woensdag 28 oktober 2020

Slagroom op de dag

Ik ben pedagogisch best aardig bekwaam. Ik maak gemakkelijk contact met kinderen, zie veel en kinderen voelen zich meestal snel op hun gemak bij mij. Maar ik heb een lastige lacune in mijn pedagogische vaardigheden. 

Ik had daar al last van toen onze eigen kinderen klein waren. Van die momenten dat je eigenlijk boos moet worden, maar vreselijk in de lach schiet. Of bijna, maar dat de kinderen feilloos uit je ogen lezen dat je het eigenlijk veels te grappig vindt wat er is gebeurd. Van die omdraaimomentjes. Maar, eerlijk is eerlijk, regelmatig ben ik te laat met omdraaien.

Zo was er dat moment dat oudste dochter, peuter nog, zo'n klein kinderwinkelwagentje met een rotvaart door de supermarkt zwiepte. Het lukte mij om met twinkelende ogen streng te zeggen dat dat toch niet mocht, maar toen ze daarop met grote onschuldige ogen zei: "Ja maar.... da's toch LEUK!" kon je me opvegen. En ik had nog zo mijn best gedaan.

Of die keer dat dezelfde dochter, kleuter inmiddels, op haar slaapkamer alle (ALLE) speelgoeddozen en -bakken had opengemaakt en toen sneeuw was gaan spelen met de talkpoeder, samen met haar kleutervriendinnetje. Tja.... te laat om om te draaien. En dan maar helemaal de juiste volgorde aanhouden. Eerst het fototoestel van beneden halen, en dan pas streng zeggen dat het niet meer mag gebeuren. En dan doekjes uitdelen, ga maar schoonmaken. Talkpoeder heeft wel wat van pepernoten, je vindt het maanden later nog op de vreemdste plekken terug. 

Ik zal het wel van geen vreemde hebben. Ooit liep ik als dreumes door het huis, met een stuk kaas waar iemand, ik zeg niet wie, al aardig wat happen uit had genomen. Ik weet niet wie besloot dat er eerst een foto gemaakt moest worden, voor de kaas weer terug in de koelkast ging, maar iets in me zegt dat het mijn moeder was. Ik schijn op haar te lijken. 

Vandaag op school was een pittig dagje. De kinderen moesten weer even wennen aan me, zo na de herfstvakantie, en ook nog op een andere dag dan voor de vakantie. Bij sommige kinderen was er voor schooltijd al een stuk dag geweest waar van alles mis kon gaan dat de dag op school kon beïnvloeden. Er kwam iemand kijken in de klas, ook anders dan anders. Het was onrustig, geen wonder. Er waren ruzietjes, gedoetjes, tanden door lippen en bloedende vingers. 

En omdraaimomentjes. Slagroom op dag. 

Zo kun je natuurlijk best braaf gaan zitten borduren met de houten vormen met gaatjes, maar je kunt er ook je eigen slapstick van maken. Dat is niet de bedoeling, en eigenlijk mag het niet, maar 't is wel heel leuk. En ze moeten het snel weer los maken, dat wel. Maar pas nadat ik er gauw een filmpje van heb gemaakt, stiekem....




Na het buitenspelen staat impulsief ventje bij me. "Kijk juf..."  Met geheimzinnig glinsterende ogen laat hij zien wat hij heeft. Een pissebed! Hij laat het als een mini-pantserwagentje over zijn hand lopen. Ik zie aan hem dat dit zijn beste vriend ooit is. Maar ja, pissebedden horen niet in de klas. "Leg die maar even in de bosjes, dat vindt hij fijner." Woest kijkt impulsief ventje me aan. "Neuj! Ik wil hem HOUDEN!" Ik leg uit dat pissebedden buiten horen, op donkere plekjes. Niet binnen in de klas. Hmmm. Oke dan. Impulsief ventje draait zich om om de pissebed.... in het ritszakje van zijn mouw te stoppen. Een donker plekje, dat wel. Omdraaimomentje voor de juf. Maar daarna moet hij toch zijn vriend vrijlaten, hoe jammer het ook is. 

En als wiebelkussenmeisje haar wiebelkussen op de grond legt, en een van de stoere jongens daar dan een (keurige) koprol op doet, tegen wiebelkussenmeisje botst, die daardoor omvalt en bij hem op schoot belandt, waar ze beiden vreselijk om moeten lachen, dan kan ik niet boos worden. Natuurlijk, daar is het wiebelkussen niet voor, en bovendien is er in een klas vol spelende kleuters helemaal geen plek voor koprollen en andere capriolen, maar o, wat een heerlijke lach was dit. 
Slagroom op de dag!

dinsdag 27 oktober 2020

Antieke handwerkjuf, met knot

 "Wat leuk toch he, die sieraden van leer..."
"Nee mevrouw, dit is klei, en ik heb het zelf gemaakt."

Verbouwereerd staarde mevrouw Van der Kamp me aan. Even was het stil en toen zei ze: "O... dan ben je op een bepaalde manier toch nog wel creatief...."

Mevrouw Van der Kamp was onze handwerklerares. Zo'n antieke, met een grote knot in 't haar. Ze kwam uit Barneveld en ze rook een beetje naar sigaren. Daar kon ze niet zoveel aan doen, haar man rookte, tot haar verdriet. 't Arme mens deed erg haar best om een klas vol pubermeiden met andere dingen aan hun hoofd enthousiast te maken voor haar vak.  Dat lukte maar matig. Er werd veel gekletst, minder gewerkt, en regelmatig verdween een klasgenoot naar de kantine, die zich bij wijze van gelukkig toeval bijna naast het handwerklokaal bevond. Dat had mevrouw Van der Kamp waarschijnlijk wel een beetje door ("Waar is Amandel nou weer gebleven?:" "Harmanda (zoals Amandel eigenlijk heette)  is even naar de wc, mevrouw."), maar misschien vond ze het eigenlijk wel gemakkelijk dat deze leerling haar werk thuis maakte en niet haar les verder verstoorde. 

Hoewel ik echt mijn best deed, waren mijn werkstukken meestal niet meer dan broddellapjes en sneue, slordige frutselwerkjes. Ik begreep haar verbazing over mijn sieraden dan ook best. Weinig subtiel, maar wel begrijpelijk. Ik was een hopeloos geval op handwerkgebied, zoveel was duidelijk.

Later, toen mijn vriendin en ik nog even na een les iets aan het opruimen waren, zei ze tegen me: "Ik weet hoe het zit bij jou thuis hoor... dat jij geen moeder hebt om je te helpen. En ik heb ook wel door dat van veel anderen het meeste werk thuis door hun moeder wordt gemaakt. Daar houd ik in mijn beoordeling wel rekening mee hoor!" Nu was ik een beetje verbouwereerd. Misschien nog meer om het feit dat ze wel doorhad hoe het bij de rest thuis ging dan om het feit dat ze wel bereid was mij een beetje te matsen. Ik mompelde een "dank u wel" en verdween, in het vertrouwen dat ik de rest van het jaar wel zeventjes zou halen. 

Soms denk ik nog wel aan mevrouw Van der Kamp. Ze moest eens weten. Wat zou ze zeggen, als ik haar de broek liet zien, die ik vandaag afmaakte? Ze zou in ieder geval eerst aan de binnenkant kijken, want aan de binnenkant zie je hoe netjes er gewerkt is. En daar zou ze zien dat ik alles keurig afgewerkt heb. En aan de buitenkant zou ze zien hoe mooi de ruitjes op de zijnaden doorlopen, hoe de pijpen precies even lang zijn, hoe mooi de figuurnaden erin zitten. En ze zou me een...misschien wel een 9 geven, zonder te matsen. 

donderdag 15 oktober 2020

Een heel goed Tomtommetje

 "Jufjufjufjufjuf! Kijk!"

Stralend staan ze voor me, twee kleutermeisjes, hun handen vol schatten: blaadjes, grijze stenen en een verpieterde kastanje. 

"Dit is voor jou! Dat mag je in een váásje doen!" Ik hou mijn handen op en aanvaard bewonderend dit cadeau. Voor een buitenstaander lijkt het misschien niks. Maar hier hebben twee kleine mensjes hun speeltijd op het plein besteed aan het zoeken van schatten voor de juf. Dat is liefde, dat moet je niet onderschatten.

Mijn duo en ik schrijven elkaar altijd uitgebreide overdrachten. Wat ging er goed, wat ging minder, wat moet er nog gebeuren, wat is er belangrijk om te weten? In de overdracht die ik gisteren las, stond

Blond ventje was vandaag ziek. Wil je als hij  morgen weer beter is een verjaardagsmuts voor hem maken? Als hij nog ziek is komt het na de vakantie. 

Blond ventje lag een paar weken geleden onder de tafel legoblokjes de kring in te zwiepen. Blond ventje zit zelden een hele kringtijd lang op zijn stoel. Hij wil wel, hij begint altijd vol goede moed en met brave beloften, maar het lukt hem niet. Hij MOET tussendoor even lopen, even op de grond liggen, even aan de Lego zitten,  even onder de tafel kruipen, even kijken of er nog stekkertjes van het digibord los kunnen worden gehaald zonder dat de juf het ziet, even naar zijn partner-in-crime aan de andere kant van de kring worden gelopen, of anders in ieder geval geroepen of geseind. De klas is een stuk rustiger als blond ventje er niet is. En toch... en toch dacht ik niet "Oe, lekker!" toen ik las dat hij misschien ziek was. Ik dacht, eigenlijk tot mijn eigen verbazing: "Hè jammer..."

Blond ventje was nog ziek vandaag. Ik miste zijn fratsen, zijn vrolijke ogen, zijn eerlijkheid, zijn vertrouwelijke, omhoog glijdende: "Juhuuuuf.... " met daarachteraan een verhaal waarbij je verrekte goed moet luisteren om het te begrijpen, maar dat heus wel klopt. 

Blond ventje heeft een heel goed Tomtommetje, waarmee hij razendsnel de weg naar mijn hart heeft gevonden. En niet alleen blond ventje heeft zo'n Tomtommetje, ook de twee meisjes met hun waardeloze maar o zo waardevolle schatten. 

En ook de jongen die ik vandaag lang vast moest houden om te voorkomen dat hij naar huis zou lopen, mijn armen om hem heengeslagen, totdat de rust weer in hem zakte, maar die ook fantastische kabouterhuizen van de Kapla heeft gebouwd, zodat we allebei reuzetrots waren. 

En ook het wiebelmeisje dat vandaag wel wilde proberen zonder wiebelkussen op haar stoel te zitten, "Ik gaat zitten op stoel, niet die erop, ik kan wel!", en dat ik maar een paar keer terug heb moeten verwijzen naar haar plekje. 

En ook de jongen die thuis al zo lastig startte vanochtend en die eigenlijk niks wilde vandaag, maar toch heerlijk in de huishoek ging spelen en vanmiddag met zijn vriend/vijand zonder wanklank een gezelschapsspelletje zat te spelen. Op de grond in de deuropening, dat wel, maar wel in volledige rust en harmonie.

Allemaal, stuk voor stuk, hebben ze een heel goed Tomtommetje, ook het mannetje waartegen ik vandaag zei dat 'ie wel erg liep te miemelen, Ook het miepje dat vandaag niet met haar maillot in de plassen stond, maar wel de gang een goeie plek vond om haar laarzen leeg te gooien. Ook het jongetje dat nog moet leren dat niet elke prestatie een beloning nodig heeft. En ook het meisje dat altijd naar haar buurman gedraaid zit in de kring omdat dat zo gezellig is en het meisje dat nog steeds niet weet waar haar vaste plek in de kring en aan tafel is. En ook het jochie dat alles zo intens beleeft dat 'ie halverwege de dag zowat in slaap valt en het meisje dat altijd zo lang over haar drinken doet.

Ik hou van ze, van allemaal. Allemaal hebben ze de weg naar mijn hart al gevonden. En ik ga de vakantie in met een vaasje met blaadjes en stenen en een verpieterde kastanje.

donderdag 8 oktober 2020

Maar mijn klompjes bleven droog!

Daar stond ik, 5 jaar, de familie om me heen. Opa en oma waren 35 jaar getrouwd, en we vierden dit op Ekenstein,, een landgoed met restaurant, speeltuin en kinderboerderij vlakblij hun woonplaats. Alle dames waren in het lang, conform de mode van die tijd. Ook ik had een rok tot op mijn voeten, de zwarte bloemetjesrok met gekleurde linten die mama had gemaakt voor de bruiloft van mijn oom en tante.

Maar nu zag je mijn rok en mijn witte feestbloes niet zo goed, want er overheen droeg ik een schort, blauw-wit geruit. En aan mijn voeten de mooiste klompjes die er maar bestonden: Met houten zolen en rode leren bovenkanten met gele appeltjes, en een bandje bij mijn hielen. Het schortje dat ik aanhad was ook zelfgemaakt, maar dan door mijn tante. en het gedichtje dat ik voor opa en oma ging opzeggen had zij uitgezocht en aan mij geleerd. 

Het begon zo:

Kleine Yvonne had nieuwe klompjes
O, wat was Yvonne blij.

En het ging verder over hoe ik door de straten stapte. Parmantig, dat woord kwam er vast in voor. Maar toen ging het regenen, en o, o, die mooie klompjes! Maar kleine Yvonne was niet voor een gat te vangen, en deed haar klompjes snel uit. Ze stopte ze in haar schortje en liep op kletsnatte kousenvoetjes naar huis. Het versje, dat in mijn belevenis best lang was, maar dat ik helemaal uit mijn hoofd kende, inclusief uitgetrokken klompjes die ik in mijn schortje deed, eindigde met

Maar mijn klompjes bleven droog! (of schoon, daar wil ik afwezen)

Natuurlijk was het verdrietig dat mama het niet meer kon, een versje zoeken en het mij leren, een schortje naaien, maar wat ik mij herinner is dat ik trots was op hoe goed ik het gedichtje kende, en hoe mooi de klompjes waren en dat we aan de salontafel, een jaren-70-model met tegels en een zware houten rand, zaten om het te oefenen. En dat ik, o groot geluk, achteraf de klompjes en het schortje mocht houden.

Het weer was vandaag zoals het had kunnen zijn tijdens mijn versje. Regen, plassen, modder op het plein. Gelukkig werd het droog, en konden we de kleuters even lekker laten luchten buiten, en onszelf ook. Sommigen hadden laarzen aan, niet slecht bedacht voor dagen als deze. Voorzichtig liepen zij door de ondiepe plassen. De diepste plas was verboden terrein en dus onweerstaanbaar. Al snel stonden er aan de rand wat kinderen met takjes te roeren, zand te gooien en misschien met een klein stukje laars  heel per ongeluk toch te kijken hoe diep het was. 

En toen kwam blond miepje. Blond miepje had geen rubber regenlaarsjes, maar mooie zwarte schoenen aan. En dat maakte blond miepje helemaal niets uit, want met mooie zwarte schoenen kun je gerust in de diepe plas. Daar worden ze wel nat van, dus achteraf gezien was het misschien toch een beter idee geweest om ze uit te trekken. Dat kon natuurlijk nog steeds wel... Al gauw stond blond miepje, net toen er even geen juf haar kant uit keek, met haar zwarte maillot in de diepste plas van het plein. 

Even later zat ze op de grond in de klas, verbaasd, en misschien zelfs wel een beetje verontwaardigd dat de juf dit geen goed idee vond, zich uit haar maillot te wurmen. Droge broek aan, droge sokken aan, en de natte zooi met een briefje voor mama in een plastic tasje. 

En haar mooie zwarte schoenen.... die bleven dus niet droog, daarin ging ze zompend naar huis.


donderdag 1 oktober 2020

Hij het 't wel gedoet!

Een grappig en soms ingewikkeld aspect van de kleine mensjes die ik op donderdag om mij heen heb is hun taalgebruik. Dit varieert van zeer basaal: "Juf, veter!", of zelfs een non-verbaal voor mijn neus gezette voet-met-schoen ("Wil je mij wat vragen?" "Wil je mijn veter strikken?" Tuurlijk kind") tot behoorlijk geavanceerd en compleet: "Maar ik vind het helemaal geen goed idee als de mensen de tijger dood gaan maken!"  Niet nader te noemen gebaren horen ook tot het repertoire van mijn kleuters, zelf gebezigd, of vol verontwaardiging aanschouwd. 

Laten we eerlijk zijn, de Nederlandse taal zit best ingewikkeld in elkaar. Zo zei mijn dochter ooit dat ze haar speelgoed had opgebruimd (want opruimen klinkt toch behoorlijk als obruimen) en is er een opname op een cassettebandje van mijzelf als bijna tweejarig grietje. Mijn vaders stem zegt: "kuiken...." En dan zegt Minivonne: "Kleine kuikjes ook..." Da's mooi he? Twee kuiken, dus één kuik, en kleine kuikjes. 

Vandaag tijdens het buitenspelen zijn er wat akkefietjes. Geen wonder dat er soms wat mis gaat, met heel veel kleine mensen samen op het plein/ "Juf! Hij heb mij geslaagd!" "Maar hij slaagte mij ook!" "Nou, als jullie er allebei mee ophouden, dan is het opgelost." Twee knikkende mannetjes, en ze lopen gezellig samen weg alsof er helemaal niet geslaagd is. 

Na het buitenspelen moet er natuurlijk opgebruimd worden (goeie woorden moet je erin houden). Dat doen we met zijn allen, maar dat is nog niet tot iedereen doorgedrongen. Sommige kinderen komen graag voortijdig in de rij staan "Waarom ben jij niet aan het helpen?" "Ja maar ik had eerst wel
gehelpt!" 

Eenmaal weer binnen is er nog tijd om lekker te spelen. we spelen met alle drie de groepen door elkaar. en de kinderen mogen kiezen en aantekenen op welk 'plein' ze gaan spelen. In mijn lokaal, het rekenplein, zijn de bouwhoek, de lego, de kralenplanken en de houten trein favoriet bij veel kinderen. Een paar kleuters uit een andere groep liggen op de grond en bouwen een prachtige treinbaan met bochten, wissels en de overweg. Dan komen de treinen erop. Een van de kinderen komt bij me: "Juf! De elektrische doet het niet." Het was mij eigenlijk nog niet opgevallen dat er een elektrische trein was, dus ik zeg: "Volgens mij deed die het sowieso al niet.:" Maar de meiden weten wel beter, want "Hij het 't wel gedoet!" Zeg zelf, daar is geen woord Spaans bij.

En toen kwam een van mijn eigen meiden een beetje in paniek bij me. Tijdens het kiezen van de pleinen had ze op de wc gezeten. "Juf!! Ik heb nog niet gekiest!" 

En ik hoor mezelf zeggen: "Geeft niet, dan moet je nu nog maar even kozen..."