas, want op dagen als vandaag is het nooit zeker of je droog overkomt. 

Blonde vrolijkerd is vroeg op school gekomen om samen met mij en een klasgenootje naar de gymzaal te lopen, waar we de schooldag net als elke woensdag zullen beginnen. En Blonde vrolijkerd heeft een nieuwe regenjas. Hij haalt hem uit zijn tas en laat hem trots zien. Hij is mooi en ook handig, want hij is dun en waterdicht. En hij past in het voorvakje van zijn tas.

Als we even later vertrekken naar de gymzaal, legt Blonde vrolijkerd zijn tas in de tassenbak. "Dat is handig, dan hoef ik die niet te tillen." Maar je regenjas dan? Blonde vrolijkerd haalt zijn schouders op. Het is droog. Waar heb je dan een regenjas voor nodig?

Na de gymles lopen we weer terug naar school, met de hele groep nu, Het regent een beetje. Maar dat geeft niet, want we zijn niet van suiker. 

Halverwege ons wandeltochtje is het opgehouden met zachtjes regenen en als verzopen katjes komen we op school aan. Goedgemutste verzopen katjes, dat wel. Blonde vrolijkerd concludeert met een grijns dat zijn regenjas best handig was geweest. Maar zijn haar zit wel grappig, en het mijne ook. De regen doet leuke dingen met kapsels.

Als we 's middags naar buiten gaan, is het nog wat grijs en fris, maar droog.

"Juf, mag je zonder jas?"

"Hm... Als je korte mouwen hebt, moet je wel even je jas of een vest aandoen, maar als je lange mouwen hebt, mag je wel zonder jas."

Voor sommige kinderen is het nog een beetje verwarrend.

Grietje met een langemouwenshirt staat voor me en vraagt:
"Juf, mag ik korte mouwen?"
"Je bedoelt denk ik "mag ik zonder jas? " Ja, dat bedoelt ze, en dat mag. 

"Glimoogmannetje, jij hebt korte mouwen, je moet even je jas aandoen."
"Maar... Ik ga naar de wc!"
"Haha, nee daar heb je je jas niet voor nodig. Als je naar de wc gaat, hoeft je jas niet aan."

Het is gezellig buiten. Er wordt geklauterd, geduikeld, er is een nieuw voetbalplekje en rond de nieuwe waterbaan is het een drukte van belang. 

"He, Glimoogmannetje, jij hebt korte mouwen, waarom heb je je jas niet aan?"
"Ja maar.... jij zei toch: "Als je naar de wc bent geweest hoef je je jas niet aan!"

Niet veel later breekt de zon door. Zoals altijd zijn de voetballers de eersten die oververhit raken. De jassen mogen uit, als ze ze maar even netjes ophangen.

"Ik wil deze niet meer!" Terwijl watnounetvier langsfiets werpt ze me haar jas toe. Met bijna dezelfde vaart werp ik de jas terug over haar schouder. Prima, dan hang je 'm maar even aan de kapstok. Dat was niet de bedoeling. Want al is ze net vier, ze deelt graag de lakens uit. En de jassen, kennelijk. Watnounetvier kiest eieren voor haar geld, laat haar fiets staan en brengt haar jas toch maar zelf naar binnen.

Tegen de tijd dat de kinderen naar huis gaan, begint het een beetje te regenen, en even later komt het met bakken uit de hemel. Gelukkig heeft Blonde
vrolijkerd een regenjas in het voorvakje van zijn rugzak zitten....

woensdag 15 mei 2024

Buiten gebeurt het

 "Juf, wat doen die meneren?"

Terwijl we ons na de gymles in onze kring installeren, wordt direct voor ons raam een stellage in elkaar geknutseld. 

"He, op zo'n steiger werkt mijn papa ook altijd!" 

Het is niet de papa van Albijnaprofvoetballer die even later de steiger opklimt, maar twee jonge mannen. En wat ze gaan doen, ik weet het eigenlijk ook niet. De rest van de dag hebben we uitzicht op benen. Staande benen, soms zittende bennen met een stukje lijf eraan. 

Weet je wat het is, als er een steiger voor het raam van de klas wordt gezet? Dan wordt wat er binnen gebeurt spontaan een stuk minder interessant. De h is de klank van de week, maar de steiger trekt de aandacht. Zelfs eten wordt een bijzaak. Als je op de lichtbak klimt, kun je naar buiten hangen en kijken wat die meneren doen. Nooitopzijnstoelventje, die tegenwoordig heus soms best een paar minuten achter elkaar rustig in de kring kan zitten, als er maar geen steiger voor het raam staat, brengt verslag uit.

"Ze zijn aan het schoonmaken!" 

Nieuwsgierigheid is aanstekelijk. Binnen de kortste keren staan ook Poppenkind, Minimeisje en Blond Bonkie bij het open raam, op het punt om op de lichtbak te klimmen. Dat dat niet mag weten ze, maar nieuwsgierigheid neemt graag een binnendoorweggetje door hun hersenen. Zulke binnendoorweggetjes gaan nooit langs magnietborden. Voor ze beginnen met klimmen roep ik ze terug. Gauw op je stoel, we gaan zo wel even kijken, als we ons fruit ophebben.

Dat kan je wel willen als juf, maar zo werkt dat niet. De aandacht is niet bij banaan, appel en mandarijn vandaag, en al helemaal niet bij de bekers water (pak maar een handdoek en dep het maar een beetje droog). 

"Jongens, zet allemaal je eten en drinken maar even neer en kom bij de deur staan. We gaan EERST even kijken. We lopen stil door de gang en buiten gaan we even rustig bij de werkmannen kijken. We gaan niet schreeuwen, want dan schrikken ze misschien wel en straks vallen ze nog naar beneden. Dat willen we natuurlijk niet." Nee, niemand wil dat die meneren vallen. "Mogen we wel zachtjes hoi zeggen?" Ja, hoi zeggen mag.


En dus staan er even later 25 kleuters en twee juffen naar boven te kijken. Er wordt inderdaad schoongemaakt.

"Hoi!" Meisjemetvlecht fluistert het bijna. Ze wil natuurlijk geen buiteling van onbekende mannen van een steiger op haar geweten hebben. Maar als je zo zachtjes hoi roept, dan komt er geen antwoord.

"Hohoi!" Iets harder, maar niet hard genoeg. De meneren zeggen nog niks terug.

"Hohoi!" klinkt het nu uit meer monden. Ze houden zich nog steeds keurig in. Gelukkig, de meneren horen het voor het volume uit de klauwen loopt. Een beetje schuchter kijken ze om en zeggen ze "hoi" terug. Ingewikkeld hoor, een groep kleuters, als je steigers en gevels gewend bent. Je zou er verlegen van worden.

" We komen straks nog wel even kijken", beloven we. Dat mag gelukkig.

Even later zien we de ware reden waarom deze twee jongens de steiger hebben neergezet: Het nieuwe logo wordt op de school geplakt, precies boven ons raam! Het is erg mooi, een vuurtoren staat erop. Met de naam van onze school: Cbs De Haven. 

"Juf! Kijk! De hoofdletter H! De klank van de week!"

Zelfs de klank van de week gebeurt buiten vandaag.



vrijdag 12 april 2024

Uit zijn hangmat de leerkuil in

 "Hangmathanger, gaat het goed met je?" 

Hangmathanger kijkt niet op, maar schudt nauwelijks zichtbaar zijn hoofd. 

"Heb je iets van me nodig?"
"Nee, voorlopig niet."

Hij hangt veel en graag in zijn hangmatje. Tijdens rekenen, tijdens spelling, tijdens begrijpend lezen. Het gaat hem allemaal makkelijk af en hij hoeft zijn hangmat er niet voor uit. Als hij al zijn werk keurig  en vrijwel foutloos doet, heeft hij nog zat tijd en hersenen over voor iets extra's en om hier en daar nog wat gekkigheid uit te halen.

Hangmathanger ligt goed in de groep. Voor zijn sociale leven hoeft hij ook zijn comfortabele plekje niet te verlaten. Hij heeft inzicht in de sociale processen die anderen overkomen en kan ze bijsturen in de richting die hij prettig vindt. 

Echt zijn best hoeft hij niet zo vaak te doen. Maar nu is hij aan het tekenen. Niet omdat hij dat zo leuk vindt, maar omdat het een opdracht is in de verdiepingsgroep, zoals onze plusklas heet.

Als er iemand in de verdiepingsgroep hoort, is hangmathanger het wel. Want een hangmat is lekker, maar je leert er niet zoveel. En je leert er vooral ook niet omgaan met je frustraties als iets niet in een of twee keer lukt, je leert er niet plannen, niet doorzetten, niet reflecteren en je werkwijze aanpassen. Vaardigheden die je in je latere leven wel nodig hebt, en het is handig als je alvast een beetje kunt oefenen voor je van de basisschool komt.

Hangmathanger is zich bewust van het nut van de opdrachten in de verdiepingsgroep. En meestal vindt hij ze nog leuk ook. Maar nu niet. Hij moet tekenen en mag zich er niet met een jantje-van-leiden van afmaken. Het is een samenwerkingsproject en bovendien wordt het tentoongesteld. En daar vliegt hij, hup, uit zijn hangmat de leerkuil in. 


De opdracht die ik de verdiepingsgroepen van groep 5 t/m 8 laat uitvoeren is pittig. Ik heb schilderijen afgedrukt op A4-formaat en vervolgens in reepjes geknipt. Elk kind krijgt een reepje en een strook met een lengte en breedte van twee keer het reepje. En nu moeten ze elk hun eigen reepje vergroten. 

Meten, kleuren uitzoeken, overleggen met je buren, zorgen dat het precies klopt en exact aansluit. Eerst schetsen, want als het niet klopt moet je kunnen gummen. En wie niet eerst nadenkt en toch onbezonnen begint met kleuren, loopt de kans dat het (deels) over moet.

Hangmathanger is niet de enige die diep in de leerkuil zit. . Ietsminderpaniek kwam de eerste les gefrustreerd bij me. Hij wist niet hoe hij moest beginnen, en hij wilde het eigenlijk ook niet. 

"Weet je wat, ik KAN een bruggetje voor je bouwen, dan kun je zo over de leerkuil heen."

Daar had Ietsmindepaniek wel oren naar.

"Ik kan van jouw strookje een uitvergrote kopie maken. Dan hoef je niet te tekenen, dan hangen we die gewoon tussen de getekende stroken van de anderen."

Even was ik bang dat hij ja zou zeggen. Een half jaar geleden had hij het waarschijnlijk gedaan. Maar nee, dat was hem toch zijn eer te na. "Nee, ik wil wél tekenen..." 

En dus is hij aan het werk gegaan. En het lukte. Hij ging snel en was als eerste klaar. En het klopte... niet. Hij had niet goed gekeken, niet goed gemeten. Scheef getekend en slordig gekleurd. Wat nu? Hij wilde wel graag dat het goed was. En dus ging er een stuk papier over de helft van zijn strook heen. Tot twee keer toe. En hij heeft het voor elkaar gebokst. Het klopt, nu echt.

En zo worstelt ieder in zijn eigen leerkuil. De een klimt er makkelijk uit. Bij de ander komt de frustratie er bij de ogen uit. Maar niemand heeft met potloden gesmeten of zijn werk verfrommeld.

Vandaag is de tentoonstelling. Stralend laten Hangmathanger en Ietsminderpaniek het werk aan hun ouders zien. Trots van top tot teen. En daarachter straal ik, gloeiend van trots. Het resultaat is fantastisch, mooier dan we ooit van tevoren hadden kunnen bedenken. 

En het proces, de weg naar het resultaat, was een weg van pieken en dalen, verdwaalwegen en kronkelweggetjes en dwars door de leerkuil, maar jongens, wat hebben we veel geleerd en wat zijn we blij dat we die reis gemaakt hebben.