maandag 19 december 2022

50 brieven - het doet ertoe

Er zijn van die geijkte terugkijkmomenten. Oudjaarsdag bijvoorbeeld; hoe was het afgelopen jaar, welke hoogte- en dieptepunten hebben we beleefd? De verjaardag van  je kind: toen je geboren werd was opa een muurtje aan het bouwen... Dat muurtje moest toen maar even wachten.

Ik werd 50, bijna een maand geleden. 50 jaren om op terug te kijken. 50 jaren die niet altijd over de snelweg gingen, en ook niet altijd langs rustige provinciale wegen, maar ook over hobbelige weggetjes met kuilen en scherpe stenen en diepe afgronden ernaast, dwaalwegen en waarbeniknouweerpaden. Maar ook prachtige uitzichten, adembenemende landschappen en kronkelpaadjes van na elke bocht ontdek je wat.

In die 50 jaren hebben veel mensen even of langer met me meegelopen. Sommigen mijn hele leven, anderen alleen toen ik klein was, of juist pas sinds kort. Mensen die me gewoon gezelschap hielden op mijn reis, die me de weg wezen, die me vasthielden als ik bijna in de afgrond gleed of me overeind hielpen als ik struikelde over een steen. Of juist mensen die mijn voetstappen volgden, die ik de weg mocht wijzen of met wie ik samen op zoek ging naar de leukste paadjes en een zacht bloemenweitje om even samen genietend uit te rusten.

Al die mensen, ze zijn en waren zo waardevol en zo belangrijk, en misschien wisten ze het niet eens. 

En daarom ben ik gaan schrijven. 50 brieven. 50 brieven aan 50 mensen die iets hebben toegevoegd, verschil hebben gemaakt. Een bijzondere onderneming en een reis op zich. Ik kocht mooi briefpapier en kleurige postzegels en ging aan de gang, mezelf maar een paar restricties opleggend: met de hand geschreven, eerlijk, en niet meer dan een blaadje per persoon, twee kantjes, anders was het eind zoek. Er ging een begeleidend briefje bij met het waarom van mijn schrijven en dat iedereen zelf mocht weten of 'ie terugschreef. 



Ik schreef aan mijn tante, aan een vriendin van vroeger, een vriendin van nu, vriendinnen van vroeger en nu, van bijna heel mijn leven.

Ik schreef aan de kleuterjuf uit de tijd dat mijn moeder overleed. Nu, als volwassen juf van een kleutergroep kan ik me slechts inbeelden hoe diep zo'n gebeurtenis je als juf moet raken. Ze deed iets bijzonders en maakte verschil: de andere kleuters hadden een door hun moeder gemaakte gymtas. De juf maakte die van mij: Een witte katoenen tas met aantrektouwtjes en een applicatie van Bobo het konijn, speciaal voor mij. 


Ik schreef aan de lieve invaljuf van de lagere school, die net een beetje meer voor me zorgde dan voor een ander kind, en die bovendien zo heerlijk voorlas uit Kruimeltje, elke keer als ze er was een stukje verder. Ademloos luisteren en stiekem van binnen een beetje juichen als de echte juf of meester ziek was.

Ik schreef aan mijn klassenleraar van de middelbare school, die zag dat elke dag koken voor een 15-jarige puber invloed kan hebben op schoolprestaties en daarom een goed woordje voor me deed bij de rapportvergadering. Ondanks de normering ging ik over van de derde naar de vierde.

Ik schreef aan mijn mentor op de Pabo, die mij overeind trok toen ik dacht dat het niet meer ging lukken en me als cadeautje 3 stronkjes witlof gaf toen ik na zeven jaar studie met lof afstudeerde,  witlof met een lintje erom.

Ik schreef aan de directeur van de eerste school waar ik werkte, die zag wat ik nog te leren had en bereid was me dat te leren, ook in haar vrije tijd. Ze zag wie ik kon zijn en wees me een stukje de weg. En aan de adjunct-directeur, met wie ik zulke mooie gesprekken had. We  lieten elkaar stralen.

Ik schreef aan collega's, aan vrienden van mijn vader, aan buren van vroeger. 

En ik schreef aan de belangrijkste mensen in mijn leven, mijn man en mijn kinderen. 

50 mensen kregen een brief, onverwacht, onaangekondigd. En hoewel ik had geschreven dat ze zelf mochten weten of ze antwoordden, deden ze dat bijna allemaal. Prachtige post, kaarten, brieven, appjes en mailtjes. Veel mensen hadden het nooit door gehad, hoe belangrijk ze waren, dat ze echt verschil hadden uitgemaakt. Dat mijn leven er door hen anders, mooier, leuker op werd. Voor velen was het bovendien de eerste handgeschreven brief die ze in jaren hadden ontvangen.

Het mooiste antwoord kwam van mijn oudste dochter: 50 dingen die ze in de afgelopen 21 jaar van me geleerd heeft: 

- je hebt me geleerd om al het eten te proberen
- maar ook dat het niet erg is om iets niet te lusten
- je hebt me geleerd dat het nooit te laat is om iets nieuws te leren
- je hebt me geleerd dat doe-cadeautjes waardevoller zijn dan heb-cadeautjes
- je hebt me geleerd om nooit pindakaas te eten in openbare ruimtes
- je hebt me geleerd dat verlegen zijn geen probleem is
- en dat het ook geen reden is voor andere mensen om over je heen te praten
- je hebt me geleerd om altijd vriendelijk hoi terug te zeggen, ook al heb je geen idee wie je net groette
- je hebt met geleerd tevreden te zijn met de kleine dingen

en zo nog 41 prachtige, grappige, ontroerende leerpunten. Een cadeau op zich, waarvan ik een kopie in mijn agenda bewaar, die zal meegaan naar mijn volgende agenda en elke agenda die daarop volgt.

Het schrijven van de brieven, en het lezen van de antwoorden, heeft me iets bijzonders gebracht. Het doet me, nog meer dan voorheen, beseffen hoe belangrijk we voor elkaar zijn. Het maakt uit wat je doet, wat je zegt, wie je bent. En dat wist ik al wel, natuurlijk wist ik dat, maar ik ben me er weer even diep van bewust. Wat ik zeg, wat ik doe, wie ik ben, het maakt uit. Het kan verschil maken in het leven van iemand met wie ik even meeloop, een vriend, vriendin, een leerling, of de buschauffeur die ik vriendelijk goedemorgen wens. Het doet ertoe.



woensdag 14 december 2022

De weg terug

"Kijk daar is water."
"Ja, maar nu is het ijs"
"Ik durf daar wil in hoor, als het gewoon water is. Maar dat kan niet want dan word ik opgevreten door de krokodillen en dan ben ik helemaal dood"
"Dan moest je dat maar niet doen he?"

Nee, we blijven netjes op het paadje en zorgen dat we niet in het vijvertje met de krokodillen belanden, ook al is het nu bevroren. Want je weet maar nooit.

Ik loop gezellig keuvelend met een klein opvallend groepje kleuters van school naar de gymzaal. We zijn als eerste aan de beurt en de meeste kinderen worden bij de gymzaal gebracht, maar vier kleuters lopen elke week met mij mee. Drie ervan hebben fluorescerende hesjes aan, want een vierde hesje hebben we niet. Soms lopen we te zingen (a pee cee die ee en jee, ha ie kee paa ellobello wee), maar meestal kletsen we over wat we zien, over het pretpark waar een Ellobellomeisje geweest is, de zwemles van Hobbeljochie of over het broertje van Zachtgenietkleuter.

Als we bijna bij de gymzaal zijn, lopen we over een stoep langs een strookje grasveld waar duidelijk ook veel huisdieren hun dagelijkse rondje lopen met hun baasjes. Nee Ellobellomeisje, we gaan niet in het gras lopen, want daar ligt veel te veel hondenpoep.

"Ik weet waarom honden poepen!" Zachtgenietkleuter heeft hier kennelijk een studie van gemaakt. "Nou, vertel eens, waarom poepen honden?" "Nou, als ze dan de weg kwijt zijn, dan kunnen ze gewoon de poep volgen en dan komen ze wel weer thuis!" Ik moet toegeven, dit is nieuwe kennis voor mij.

De gymles verloopt vrolijk. De gymjuf heeft wel zes verschillende activiteiten klaargezet en we verdelen de klas in kleine groepjes. We balanceren, mikken ballen uit een kerstboom, mikken versieringen in een kerstboom en schommelen op de arrenslee. En we versieren de kerstman, of een levende kerstboom. Telkens wordt er heen en weer gerend om touwen, hoepels, pittenzakken en ringen om een kind te hangen, steeds mooier. 


"Juf! Mogen we jou versieren?" Blond pretoogje, Grote Vrolijkerd en Rustigtoekijkventje komen naar me toe gerend. Ik voel er wel voor vandaag, versierd worden. Met een beetje hulp van de gymjuf, want mijn hoofd is natuurlijk wel erg hoog en vrij onbereikbaar voor een kleuter, versieren ze me zoals ik nog nooit versierd ben.

Het slaat nogal een gat in mijn dag, mijn enige dag met de kleuters, zo'n gymles. Maar ik geniet er ook ontzettend van. Ik zie hoe kleine vent met donkere ogen, die in de klas best onzeker kan zijn, in de gymzaal tot bloei komt. Mikken, springen, balanceren, met zijn lenige, handige lijf is hij de grootste en stoerste klasgenoten de baas. Ik zie hoe Nietmeerzominimeisje grote hoogtes en smalle randjes eng vindt, maar spelletjes wonderlijk snel doorziet, en vooral hoe leuk alle kleuters de gymlessen vinden.

En na de gym lopen we met de hele groep terug naar school. Toch handig, zo'n stoep langs een poepveldje, kunnen we in ieder geval niet verdwalen...


donderdag 1 december 2022

Samen

 "Ze worden steeds slimmer he?"

Mijn stagiair komt grinnikend naar me toegelopen. Hij heeft iets gezien dat mij is ontgaan. Ik kijk om me heen en zie niets bijzonders. De kinderen zijn lekker aan het spelen, het is rustig en gezellig in de klas. Dat op zich is het best waard om genoemd te worden, zo in de week voor het grootste kinderfeest van het jaar. 

Mijn stel lijkt weinig hinder te ondervinden van de onrust die heerst in andere kleutergroepen en
gezinnen met jonge kinderen. Vanochtend hebben we pietengym gedaan. op het dak klimmen en pakjes door de schoorsteen gooien, klauteren, balanceren over een hoge wiebelende balk, springen, zwaaien, we kunnen het allemaal. Alle kleuters hebben trots hun pietendiploma in ontvangst genomen. De Sint hoeft zich weinig zorgen meer te maken over het pietentekort, ik heb er zo 21 die hij kan lenen, mocht de nood aan de man zijn.

En nu zijn we in de klas aan het werk. Ik-weet-wat-ik-wilmeisje heeft al twee grote puzzels gemaakt. Ze dacht dat ze dat niet kon, puzzelen, maar ineens heeft ze het door. Twee puzzels van 49 stukjes, en samen zijn we trots. Ik plak een sticker op haar hand, want zoveel doorzettingsvermogen mag gevierd. worden.


Kleine dondersteen en kleine druktemaker zijn vandaag niet aan het donderstenen en aan het druktemaken. Ze zijn ook aan het puzzelen, een nog grotere puzzel. Met zijn tweetjes. Op de tafel. Niet alleen de puzzel ligt op de tafel, ze zitten er zelf ook bij. Het mag eigenlijk niet, een tafel is niet om op te zitten. Maar het gaat zo gebroederlijk en gezellig, en ik kan nog best een poosje langer zonder gedondersteen en gedruktemaak. Ik laat het gaan en even later komen ze trots laten zien dat de puzzel helemaal af is. 

Minidromertje is aan het borduren, helemaal langs het randje van een borduurkaart, en mijn veelvoelbommetje maakt een horloge. Hij kijkt naar de klok, een beetje geholpen door juf Marja (en na de 6 komt de...?) en schrijft de cijfers het rondje dat hij heeft getekend. We mochten eigenlijk niet tekenen 's ochtends, maar ik besef dat het leven van zowel veelvoelbommetje als juf veel gemakkelijker is als ik dit een rekenactiviteit vind en dus toesta. Even later loopt hij trots met zijn horloge om zijn arm door de klas. 

In de middag mag het wel, tekenen en kleuren. Ik zet Sinterklaasliedjes aan op het digibord en al tekenend zingen de kinderen mee. Zelfs pretoogje en grote vrolijkerd, twee echte speelkleuters die graag bouwen en sjouwen zijn aan het kleuren, Samen op een kleurplaat, want in hun eentje krijgen ze 't toch nooit af.


Ik kijk mijn stagiair vragend aan. Steeds slimmer? Wat bedoelt hij nou?

Slimme tante en keurig dametje hadden bij hem in de buurt gespeeld. Heel toevallig moeten ze altijd net tegelijk naar de wc, gek is dat. En dan duurt het altijd best een poosje tot ze weer terug zijn. Sommige dingen gaan nou eenmaal sneller in je eentje. Dus als ze samen bij me komen "Juf, ik moet plassen!" "Ik moet ook plassen!" dan weten ze heel goed wat het antwoord is. Eerst slimme tante, en als slimme tante terug is mag keurig dametje. Of andersom, maar niet tegelijk. 

Deze keer was alleen keurig dametje bij me geweest. "Juf, mag ik plassen?" Ze stond er alleen en het mocht. Maar ze had me mooi tuk, want ze was helemaal niet alleen. Slimme tante was er al, die had het alleen niet aan mij gevraagd, maar aan mijn stagiair. Alleen gaat sneller, maar samen is veel gezelliger!

Grijnzend kijk ik hem aan. Ja, ze worden steeds slimmer. 


donderdag 24 november 2022

Hard zingen

 "Zij komt ook in de bibliotheek!"

De tv staat aan en we luisteren vermaakt naar Francis van Broekhuizen die iets vertelt over haar boek 'Bij twijfel hard zingen', haar zangcarrière, Maria Callas, of het koningshuis of zo. Maakt ook eigenlijk niet uit waar ze over vertelt, ze weet ons altijd vrolijk te krijgen.

"Wat? Wanneer?  Hoe weet je dat?"

Ze had een affiche gezien op de deur van de boekwinkel, mijn jongste dochter. En ze had een mentale aantekening gemaakt: Dit moet ik thuis even vertellen.


"Francis van Broekhuizen komt een lezing geven in de bibliotheek, ergens in november, weet niet precies meer welke dag, over haar boek. En je kunt kaartjes kopen bij de boekhandel."

Het boek ligt al op tafel. Een heerlijke verzameling vol gezellige verhalen, grappige anekdotes, en mooie herinneringen. Ik lees het in de nazomer op mijn bankje buiten in de zon, in de trein op weg naar mijn eigen koorrepetitie, tijdens de orkestrepetities van de kinderen. Glimlachverhalen, met grinnikstukjes en hardop-in-de-lachschietzinnen, en hier en daar een wegslikmomentje. 

Ik raak ontroerd door het stukje van het Stekelvarkentjes Wiegelied. Het lied van Annie M.G. Schmidt dat ik al voor mijn oudste dochter zong voor ze geboren werd, en dat ze herkende toen ze in de wieg lag. Altijd werd ze stil als ik zong. Maar als ik het Stekelvarkentjes Wiegelied zong, dan werden haar ogen groot en slurpte ze de melodie op. Ik zong het terwijl ze onder narcose ging toen ze als kleuter werd geopereerd aan haar amandelen en toen ze weer wakker werd op de uitslaapkamer. 

En Francis, die zong het op haar conservatoriumexamen. Da's lef hebben, je weet niet hoe het valt. Het viel goed, en ik snap de examencommissie, die het stuk unaniem het allermooiste van het examen vond.

De dag na de aankondiging van mijn dochter koop ik een kaartje voor de lezing, die nog ruim een maand op zich zal laten wachten. Een paar dagen later is er een schuine strook papier op de poster geplakt: Uitverkocht. Ik was mooi op tijd, en prijs mijn dochter om haar oplettendheid.


De bibliotheek is afgeladen. Boekenkasten zijn aan de kant geschoven en als ik, ruim op tijd, binnenkom is de zaal al meer dan half gevuld. Het geeft niet, ik vind een prima plekje en wacht op het begin.

De mevrouw van de boekwinkel vertelt met rode wangen hoe blij ze is dat het gelukt is om deze avond te organiseren, en dat er veel meer aanmeldingen waren dan plaatsen. Wij in de zaal voelen ons een beetje uitverkoren: Wij zijn erbij!

Al snel geeft ze het woord over aan Francis, die het gretig aanneemt. Ze begint te praten en houdt niet meer op. Een beetje als de aapjesautomaat bij de V&D vroeger: Je stopt er een kwartje in, en dan begint de muziek. Een minuut lang ademloze bewondering en ultiem plezier. Alleen duurt het bij Francis geen minuut, maar meer dan een uur, en als ze niet nog heel ver naar huis had moeten rijden had ze zo nog veel langer door kunnen gaan. 

Ze vertelt, ze lacht, ze gooit haar cola om en maakt het graag zelf even schoon met een doekie, ("Ik ben HEEL onhandig, hebbu het al door?") Ze vertelt zoals ze schrijft, en ze schrijft zoals ze praat. Over de nonnen, over zangavonden met haar vader, eindeloze punnikkoorden en de Sound of Music. 

Wij in het publiek, wij hangen aan haar lippen en rollen zo nu en dan bijna van onze 100 stoelen van het lachen. We worden omvergeblazen als ze gaat zingen. In deze zaal vol boeken en mensen en met vloerbedekking op de grond, met een akoestiek van likmevessie, schalt haar stem door de ruimte alsof we in een concertzaal zitten. 

Aan het eind van de lezing neemt ze alle tijd voor het signeren van haar boek. Voor iedereen heeft ze aandacht, ze maakt grapjes of een lieve opmerking. "Da's een mooie lichte rolstoel waar u in zit", zegt ze tegen een man die bij haar signeertafel komt aanrollen. "Ja, 't is natuurlijk kut dat u hem nodig heb, maar 't is wel een mooi ding!" Er volgt een gesprekje dat razendsnel de diepte ingaat dankzij het volledige gebrek aan schroom en dat wordt afgesloten met "Kom op been! Zet 'm op he, je kunt het!"

En ze gaat op de foto met iedereen die dat wil. Zonder pardon neemt ze een telefoon uit je handen voor een selfie. Ze is er handig in geworden, en als zij het doet, gaat 't een stuk sneller dan als al die zenuwachtige fans zelf het goeie knopje moeten vinden. 

"Wil je nog een foto?" vraagt ze ook aan mij nadat ze mijn inmiddels uitgelezen boek heeft gesigneerd. Ik twijfel. "Of durf je 't niet te vragen?" Hm, nee, dat is het niet, maar ik vind de woorden voor mijn twijfel niet.

Ik doe niet aan idolen. Ik hou er niet van, van het opzien tegen iemand die bekend is van tv, van de politiek of van wat dan ook. Van het op de foto gaan met grootheden, die zichzelf vaak vooral heel groot en belangrijk vinden. Ik heb het niet op voetstukken. 


Maar voor me zit geen grootheid. Geen blaaskaak. Voor me zit een flapuit, een maf mens met een dijk van een stem, die zichzelf niet belangrijker vindt dat wie dan ook in het publiek, maar die het gewoon heerlijk vindt om een avond te vertellen en te zingen en mensen te vermaken. En ik ga overstag. Ik geef mijn telefoon uit handen en ontvang een stralende herinnering aan een heerlijke avond.

woensdag 9 november 2022

Applaus!

Het is een dag met teveel. Eigenlijk past het niet.

Zo hebben we het Nationaal Schoolontbijt, vanochtend aan het begin van de dag. Alleen hebben we dan ook onze gymles. Hartstikke leuk, zo'n schoolontbijt, maar we vinden gymmen ook zo leuk! Dat is

gemakkelijk opgelost. Aan het begin van de dag doen we koprollen, staan we op onze handen en gooien we met ballen en frisbees, en van het ontbijt maken we gewoon een lunch.

Op een dag als vandaag zit twee keer buitenspelen er niet in. Past niet.  Geeft niks, want met dat gymmen en ook nog weer terug naar school lopen hebben we beweging genoeg. Na het gymmen eten we ons fruit en dan gaan we spelen en werken. De meeste kinderen kleuren hun placemat voor de lunch en het is heerlijk rustig in de klas. Ik heb alle tijd om een muts met Spiderman te maken voor rustig jochie. Volgende week wordt hij 6. En hij mag dan rustig zijn, Spiderman is cool.

Om kwart voor 12 zitten we klaar voor de lunch. Broodjes, kaas, kipfilet, appelstroop ("Juf.... ik vin DIE lekker!") en een nieuwe uitvinding: choco-pastinaak. Het schoolontbijt moet gezond zijn, en onze lunch dus ook. En dus hebben vandaag kinderen door heel Nederland zich genaaid gevoeld toen ze dachten dat ze lekker chocoladepasta op hun bruine broodje smeerden. Het ziet eruit als chocopasta, het smeert als chocopasta, je zet je tanden in je broodje en je proeft... Nou, geen chocopasta in ieder geval. Uit solidariteit en nieuwsgierigheid proef ik klein likje. Ik doop het puntje van mijn pink in een potje en stop stoer mijn pink in mijn mond. Zo erg zal het toch niet zijn? Nou... Aan deze uitvinding moet nog wat gesleuteld worden, dat is mijn meest positieve oordeel. Gelukkig gaat de rest van de broodjes en het beleg erin als koek.

Gek eigenlijk, we lunchen elke dag samen, en toch is het vandaag extra gezellig. En een beetje gehaast, want om half 1 krijgen we visite. Visite van een juf die een rekenles komt bekijken. 


De kinderen zijn bereidwillig en ruimen vliegensvlug hun tafels leeg en komen in de kring zitten. 

Ik vraag zeven kinderen om bij mij voor in de klas te komen staan. We gaan ze tellen: makkie. Sommige kinderen maken de opdracht demonstratief wat moeilijker en tellen er doorheen in het Engels. We tellen nog eens: eerst in het Nederlands, en dan in het Engels. Dan zing ik een liedje, over het eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende kind. Ze zingen het zo mee, het is het liedje van de dagen van de week, maar dan met andere woorden.

En dan begint het echte spel. Of de les, het is maar hoe je het bekijkt. Er staan 6 bekertjes op de tafel. We tellen ze en noemen de rangtelwoorden. En dan verstop ik een kastanje onder een bekertje. Iedereen ogen dicht! Spannend! Terwijl ik rondkijk zie ik hier en daar een oog tussen twee vingers door piepen, maar de meeste kinderen zien echt niets. 

Kijk maar weer, onder welk bekertje zou de kastanje liggen? "De vijfde!" Ik draai de vijfde beker om. Geen kastanje. "De eerste!" Nee, ook niet "De tweede!" En ja hoor, daar ligt 'ie. Het is een spel zonder verliezers. Je kunt niet weten waar de kastanje ligt, behalve als jouw oog tussen je vingers door gluurde, en dus kun je het ook niet fout doen. We raden gewoon nog een keer.

Als we het spel nog eens gespeeld hebben, vind ik het tijd voor een uitbreiding. Ik pak er vier bekers bij en zeg:

"En nu krijgen we..."

"APPLAUS!" 

Van achter uit de klas wordt mijn zin afgemaakt. Ik schiet in de lach. "Nee, geen applaus, we krijgen er een paar bekers bij!" We vervolgen de les met 10 bekers en daarna gaan de kinderen in tweetallen oefenen met bekers en kastanjes en met rangtelwoorden. 

We zouden nog spelen en werken, maar het past niet in onze dag. We gaan gewoon lekker naar buiten, we hebben hard gewerkt. 

Aan het eind van de dag kijken we nog even terug. Een propvolle dag, en  het was nog gezellig ook. Eigenlijk hebben we het best verdiend, dat applaus.

woensdag 19 oktober 2022

Mc Donaldsmeneer

Herfst. 

Vanochtend fietste ik nog door de dichte mist en met mijn sjaal warm dichtgeknoopt door het donkere landschap, spijt van mijn besluit dat een muts nog niet nodig was. 

Vanmiddag mogen we metzonderjas. Van mij dan tenminste. Ik ben niet moeilijk met jassen. 

"Juhuf, MOET je je jas aan?" Zolang het niet vriest of juist 30 graden is laat ik de keuze aan de kinderen zelf. Je mag zelf weten of je je jas aan doet als je iets met lange mouwen aan hebt. Heb je hem aangetrokken en je hebt het te warm, dan hang je hem aan de kapstok. Had je hem uit en krijg je het koud, dan trek je hem nog aan. Kinderen kunnen dat prima zelf regelen.

De herfst is een fijne tijd. Op de kast staan prachtige gekleide eekhoorns, we tellen kastanjes, in het Nederlands en in het Engels, we leggen de 5 van herfstmaterialen, er hangen blaadjes voor het raam en we lezen boeken als 'De blaadjesdief',  over een gestreste eekhoorn die zich afvraagt wie zijn blaadjes toch uit de boom jat, een boek dat volgens mijn welingelichte boekverkopende dochter altijd uitverkocht is,  en 'Twee vechtende eekhoorntjes', waarin twee eekhoornneefjes allebei die ene dennenappel willen hebben. Dat lukt niet, want een vogel gaat ermee vandoor, maar ze eindigen wel als vrienden en delen voortaan alles. Kleuterboeken eindigen graag gelukkig en sociaal wenselijk.


We vouwen ook paddenstoelen. Groep 2 heeft dat van de week al gedaan en nu is ons mini-groepje 1 aan de beurt. We kijken op het vouwvoorbeeld wat we moeten doen. Eerst vouwen we de steel, daarvoor vouwen we een vouwblaadje recht dubbel, en dan de hoed. Daarvoor hebben we nog een blaadje nodig, maar dat vouwen we schuin dubbel. Dan hebben we een.... "DRIEHOEK!"

Da's nog niet zo makkelijk hoor, van die grote vouwblaadjes met van die kleine kleuterhandjes, maar het lukt. We plakken de paddenstoelen op groen papier. Lijm smeer je op de paddenstoel, niet op het groene vel. Alles moet je leren als je nog niet zo lang op school zit. Het wordt erg mooi. en dat er hier en daar iets scheef zit geeft niet. Die hoed toch nog ondersteboven (kijk eens hoe mijn hoed eruit ziet... o ja... omdraaien, lijm erop, weer omdraaien en..... op de kop opplakken) ook niet, hij zit toch halverwege, dan hangen we 'm gewoon op de kop. Stippen erop en klaar. 

En nu spelen we buiten, met of zonder jas. Het is gezellig, de zon is goed voor ieders humeur. We rennen, klimmen, schommelen of zitten lekker op een bankje. Een kleurrijke rij kinderen klimt de glijbaan op en glijdt er veel te dicht achter elkaar vanaf. Het wordt een kleurrijke hoop giechelende kleuterlijven, die uit elkaar valt en zich op de trap weer tot een rij vormt.

"Juf, wat wil je bestellen van de Mikdonats?" 

Nou, dat is me nog eens service. Er staat zomaar ineens een Mc Donaldsmeneer voor mijn neus, met

zo'n oortje. Dat oortje heeft 'ie op de grond gevonden, maar het werkt uitstekend. Ik bestel patat en kipnuggets, en de Mc Donaldsmeneer geeft het gewichtig door aan zijn oortje. Draadloos en razendsnel wordt het geregeld. Nog geen halve minuut later staat hij weer voor mijn neus. "Hier is uw bestelling!" Ik neem mijn denkbeeldige feestmaaltijd in dankbaarheid aan. En dan wordt me door de hulpsnackman die achter de Mc Donaldsmeneer aanloopt nog iets in de schoot geworpen: "Deze ook: Djoeoezz!" "O, juice! Krijg ik gratis sap? Lekker zeg, dank u wel!"

Het leven is mooi op het kleuterplein op een zonnige herfstmiddag.

woensdag 5 oktober 2022

5!

Vandaag hebben we dubbel feest in de klas. Spontaan grietje en glimoogjochie zijn op dezelfde dag geboren en ze worden op dezelfde dag 5. Precies vandaag.

Ze zijn thuis al verwend, de een met een politieauto en de ander met kraaltjes en chocola. Goeie cadeaus, daar is iedereen het over eens. En nu zitten ze stralend in de klas, allebei met een feestelijke muts op. Willen jullie samen een feestje, of om de beurt? Om de beurt, besluiten ze, en zo gaat het gebeuren ook. Het feestje van spontaan grietje vieren we bij het fruit eten en het feestje van glimoogjochie bij de boterham. Je hebt er dan ook wel 't meeste lol van natuurlijk, als je je feestjes over de hele dag verdeelt.

Er worden digitale taarten versierd, liedjes gezongen, we dansen en we smullen van de traktaties.

De tweede traktatie is nogal uitgebreid. Voor elk kind is er een zakje met snoep, nog wat snoep, een lolly, twee koekachtige dingen met karamel, een jojo, een stuiterbal... 

"Jongens, je mag nu EEN snoepje of koekje kiezen om op te eten. De rest gaat in je tas mee naar huis. En als je nog geen lolly open hebt gemaakt, eet dan de lolly maar thuis op. Wie zijn lolly al heeft open gemaakt mag hem opeten, maar je MOET op je stoel zitten. We lopen niet met een lolly door de klas." Even later loopt er toch iemand met een lolly in de mond. Mag niet. "Je gaat op je billen zitten en je lolly opeten."

Achter me hoor ik bevestigend. " Ja, ik ga zitten met mijn lolly en billen eten."

Spontaan grietje is jarig zoals alleen een 5-jarige jarig kan zijn. Van top tot teen, van binnen tot buiten en van achter tot voor. Prinsessenrok aan, feestmuts op en een stralende lach van oor tot oor, als het niet verder is. Tot ze valt tijdens de gymles. 

Bij spontaan grietje kan het kleinste druppie bloed leiden tot een groot luchtalarm. "O, spontaan grietje, ik kan wel merken dat je 5 bent!" Verbaasd, met tranen die nog onderweg zijn, kijkt ze me aan terwijl ze opstaat. "Ja?" "Ja, je bent best hard gevallen en je huilt niet eens, sjonge! Wrijf maar gauw over je knieën!" Ze wrijft, stuurt de tranen terug naar waar ze vandaan kwamen en loopt dan rustig, met opgeheven hoofd naar binnen om even haar handen te wassen. Als je 5 bent ben je echt supergroot.

De dag verloopt gemoedelijk. We spelen, werken, tellen, zingen, lachen, lezen, 

We hebben onverwacht bezoek in de klas. Van de juf van groep 3, die OOK jarig is vandaag, maar al veel ouder is geworden dan 5. Voor haar willen we ook best zingen, heel hard.


Er is nog iemand op bezoek, we worden keurig voorgesteld. Vrolijk pretoogje slaat zijn armen om de lege stoel naast zich: "Dit is mijn onzichtbare vriend Niemand!" Geen probleem, zolang Niemand gewoon luistert mag hij erbij. 





Aan het eind van de dag spelen we nog even buiten. Ook dat verloopt gezellig. Zelfs zonder buitenspeelgoed vermaken ze zich prima. Gewoon rondjes rennen is ook heerlijk. 

Spontaan grietje heeft zo hard gerend met haar 5-jarige benen dat ze haar hart kan horen en voelen kloppen. Met rode wangen en buiten adem staat ze voor me, haar hand op haar hart: "Juf! Mijn gevoel klinkt raar!"

Gevallen kinderen worden getroost en kleine ruzies worden uitgepraat, op een aardige manier, dat moet. Er is al sorry gezegd, maar het is nog niet helemaal klaar.

"Jij ging mij schoppen he?"

"Ja en jij ging tegen mij botsen"

"Maar dat was wel per ongeluk. Maar jij schopte wel expres."

"Ja" Veel meer kan hij er ook niet van maken, het is tenslotte waar.  Maar ze kunnen het er in alle redelijkheid over hebben en als we naar binnen gaan is alles weer goed.



5 is groot. Dat is ook mijn jongste kleuter van nog maar een paar weken 4 opgevallen. Want als ik hem vraag wat hij wil worden als hij groot is, heeft hij een duidelijk en goed doordacht antwoord klaar.



woensdag 28 september 2022

Veterdiploma

Vandaag is iedereen een beetje van slag. Druk zijn ze, mijn kleuters, rumoerig en wiebelig. Er zullen vast wat ouders een paar vergeten oren op nachtkastjes hebben teruggevonden tijdens het schoonmaken. Mee naar school waren ze in ieder geval niet allemaal.

't Is geen wonder. 
We gymmen voor het eerst op een andere tijd vandaag, dus we werken ook op een andere tijd. Er komt een juf kijken, waardoor we veel langer in de kring zitten, de stagiair geeft en les en daar komt ook een andere juf voor kijken, en o ja, omdat we op een andere tijd gymmen is de buurklas nog buiten aan het gymmen op onze buitenspeeltijd, en dus moeten we ook nog binnenspelen en buitenspelen omdraaien. Je zou van minder van je stuk raken als kleuter.

Klein knuffelstampertje heeft er het meeste last van van iedereen. Hij vliegt al zo heen en weer tussen stampende boosheid en knuffelige aanhankelijkheid, en op een dag als vandaag lukt het hem niet om langer dan 5 minuten op zijn stoel te zitten. Rustig in de klas is al moeilijk genoeg.

Het werken gaat nog wel. In het vakje van de kleuters van groep 2 ligt een schriftje. Nieuw. Een schriftje met lijntjes. En we hebben boekjes, met woordjes. Eigenlijk zijn die van groep 3, maar die hebben nieuwe boeken, dus nu mogen wij deze hebben. En dat vinden we erg
interessant. Met de tong uit de mond schrijven de kinderen de woorden uit het boekje na. Als je heel goed kijkt, soms stiekem met een schuin oog op het boekje, kun je lezen wat er staat. 
Ook klein knuffelstampertje heeft zo'n schrift. Wat zit 'ie zijn best te doen! Het wordt prachtig. 

Ineens stampt hij de klas uit, zijn schrift in een hoek gesmeten. Ik besluit hem even met rust te laten, vaak werkt dat wel. Een poosje later vraag ik wat er is. De woorden zijn nog niet wakker geworden. 
"Hm! Mmm!" Met zijn armen over elkaar schudt zijn hele lijf nee. 
"Als er iets gebeurt, dan kun je altijd bij me komen. Als je vertelt wat je probleem is, kunnen we het vaak wel oplossen." 
"Hm.!" 
"Ik ga nu weer naar binnen, als je er weer aan toe bent, kom je maar rustig in de klas."

Terwijl ik me omdraai ontwaken de woorden. "Weet je waar ik nou zo boos en verdrietig om ben? ECHT boos en verdrietig? Iemand anders had in mijn... in mijn... dat was op een boekje lijkt... iemand had daar in getekend!" 

Samen bekijken we zijn schrift. Op de bladzijde voor de bladzijde waar hij had geschreven staan wat vage krasjes. "Ah, weet je wat er denk ik gebeurd is? Jij hebt de bladzijde omgeslagen met de pen zonder dop in je hand, en toen kwam er een streepje. Dat gebeurt bij mij ook wel eens" Hij gelooft er niks van. Iemand heeft daar getekend. Maar hij accepteert mijn oplossing: Een stickertje eroverheen en klaar. Zo plotseling als zijn woede te voorschijn kwam, zo snel is 'ie weer verdwenen. 

En zo vlot is hij weer terug ook. Want het kan dan wel op dinsdag, woensdag en donderdag fruitdag zijn, en de hele school eet dan fruit in de ochtendpauze, of groente, dat mag ook, maar een lekker chocoladebroodje dan weer niet en da's veel lekkerder. Ook op fruitdag. En als je zo'n lekker chocoladebroodje bij je hebt, dan zijn de rozijntjes die ook in je tas zitten vies, en de watermeloen van het schoolfruit ook stom en dan wil je ook geen appel, peer of pruim die we nog hebben. Maar ja, trek heeft hij wel. 
Terwijl de rest van de klas zit te smullen van de watermeloen, wordt de hele onderverdieping en een stukje van de bovenverdieping luidkeels op de hoogte gebracht van zijn trek. 

Dan wordt het tijd om te gymmen. Nog steeds trek. Ik neem hem nog een keer mee naar het magazijn om de fruitvoorraad te inspecteren. "Maar ik wil wel een appel, maar alleen in stukjes!"
Een juf heeft een groot hart en een scherp mes en snijdt een appel in vieren, voor hij zich bedenkt. 
De hele gymles doet hij over het opeten van de appel en nog heeft hij maar een half stukje op. Buiten is het te koud, binnen zit hij alleen... hij vindt zijn draai niet. 

Als we weer naar binnen gaan en hij verdrietig is om de gemiste gymles, accepteert hij met een pruillipje het advies om de volgende week dan maar direct met de klas mee te eten, zodat hij tijd heeft om mee te gymmen. Zijn boze bui is voorbij, en terwijl de rest van de klas met de stagiair een rijmles doet, kruipt klein knuffelstampertje dicht tegen me aan. Zo krijgt hij zijn appel wel op. Veilig en dichtbij. En van een afstandje doet hij ook nog zachtjes mee met rijmen.
En na die rijmles... is het tijd voor de middagpauze. We pakken ons brood. En een chocoladebroodje is eigenlijk net zoiets als een boterham met hagelslag. Daar kan zelfs een consequente juf niet omheen. 

De 10 minuten stil eten zijn minder stil vandaag. Er wordt gegiebeld, gewiebeld, er gaat een beker om, er wordt gefluisterd en iets minder zacht gepraat. Mijn waarschuwingen stuiteren tegen dovemansoren.  

"Juf.. ik heb in mijn broek geplast!" Welja, dat kan er ook nog wel bij vandaag. "Kom maar mee ik-weet-wat-ik-wilmeisje, we zoeken wel even droge kleren voor je." In het magazijn vind ik een onderbroek en een lange broek. "Ik zal even een nat doekje voor je pakken, trek je natte spullen maar vast uit." In groep 2 kun je al veel zelf, meer dan sommige ouders weten. 
"Ja maar mijn veters dan?"

"Ik zal straks je veters wel strikken. Dat moet je ook maar gauw zelf leren. Dan kun je misschien wel een veterdiploma krijgen"
Als ik terugkom met het natte doekje is ik-weet-wat-ik-wilmeisje nog geen steek opgeschoten. Hulpeloos kijkt ze naar haar voeten, waar haar schoenen nog steeds omheen zitten. 

Ik kijk naar beneden en begrijp het probleem. "Wie heeft jou schoenen zo vastgemaakt?" vraag ik, terwijl ik de bizarre knoop uit haar veters peuter. "Papa."

"Nou, papa mag ook zijn veterdiploma nog  wel even halen dan" mompel ik. 
"Hihi, ja, papa moet ook nog veters leren strikken!" 

woensdag 21 september 2022

Groen

 "Kleine vrolijkerd, spontaan grietje, kleine dondersteen, kletsmiepje en hobbeljochie, jullie hebben het kleurenmonster op de kralenplank nog niet gemaakt. Dan gaan jullie vandaag doen."

Dit was niet de informatie waar ze op zaten te wachten. De kralenplank is leuk, maar als je echt iets moet maken, namaken van een voorbeeld of zelf verzinnen, ook best moeilijk. En ze hadden het niet voor niets uitgesteld tot het allerlaatst. Niet zoveel zin en ook een beetje tegenop gezien. Ze gaan wel verschillend met mijn opdracht om.

Kleine vrolijkerd, hobbeljochie en kletsmiepje pakken de kralenplanken. Ik help de planken uit de vensterbank leeg te halen, dan hebben ze weer genoeg kralen om mee te werken, en lege planken.

Starten lukt nog niet direct, "Ik kan dat niet..." Ik help ze een beetje op weg. Kijk, met zo'n doorzichtige plank kun je het voorbeeld er onder leggen, en met zo'n houten kun je het namaken. Maar je mag ook zelf een monster bedenken. Het hoeft er niet zo uit te zien als het kleurenmonster uit het boek.

Spontaan grietje heeft niet zoveel zin. Zuchtend en met een zielig gezicht staat ze voor me. "Juf, het gaat niet meer met mij."  Vorige week stond ze ook voor me, met zo'n zelfde zielige gezicht. Toen versprak ze zich "Juf, het gaat niet meer met jou." Met mijn gezicht in de plooi had ik het nog even geprobeerd te rekken, maar halverwege de dag liet ik haar toch halen. Ze vielen bij bosjes, we hadden nog maar een groepje van 16 kinderen over en ze zag wel erg pips. 

Vandaag trap ik er niet in. Nee spontaan grietje, vandaag ga ik mama niet bellen. Je ziet er prima uit en je hebt zonet heerlijk gegymd. jij kunt gewoon op school blijven. Hm. mislukt. Oke dan, dan maar een kleurenmonster op een kralenplank. 

Kleine dondersteen haal ik met zijn hoofd uit de hamertjetikdoos. "Wat moest jij ook alweer doen?  Weet je het nog?" Hij weet het nog. "Maar ik wil dat niet doen." Ik ben vriendelijk onverbiddelijk vandaag. Ik zet hem achter een kralenplank en geef hem de keus: Namaken of zelf bedenken. Hij gaat zelf bedenken. Niet veel later heeft hij een minimalistisch kunstwerk gemaakt van een vage contour met twee stipjes als ogen. Ik besluit dat het goed genoeg is. Ik kan er een monster in herkennen, en wie had gezegd dat het helemaal opgevuld moest zijn?

Kletsmiepje is de volgende. Met haar kralenplank in de handen kijkt ze schuin naar me omhoog. Klaar? Ik zie het vraagteken in haar ogen. Onder in het hoekje van de plank staat een bonsaimonstertje, ongeveer vijf kralen hoog en vier kralen breed. Maar met ogen en pootjes. "Wow kletsmiepje, goed bedacht, een babykleurenmonster!" Trots glimlachend om haar eigen slimheid legt ze de plank in de vensterbank.

Ondertussen zijn kleine vrolijkerd, hobbeljochie en spontaan grietje goed op stoom gekomen. Ze maken de monsters na van het voorbeeld. Twee groene en een... het woord een soort grote blob van allerlei gekleurde kralen. Maar hij komt af, en dat is best knap.

Kleine vrolijkerd komt trots voor me staan. AF! "Wat fijn he, eerst dacht je dat je het echt niet zou kunnen, en toen heb je het geprobeerd en het is gewoon gelukt!" Hij knikt stralend en legt zijn monster in de vensterbank.

Hobbeljochie is niet zo'n werkkind. Hij is meer een speelkind. Origineel, creatief in zijn spel, vriendelijk en goedmoedig. Een verplichte opdracht is aan hem niet zo besteed. Vandaag blijft hij zitten, tot het eind. Dan zijn de groene kralen op, en is zijn kleurenmonster nog niet af. Maar wel bijna. Een topprestatie. 


Ook de andere kinderen hebben goed gewerkt. Ik spreek mijn trots uit. Wat een fijne werktijd was dit. En hebben jullie gezien hoe knap klein ventje met de grote ogen zijn naam helemaal zelf heeft geschreven? 

Voor we gaan eten is het een beetje rumoerig. Ik vraag om stilte met ons stilteteken. Ik klap drie keer in mijn handen en zeg: "Een, twee drie, STIL!" Zoals elke keer vandaag is het onmiddellijk stil... Bijna stil.

Naast mij hoor ik zacht "Hoedje van, hoedje van, een twee drie vier, hoedje van papier." Ik kijk opzij en kijk in een paar zachtboevig lachende ogen. Hobbeljochie is niet alleen een speelkind. Hij heeft ook humor.

In onze klas hangt een groot vel papier. De foto's van alle kinderen hangen erop, en drie smileys: een lachende groene, een neutrale gele en een boze/verdrietige rode. Aan het begin van de dag hangen ze hun foto bij de smiley die het beste bij hun gevoel past. Vandaag hangen er geen foto's bij rood. Een of twee bij geel en de rest hangt bij groen. 

Aan het eind van de dag zie ik guitig pretoogje op een stoel staan bij de muur waar dit papier hangt. Wat heeft hij nu weer bedacht? Guitig pretoogje heeft wel vaker leuke stoute plannen en meestal valt zijn stout binnen de grenzen van leuk. 

Zijn foto en die van zijn vriendjes hebben een ander plekje gekregen. Hij springt van se stoel af. 

"Kijk, wij hangen op groen!"

woensdag 7 september 2022

Onder vetter afslag

"Welk liedje wil je nog horen Jarig Jetje?"

Jarig Jetje is vandaag 5 geworden en staat als stralend middelpunt op de tafel in de kring. Ze heeft een taart versierd op het digibord en we hebben al gezongen en gedanst. Maar het feestje is nog niet afgelopen. Er komt zo nog een traktatie en die zit in de diepvries. We houden van traktaties uit de diepvries. En we zijn nog niet klaar met zingen.

Het is een gezellige dag. De kinderen spelen lief, ruzietjes zijn er nauwelijks en als er iets voorvalt is het zo weer opgelost. 

En er wordt hard gewerkt ook. De kinderen van groep 2 mogen de 2 kleuren, met waskrijt, want de 2 is ons cijfer van de week. We bedenken eerst waar we allemaal 2 van hebben. 

2 armen, 2 handen. (Er wordt driftig gezwaaid.)

2 benen, 2 voeten, 2 schoenen (alle schoenen steken naar voren)

1 broek. "Ja, je hebt er vast meer, maar vandaag heb je er maar eentje aan. Maar een broek heeft wel 2..." Geen idee. Een kring vol kleuterogen kijkt me glazig aan. Totdat... 2 rechte stukken! "Ja, goed zo, 2 pijpen!"

2 oren, 2 ogen, 2 haren... Nee, veel meer haren. 

2 duimen en 2 pinken

2 kuiten.... wie weet waar je kuiten zijn? Weer vragende ogen. Kuiten? Nooit van gehoord. Maar uit mijn ooghoek zie ik minivrolijkerd, net begonnen, ons jongste kind, vrolijk naar de achterkant van zijn onderbenen grijpen. 

"He, minivrolijkerd, kom eens hier?." Ik til hem op de ronde tafel midden in de kring. "Wijs jij eens aan waar jouw 2 kuiten zitten." Even later zoeken alle kinderen hun eigen kuiten op.  Da's nog best een ding hoor, eerst worden vooral ook veel achterkanten van bovenbenen vastgepakt. Nee, lager, dat zachte stuk aan de achterkant van je onderbenen. En ja, allemaal hebben we 2 kuiten. 

"Kijk juf, ze kunnen ook zo doen!" Ja, als je er tegenaan duwt, kunnen kuiten erg leuk heen en weer wiebelen. Mijn steun en toeverlaat, onze juf-omdat-ze't-nog-zo-leuk-vindt Marja herkent het. Haar kuiten hebben deze functie ook, en nog veel mooier. 

2 wenkbrauwen hebben we ook, 2 oksels en 2 schouders en nou gaan we echt aan het werk.

Meteen pakken alle kinderen een blad, en ze gaan driftig kleuren. Maar daar staat blond pretoogje voor mijn neus. Hij glimt van stralende ondeugendheid en zegt in bijna realistisch geacteerde verbazing 
"Juf! Er zitten ook een paar zevens tussen!"

Wie klaar is zet zijn naam op zijn blaadje. Dat kun je als je in groep 2 zit. Uit het hoofd, of met behulp van het naamkaartje op je stoel. 

Het is een vrolijke dag. Een goeie dag om jarig te zijn.

"Welk liedje wil je nog horen Jarig Jetje?"

Jarig jetje weet het precies: Onder vetter afslag!

Wat bedoelt ze? Ken ik dit liedje? Het kwartje valt wonderlijk snel en ik schiet in de lach. 
En als ik inzet zingt iedereen vrolijk mee. 

"Bonne fête à toi!"

dinsdag 6 september 2022

Winkelwagentje

"Naar links.... nog verder naar links.... nu naar voren.... naar rechts.... draaien.... naar voren... verder naar voren... STOP! 

Nu een grote stap... Nee, je been moet hoger! Ja, goed zo. En nu bukken! En weer omhoog en nog een grotere stap.."

De opdracht was gelijk voor de verdiepingsgroepen van groep 5/6 en groep 7/8.

Leg in tweetallen de hindernisbaan af.
Maar... Een van de twee heeft een blinddoek om. 
En... diegene heeft een rauw ei bij zich.
O ja... en dat ei mag je niet met je handen aanraken.
Je krijgt 10 minuten om de groepjes te maken, te bepalen wie de blinddoek heeft en te bedenken wat je nodig hebt en dat te pakken. 

In eerste instantie had ik pingpongballetjes bedacht. Maar ik vond eieren leuker. De kinderen worden er ook enthousiast van. Lekker spannend!


Groep 5/6 gaat pragmatisch te werk. Dat ei kun je met een doekje oppakken en dan in een bakje doen. De leider neemt het kind met de blinddoek simpel bij de heupen vast en stuurt hem zo door het parcours. ook de meest ingewikkelde hindernis, een brede tafel waar het ene kind links langs moet, het andere kind rechts en het ei overheen vormt geen probleem. Als je op dat stukje samen het ei vasthoudt, blijft de geblinddoekte partner recht lopen en gaat er niks mis. Of, je loopt als ziende gewoon even eerst je eigen kant langs en helpt dan de ander.




In groep 7/8 is het een ander verhaal.
Er worden zachte doekjes gehaald, bakjes, het ei stootvast in het bakje, ander bakje erop, vastgetapet...Een beker met allemaal snippers, deksel erop gedraaid. 
Een groepje heeft in het kleuterspeellokaal een handige stok gevonden, Praktischer dan een blindengeleidehond in de school, dat dan weer wel. Er wordt zelfs een miniwinkelwagentje aangedragen. Maar ja, als dat ook over de tafel moet, en door de hoepel, daar wordt het niet gemakkelijker van. 
En er worden aanwijzingen gegeven:  "Naar links.... nog verder naar links.... nu naar voren.... naar rechts..." Tot er iemand haar partner vastpakt om te sturen. 


"Ooooh! Je mag haar niet vastpakken!" Verontwaardigd kijken zes paar ogen mijn kant op. Ik kijk onschuldig terug. Geen idee wie dat gezegd had, ik niet in ieder geval.

Terug in de klas, met toch 19 van de 20 eieren nog heel, vraag ik de kinderen welke executieve vaardigheden ze eigenlijk allemaal gebruikt hebben. Of hadden moeten gebruiken. (Ik spreek liever over vaardigheden dan functies. Het zijn immers vaardigheden die ze onder de knie moeten krijgen.) 
Wat waren dat ook alweer, executieve vaardigheden? De kennis moet even opgehaald worden. Ze hoeven ze ook niet nu al te kennen, ze zullen nog vaak genoeg voorbij komen, tot ze het niet meer kunnen horen. 

In ieder geval was flexibiliteit voor sommige kinderen best belangrijk. Mag je dat ei echt niet met je handen pakken? Ja maar.... Ook nu niet? Maar hoe krijg ik het dan in mijn bakje dat gevuld is met donzige doekjes en zachte zwachtels? Daar gaat plan A, op naar plan B.
Taakinitiatie was vandaag geen enkel probleem. Twee groepen vol met kinderen die niet kunnen wachten om hun taak te initiëren. 
Reactie-inhibitie. Op tijd stoppen, maar ook niet allerlei aanwijzingen roepen als je niet zelf aan de beurt bent. 
Volgehouden aandacht... Vooral als anderen door het parcours gaan.
Organisatie: Wat heb je nodig, (GEEN winkelwagentje dus) waar haal je het en waar ruim je het weer op? 

Als ze zich voor ze naar de middelbare school gaan een beetje bewust zijn van de executieve vaardigheden, ben ik een tevreden juf. En dat komt vast goed, want wat je aandacht schenkt groeit, en ik heb een grote gieter dit jaar. 

woensdag 24 augustus 2022

19 zeehonden en een zeemonster

19 blije koppies tegenover me in de kring. 2 koppies zijn nog op vakantie, de rest is deze week weer begonnen in groep 1 of groep 2. Bijna alle kinderen zaten vorig jaar ook bij ons. Eentje is over komen waaien uit de buurklas en we hebben een heel nieuw zeehondje van net 4 dat meedoet alsof ie al jaren niet anders gewend is. Het voelt vertrouwd en het is meteen gezellig.

Waren we vorig jaar nog giraffen, dit jaar zijn we de zeehonden. De hele school heeft gekozen voor dieren die bij of in het water wonen. De kwallen en de zeekomkommers vielen al snel af, de blobvissen of de snotolven waren niet fotogeniek genoeg, en dus werden het de zeehonden. 

Het is warm vandaag, heel warm. Gelukkig hebben we meteen aan het begin van de dag gym, de zon is nog niet zo fel en alle kleuters leven zich heerlijk uit. De rest van de dag verloopt met spelen, werken, eten en drinken, veel drinken. Al direct 's ochtends heb ik de kinderen toestemming gegeven zo vaak als ze
willen hun beker of fles bij te vullen met water en dat doen ze ook. "Water is gezond he juf?" "Zo is dat kind, zeker met dit weer."

Als we 's middags buiten spelen, staat de zon hoog aan de hemel. Gelukkig hebben we veel schaduwplekken. Wij juffen zitten daar naar onze kleuters te kijken. Voor ons is een kudde meisjes met een enkele jongen aan het hoelahoepen. "Kijk juf! Ik kan het!" En warempel, zelfs met de kromste hoepels weten ze nog een paar rondjes voor elkaar te krijgen. "Jullie hebben zeker heel goed geoefend?" Ze knikken driftig, dat hebben ze, kun je zo zien.

Rood en bezweet komt spontaan grietje vanuit de brandende zon naar me toegerend

"Juf! Ik was opgegeet door een zeemonster!"

Geen wonder dat ze rood en bezweet is, dat is me nogal een avontuur!

"Maar ik was weer los. Maar de baby is wel opgegeet!"
"Oei, dat is niet best."
"Maar ik had hem weer gelevend en nu is 'ie niet meer opgegeet."

Gelukkig, het verhaal loopt goed af.

"Zeg spontaan grietje, denk je niet dat het slim is als jij even in de schaduw komt spelen?"
"Nee, ik moet weer naar het zeemonster. De baby is weer opgegeet!" 
En daar gaat ze weer, op weg naar het zeemonster in de zon, om haar baby te levenen. 

Aan het eind van de dag zitten we tevreden nog even na te praten. 
"Jongens, als ik nou straks aan de andere juf de overdracht schrijf, wat moet daar dan inkomen?"

"Dat het heel goed ging!"
"Wij waren heel lief"
"We gingen geen ruzie maken"
"Dat het warm was"
"We hebben heel goed gewerkt"

Ik beaam alles, het is allemaal waar en ik beloof het op te schrijven

Dan steekt vrolijk knuffelkind zijn vinger op.
"Moet ik nog iets opschrijven vrolijk knuffelkind?"
"Dat jij ook heel lief was..."

Dit wordt een goed jaar.

zaterdag 2 juli 2022

Achter de kast

" En een groot applaus voor deze fantastische voetballers!"

Mijn collega op het podium zwengelt het enthousiasme aan en het applaus breekt los. We zitten buiten, met de om en nabij de 150 kinderen van groep 1 t/m 4. Op het podium voltrekt zich allerlei moois: Voetbaltrucs, coole moves, turncapriolen, er wordt gezongen, gedanst en kinderen laten tekeningen en andere kunstwerken zien. 

Het is een leuke ochtend, en waardevol ook. Voor veel kinderen is het voor het eerst dat ze voor een groot publiek staan, je spanning overwinnen en ervaren hoe het voelt als je dat gewoon doet is een mooie ervaring. Verlegen kinderen ontpoppen zich als podiumtijgers en een enkele stoere durfal blijkt toch ineens een durfnietzoheelgoed te zijn. 

De hele dag is een beetje anders dan anders. We picknicken ons fruit op de grond in de klas. Dat moet wel, want onze stoelen staan nog bij het podium. En het geeft niet, want het is reuzegezellig. Ik laat de kinderen zelf een plekje zoeken in de klas. In groepjes bij elkaar, alleen in een hoekje, het mag allemaal vandaag. Twee meiden schenken hun water in hun dop en proosten op het goede leven. Normaal mag het niet, maar vandaag laat ik het even gaan. Als ze maar drinken, het is warm.

Kleine dondersteen en kleine druktemaker kruipen onder de tafel. Ik vind het goed, er mag iets meer vandaag. Na een poosje komen ze onder de tafel vandaan. Langzamerhand verandert 'er mag iets meer vandaag' via 'er mag best wel veel vandaag' in 'misschien mag ongeveer alles wel'.  Een beetje geginnegap, geduw en getrek, wat waarschuwingen, gestoei en als ik nog een keer waarschuw en het helpt nog steeds niet is het klaar. Kleine dondersteen, kom nu maar hier zitten. 

Kleine dondersteen pakt zijn banaan en zijn drinken en gaat bij mijn voeten op de grond zitten. Kleine druktemaker blijft alleen achter. Hij kijkt verward om zich heen. "Wat is er kleine druktemaker?" "Ik ben mijn banaan kwijt!" Ik kijk naar Kleine dondersteen aan mijn voeten, die nog een grote hap van zijn banaan neemt en zeg: "Kleine dondersteen, is dat jouw banaan wel?" Kleine dondersteen kijkt niet op of om, maar zegt: "Hij ligt achter de kast." En ja hoor, achter de speelgoedkast vindt Kleine druktemaker zijn banaan terug. 

"Vond je dat handig Kleine dondersteen?"
"Was een grapje."
"Ja, dat snap ik, dat dat een grapje was, maar denk je dat Kleine druktemaker het ook een leuk grapje vond?"

Kleine dondersteen denkt van wel, maar als ik hem wijs op het gezicht van kleine druktemaker, die voor de gelegenheid even nog bozer kijkt dan hij eigenlijk al deed, je kunt het maar beter duidelijk hebben, moet hij toch toegeven dat zijn vriend het misschien toch niet een leuk grapje vond. En als ik uitleg dat het ook niet zo'n goed idee is, want als hij het zou vergeten en we vinden de banaan niet weer, dan ligt er na de vakantie een verrotte snotbanaan achter de kast met allemaal vliegen en muizen erbij. Niet handig, dat snapt Kleine dondersteen nu ook. 

Als de grote talentenshow klaar is, en de stoelen weer op hun plek staan, hebben we nog tijd over om te spelen, buiten en binnen. We doen rustig aan, en dat is nodig. Iedereen is moe en heeft het erg warm. De lontjes zijn kort en de tranen zitten hoog, maar we rollen zonder grote problemen door de dag. Er wordt  op mijn commando rustig gespeeld (Nee, Kleine dondersteen, Kleine druktemaker en Ontdekmeisje, met de hamertjetikhamers op de tafel timmeren is niet rustig spelen!) Er worden spelletjes gedaan en puzzels gemaakt. Veel kinderen zitten rustig te tekenen en er worden wappers gemaakt. Waaiers dus, en ik laat het gaan, want het is best lekker als er een paar meisjes om me heen staan te wapperen. 

Tevreden zitten we vlak voor we naar huis gaan in de kring. Ik strooi wat complimenten rond. Goed geluisterd, stoer om op het podium te staan, lief gespeeld en goed water gedronken. 

"En nu hebben we nog 5 minuten over. We hebben nog wel tijd om even wat te zingen. Wie weet er een leuk liedje?" Spontaan grietje is mijn hulpje vandaag en zit naast me. "Ik weet wel een leuk liedje: 

"Ik ga semme.... in bacasi lemme...!" 

Voor ik het weet zitten 30 kleuters in mijn klas deze kaskraker luidkeels mee te brullen. Gelukkig kennen ze alleen het refrein. 

Als we even later naar buiten gaan komt Keurig dametje nog even bij me staan. Keurig dametje komt uit een keurig gezin, ziet er altijd uit om door een ringetje te halen en woont in een groot huis. "Ik weet ook nog een liedje juf, zal ik het laten horen?" Tuurlijk, liedjes wil ik altijd wel horen.

En met haar keurige stemmetje zingt ze:

"Er zit een vijf in de klok, het is weer tijd voor een slok.
Want met een vijf in de klok, dan gaan we drinken!"


donderdag 23 juni 2022

Graspieper

Daar sta ik dan half 7 's ochtends op het station in Brummen. 10 minuten geleden sloeg het noodlot toe. Nou ja, noodlot... klein noodlotje. 

"Tik!" ik keek achterom, maar zag niks. Keerde mijn fiets en reed een stukje terug. Ik wist bijna zeker dat er iets van mijn fiets was gevallen, maar zag niets liggen en dus fietste ik verder.

Toch was er iets mis, echt lekker fietste het niet meer. Of verbeeldde ik me dat? Maar een eindje verder wist ik het. Shit, lekke band. Daar sta je dan, half 7 in Brummen.

Ik was vroeg wakker, overtuigd wakker. Mijn hoofd stond aan en mijn slaap stond uit. Ik keek op de wekker, 05:15 gaf die aan. Door de gordijnen zag ik hoe mooi het licht buiten was en ik besloot dat 't een goed idee was om gewoon nu op de fiets te stappen. 

Een snel ontbijt en daar ging ik, om half 6. Het bleek inderdaad een goed idee te zijn. Ik fietste over de zomerdijk langs de IJssel, omringd door zonnig gras, zacht licht, hazen, graspiepers en gele kwikstaarten. Ik plukte een nieuw boeketje voor in mijn stuurvaasje en had het fijn met mezelf. 

Ik had mijn route grofweg uitgestippeld. Heen langs de IJssel en terug wat meer door het bos, misschien kwam ik nog wel een ree tegen. Maar toen die tik en een leeglopende band in Brummen.

Natuurlijk wilde Dick me wel komen redden. Maar ik dacht  het station nog wel te halen en kocht een fietskaartje. Daluren stond erbij. Dat werd een spannende exercitie, want eigenlijk waren de daluren voorbij, zij het pas net. Ik besloot het er toch op te wagen. 

En dus sta ik nu op station Brummen en wacht ik op de trein. Ondertussen inspecteer ik nog een keertje mijn band. Hé, het ventieldopje is weg... en het ventieltje zit los. Was dat die ti
k die ik hoorde? Misschien, met een beetje geluk... Ik draai het ventieltje vast, maar ja, het leed is al geschied, de band iss onmogelijk bruikbaar in de huidige staat.

Een kwartiertje later komt de trein aan. Hij is bijna leeg, mijn fiets kan er makkelijk in. Helemaal aan de andere kant van de trein stap de conducteur uit. Ik wacht tot hij mijn kant op kijkt en roep naar hem: "Mag mijn fiets mee?" De conducteur kijkt op zijn horloge. "Nee," schudt hij. 

"Ik heb een lekke band!" roep ik verontschuldigend. 

"Heb je een lekker band? En wil je mee tot Zutphen?" Ja, tot Zutphen. 't Is maar een klein stukje.  Met de trein dan, lopend is 't een rotend. Hij kijkt naar zijn lege trein en naar mijn fiets. Het past makkelijk, dat ziet hij ook. Niemand zal er last van hebben.

"Welke band dan?" "Achter." Ik knijp erin om de lege staat te demonstreren. 

"Die is niet lek, die is leeg!" roept de man, die kennelijk beschikt over haviksogen en een nogal wantrouwende aard, vanaf 25 meter verderop.  Ehm.. ja, dat zou ook kunnen, ik weet het nog niet zeker. Het effect is toch nagenoeg hetzelfde, fietsen zit er niet meer in. En het was 10 voor 7, ik ben inmiddels verkleumd en moet vreselijk nodig naar de wc.  Maar het gaat niet gebeuren, De conducteur fluit, de deuren gaan dicht en ik sta met mijn fiets aan de verkeerde kant.

En ik begrijp het, volgens de boekjes is het spitsuur, ook al was de trein leeg. Als de trein vol had gezeten had ik het niet meer dan logisch gevonden. Maar nu blijf ik staan met een naar gevoel. Een conducteur die mij niet kent, maar mij toch niet vertrouwt, die er kennelijk vanuit gaat dat ik willens en wetens mijn band leeg heb laten lopen omdat ik geen zin had om te fietsen. Het doet pijn om niet vertrouwd te worden en ik verdien het niet. Had ik zonder te vragen mijn fiets de trein in geschoven, dan had ik even later in Zutphen gestaan. De wantrouwende conducteur met haviksogen had het nooit in de smiezen gehad, want hij keek de andere kant op. Maar ik wilde het juist vragen, omdat ik dat de juiste manier vind. Maar toevallig tref ik net die ene conducteur die met z'n verkeerde been uit bed is gestapt, een zware nachtdienst achter de rug heeft  of een ruzie met zijn vrouw. 

Dick is me komen redden. Gewapend met een fietspomp is hij naar Brummen gereden. We hebben het nog geprobeerd, de bank plat en de fiets achterin, maar het paste niet. En dus ben ik toch naar huis gefietst. Niet door de bossen, maar de saaie snelste weg, want om kwart over 8 zou ik worden opgehaald. En bovendien had ik het intussen nog kouder en moest ik nog nodig naar de wc.

Ik ga mijn best doen. Van deze rit wil ik de hazen bewaren in mijn hoofd, het stuurboeketje, het zonnige gras en het zachte licht. De gele kwikstaart en de graspieper. En niet die ene perronfluiter.