donderdag 17 september 2020

Ik ben zés!

 "Ik ben zés!" Stralend staat ze voor me, een mollig handje opgestoken, en van de andere nog een vinger ernaast. "Ja lieverd, jij bent zes he?" Ik wist dat namelijk al. Vorige week was ze ook al zes, de week ervoor had ik zelf haar feestmuts gemaakt. 

Dat blijkt nog best een dingetje trouwens, het maken van een feestmuts. Ik had ze natuurlijk al honderdduizend keer voorbij zien komen, dus toen mijn duo vroeg of ik het maken van de feestmutsen op me wilde nemen, zei ik dat ik dat best wilde doen. Op Pinterest staan talloze voorbeelden, en de muts van meisje dat 6 werd stond keurig een paar dagen van tevoren klaar. Een Elsamuts, met jurk. Alleen bleek ik te dunne stroken te hebben gebruikt, waardoor het ding een beetje jammerlijk op haar hoofd bungelde. Het mocht de feestvreugde niet drukken, en ik ben op zoek gegaan naar steviger stroken om te zorgen dat de volgende muts de hele dag fier op een jarig hoofd zal staan.

Een jonger klasgenootje was gisteren vier geworden. Vier is ook heel groot. Ze had een telefoon met geluidjes gekregen en vertelde honderduit. Vandaag was ze voor het eerst echt op school, niet meer om te wennen.

"Wie is er ook vier?" Een groot deel van groep 1 steekt zijn vinger op. "En wie is er vijf?" De rest van groep 1 en het grootste deel van groep 2. En een dubbele vinger. Ze is vier en vijf, kan gewoon. 
"En..... wie is er zes?" Naast mij, ze is hulpje vandaag, gaat een enthousiaste vinger omhoog. "Ik! Ik ben zés!"Nog een paar vingers, iemand van bijna zes en... o ja, dat meisje dat ook al vier en vijf was. 

"En wie is er nog ouder dan zes?" Slechts twee vingers deze keer: Die van mij, en als je vier, vijf en zes bent, kun je natuurlijk ook gerust nog ouder zijn.
"Hoe oud ben jij dan juf?" "Wat denken jullie?", kaats ik de vraag terug. Nu barst het los.
"24!"  "Ehm... nee, ouder."
"66!"  "Jonger."
"21!" ..."61"... "50"... "34" Van alles komt voorbij, van jong tot oud, zonder enige samenhang. 

"41!" Ah, dat komt in de buurt. 
"Nou, jij zit wel dichtbij... het is wel iets met 40, maar meer dan 41."
"40!" "Nee, meer." 
"48!"  "Bijna! Ik ben bijna 48. Hoe oud zou ik dan kunnen zijn?"
"421" ..."35!" 

Ik besluit nog wat meer te helpen. "Ik ben bijijijijna 48. Ik ben zevenen..." "Twintig!" klinkt het als bij toverslag uit een stuk of vijf kelen tegelijk. Ik geef het op. 
"Nee, ik ben niet 27, ik ben 47."

Naast mij gaan een mollig handje en een losse vinger omhoog. "En ik ben zés!"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!