Deze week raakte ik iets redelijk essentieels kwijt: mijn stem. Op maandagavond was ik 'm kwijt en ik dacht nog dat ik 'm de volgende ochtend wel weer zou vinden. Maar dat bleek niet zo te zijn. Dinsdag had ik een studiedag en die dag ben ik zwijgend doorgekomen. Het was een bijzondere ervaring. Veel luisteren, veel kijken, en alleen het echt nodige zeggen, met behulp van pen en papier. Eigenlijk genoot ik wel van mijn andere manier van aanwezig zijn.
Toen mijn stem de volgende ochtend echter nog steeds onvindbaar bleek, vond ik het minder worden. Weliswaar was ik twee dagen vrij, zoals elke woensdag en donderdag, maar toch. En het vooruitzicht dat ik vrijdags weer aan het werk moest en nog niet wist hoe het dan zou zijn, maakte me onrustig.
Ik redde me met pen en papier, met in mijn handen klappen of met mijn vingers te knippen om aandacht te krijgen en met gebaren. Dat laatste leidde tot hilarische taferelen. Probeer maar eens raapstelen uit te beelden. Niet gemakkelijk.
Dat mijn oudste kinderen vrij waren was lastig en handig tegelijk. Je voelt je toch een beetje bezwaard als je de hele dag je mond zit te houden. Het had zo gezellig kunnen zijn. Aan de andere kant, het was best praktisch dat oudste dochter even mee kon naar de markt om mijn intussen toch maar opgeschreven raapstelen voor me uit te spreken.
In gesprek met mezelf: weet je dat nou wel zeker? |
Ondertussen was de vrijdag aangebroken en moest ik weer aan het werk. Niet mijn normale werk, dat had echt geen zin. Andere, stemloze klussen heb ik gedaan, en onderwijl gingen de innerlijke gesprekken voort. Het toeval wilde dat het 1 april was, dus lang niet iedereen geloofde me nog ook. Ik appte mijn vriendin dat ik er klaar mee was. En zij appte terug "als je er klaar mee was, dan was het wel over". Heb ik weer, wijze vriendinnen.... Maar gelijk had ze wel.
En ineens wist ik hoe het zat:
Niet zoeken, maar opruimen.
Even rustig luisteren naar mijn innerlijke communicatie. Even voelen wat er is en dat er laten zijn. Alles voorbij laten komen, en vastpakken, en opruimen waar het hoort, in plaats van op een andere plek laten vallen. Tot de conclusie komen dat ik eigenlijk best rustig word van niet overal op reageren. Dat ik niet overal iets van hoef te vinden, maar dat ik vooral ook niet altijd hoef te helpen of te redden. Kleine ruzietjes tussen mijn kinderen lossen zich vanzelf op, hoef ik niks aan te doen. En een spelletje aan de ander uitleggen kunnen ze ook zelf.
En dat anderen het raar vinden dat ik niet enthousiast groet als ik ze tegen kom, daar hoef ik niets mee, ik had er tenslotte een reden voor. Sterker nog, wie zegt dat ze het raar vonden? Dat is mijn perceptie. Dat mag ik dus los laten. In de prullenbak, dan ligt het niet meer in de weg. En waarom voel ik me schuldig als ik niet aan de telefoon kan komen? Onzin, in de prullenbak ermee.
En, geloof het of niet, met de rust die dat bracht, kwam mijn stem terug. Hij is er nog niet helemaal, maar ik kan weer praten. Na 3 dagen volledige stilte en 1 dag met zo nu en dan wat gepiep en gekraak, ben ik er weer een beetje. Nog niet helemaal, ik moet nog een poosje naar mijn lijf luisteren, dat geeft vanzelf aan wat wijs is. En misschien moet ik dat maar gewoon blijven doen, ook als mijn stem het weer helemaal doet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!