"En jij hebt ook helemaal geen roze.."
Aan de andere kant van de schutting hoor ik een donkere stem grinnikend een jongetje uit de buurt van repliek dienen. Nog geen twee tellen later gaat de poort open en ik zie mijn zoon van 13 de tuin binnenkomen, met op zijn rug de roze bloemetjestas van zijn zusje. Het duurt even voor het kwartje valt. Die donkere stem, dat was de stem van mijn zoon, die ik even niet had herkend. Het past in het plaatje. Hij groeit, mijn zoon. Zijn lengte schiet omhoog en zijn stem omlaag.
Hij had liefdevol, en uit eigenbelang, legt hij uit, want zijn telefoon zat erin, de tas van zijn zusje mee naar huis genomen, en het buurtjongetje had, terwijl hij zelf iets rozes aan zijn schoenen aan het bevestigen was, hem uitgelachen. De tijd dat hij zich dat soort dingen aantrok behoort tot het verleden. Hij geeft een opmerking terug, haalt zijn schouders op en gaat door met wat hij aan het doen was.
Mijn zoon is groot en klein tegelijk. Hij vindt het met zijn 13 jaar nog steeds leuk als zijn moeder een shirt voor hem naait. En dat hoeft geen standaardshirt te zijn. Deze keer werd het een luiaardshirt. Ik vond een lap stof, een schot in de roos. Het patroon dat ik graag voor zijn shirts gebruik bleek echter niet meer te voldoen. De grootste maat van dit jongensshirt gaat hem gewoon echt niet meer passen. Gelukkig bestond er ook een volwassen versie van dit patroon en dus heeft mijn zoon nu zijn eerste officiële mannenshirt. Dat is, in combinatie met die lage bromstem, toch echt een teken dat hij jochie-af is.
Gisteren kwam hij kijken bij zijn zusje, die koningsspelen had. Hij stond langs de kant en werd gevraagd mee te doen. Zo stond hij voetballen door gaten (oke, tegen de lat) te schieten tussen kinderen die 4 jaar jonger, maar toch, ondanks zijn herenmaat, nauwelijks kleiner waren dan hij. En zo maakte hij een prachtige net-niet-redding toen een motorisch zwak klasgenootje van zijn zus dat op eigen kracht nooit zou scoren op zijn doel schoot. Genieten als een jochie, inzicht en mededogen als een volwassene.
En zo at hij tussen de veel jongere kinderen met veel smaak zijn worstenbroodje, en reed hij even later bij tekort aan fietsouders als begeleider mee in de groep van zijn zusje, om te zorgen dat ze veilig de grote drukke autoweg over konden steken.
Stoot ik keihard (echt snoeihard) mijn scheen aan de klep van de afwasmachine, dan is mijn zoon degene die een icepack voor me haalt. Heb ik een gat in mijn zelf gehaakte en zeer geliefde zijden sjaal, dan is hij degene die de volgende ochtend aan me vraagt of het me gelukt is om het te repareren. Valt zijn zusje, dan helpt hij haar overeind. Heeft zijn grote zus slecht gepland, dan helpt hij haar met het maken van een filmpje voor school.
Mijn schoondochter boft maar. Ze is nog niet in zicht, maar sjonge, je zou maar zo'n man treffen later....
Wat mooi geschreven Yvonne! En wat heb je een goed zicht op je zoon! Je zou van het geheel nog wel eens een boek kunnen maken, zo boeiend is het geheel...Groet, Aletta
BeantwoordenVerwijderenMooi geschreven! Mag ik je schoondochter zijn? Mmmmm, toch maar niet. Een beetje te oud! Hihi....
BeantwoordenVerwijderen