Klein knuffelstampertje heeft er het meeste last van van iedereen. Hij vliegt al zo heen en weer tussen stampende boosheid en knuffelige aanhankelijkheid, en op een dag als vandaag lukt het hem niet om langer dan 5 minuten op zijn stoel te zitten. Rustig in de klas is al moeilijk genoeg.
Het werken gaat nog wel. In het vakje van de kleuters van groep 2 ligt een schriftje. Nieuw. Een schriftje met lijntjes. En we hebben boekjes, met woordjes. Eigenlijk zijn die van groep 3, maar die hebben nieuwe boeken, dus nu mogen wij deze hebben. En dat vinden we erg
interessant. Met de tong uit de mond schrijven de kinderen de woorden uit het boekje na. Als je heel goed kijkt, soms stiekem met een schuin oog op het boekje, kun je lezen wat er staat.
Ook klein knuffelstampertje heeft zo'n schrift. Wat zit 'ie zijn best te doen! Het wordt prachtig.
Ineens stampt hij de klas uit, zijn schrift in een hoek gesmeten. Ik besluit hem even met rust te laten, vaak werkt dat wel. Een poosje later vraag ik wat er is. De woorden zijn nog niet wakker geworden.
"Hm! Mmm!" Met zijn armen over elkaar schudt zijn hele lijf nee.
"Als er iets gebeurt, dan kun je altijd bij me komen. Als je vertelt wat je probleem is, kunnen we het vaak wel oplossen."
"Hm.!"
"Ik ga nu weer naar binnen, als je er weer aan toe bent, kom je maar rustig in de klas."
Terwijl ik me omdraai ontwaken de woorden. "Weet je waar ik nou zo boos en verdrietig om ben? ECHT boos en verdrietig? Iemand anders had in mijn... in mijn... dat was op een boekje lijkt... iemand had daar in getekend!"
Samen bekijken we zijn schrift. Op de bladzijde voor de bladzijde waar hij had geschreven staan wat vage krasjes. "Ah, weet je wat er denk ik gebeurd is? Jij hebt de bladzijde omgeslagen met de pen zonder dop in je hand, en toen kwam er een streepje. Dat gebeurt bij mij ook wel eens" Hij gelooft er niks van. Iemand heeft daar getekend. Maar hij accepteert mijn oplossing: Een stickertje eroverheen en klaar. Zo plotseling als zijn woede te voorschijn kwam, zo snel is 'ie weer verdwenen.
En zo vlot is hij weer terug ook. Want het kan dan wel op dinsdag, woensdag en donderdag fruitdag zijn, en de hele school eet dan fruit in de ochtendpauze, of groente, dat mag ook, maar een lekker chocoladebroodje dan weer niet en da's veel lekkerder. Ook op fruitdag. En als je zo'n lekker chocoladebroodje bij je hebt, dan zijn de rozijntjes die ook in je tas zitten vies, en de watermeloen van het schoolfruit ook stom en dan wil je ook geen appel, peer of pruim die we nog hebben. Maar ja, trek heeft hij wel.
Terwijl de rest van de klas zit te smullen van de watermeloen, wordt de hele onderverdieping en een stukje van de bovenverdieping luidkeels op de hoogte gebracht van zijn trek.
Dan wordt het tijd om te gymmen. Nog steeds trek. Ik neem hem nog een keer mee naar het magazijn om de fruitvoorraad te inspecteren. "Maar ik wil wel een appel, maar alleen in stukjes!"
Een juf heeft een groot hart en een scherp mes en snijdt een appel in vieren, voor hij zich bedenkt.
De hele gymles doet hij over het opeten van de appel en nog heeft hij maar een half stukje op. Buiten is het te koud, binnen zit hij alleen... hij vindt zijn draai niet.
Als we weer naar binnen gaan en hij verdrietig is om de gemiste gymles, accepteert hij met een pruillipje het advies om de volgende week dan maar direct met de klas mee te eten, zodat hij tijd heeft om mee te gymmen. Zijn boze bui is voorbij, en terwijl de rest van de klas met de stagiair een rijmles doet, kruipt klein knuffelstampertje dicht tegen me aan. Zo krijgt hij zijn appel wel op. Veilig en dichtbij. En van een afstandje doet hij ook nog zachtjes mee met rijmen.
En na die rijmles... is het tijd voor de middagpauze. We pakken ons brood. En een chocoladebroodje is eigenlijk net zoiets als een boterham met hagelslag. Daar kan zelfs een consequente juf niet omheen.
De 10 minuten stil eten zijn minder stil vandaag. Er wordt gegiebeld, gewiebeld, er gaat een beker om, er wordt gefluisterd en iets minder zacht gepraat. Mijn waarschuwingen stuiteren tegen dovemansoren.
"Juf.. ik heb in mijn broek geplast!" Welja, dat kan er ook nog wel bij vandaag. "Kom maar mee ik-weet-wat-ik-wilmeisje, we zoeken wel even droge kleren voor je." In het magazijn vind ik een onderbroek en een lange broek. "Ik zal even een nat doekje voor je pakken, trek je natte spullen maar vast uit." In groep 2 kun je al veel zelf, meer dan sommige ouders weten.
"Ja maar mijn veters dan?"
Als ik terugkom met het natte doekje is ik-weet-wat-ik-wilmeisje nog geen steek opgeschoten. Hulpeloos kijkt ze naar haar voeten, waar haar schoenen nog steeds omheen zitten.
Ik kijk naar beneden en begrijp het probleem. "Wie heeft jou schoenen zo vastgemaakt?" vraag ik, terwijl ik de bizarre knoop uit haar veters peuter. "Papa."
"Nou, papa mag ook zijn veterdiploma nog wel even halen dan" mompel ik.
"Hihi, ja, papa moet ook nog veters leren strikken!"
🥰
BeantwoordenVerwijderen