2. Zet je naam op je getekende buik.
3. Knip jezelf uit.
De opdrachtkaart stond op de tafel toen ze de klas inkwamen, er lagen kleine papiertjes en er stonden potten met kleurpotloden.
Als ik de klas binnenkom, zijn de meeste kinderen druk aan het tekenen, een paar kinderen lopen nog wat rond en een enkeling kijkt gefrustreerd naar zijn lege blaadje.
"Ik kan niet tekenen!"
Het is niet de eerste keer dat ik deze zin hoor in mijn verdiepingsgroepen. Ik kan niet... en vul dan maar wat in. Ik kan niet tekenen staat met stip op 1.
"Kijk eens achterom." Achter in de klas hangen de twee robotjes uit het Werkboek Mindset: Fixie en Growie. "Is dit een uitspraak die bij Fixie past of een uitspraak die bij Growie past?"
"Bij Fixie...."
Ja, bij Fixie. Fixie heeft een Fixed mindset, een vaste mindset. Hij doet graag dingen die hij al kan, want dan voelt hij zich lekker slim. Hij maakt liever geen fouten, en als je ergens hard voor moet oefenen, dan ben je er waarschijnlijk niet zo goed in.
Zijn vriendje Growie heeft een growth mindset, een groeimindset. Hij houdt van uitdagingen, leert graag iets nieuws, weet dat fouten maken erbij hoort en is bereid hard voor te oefenen als hij iets nieuws leert.
Iedereen denkt soms als Fixie en soms als Growie, al wil niet iedereen toegeven dat hij een innerlijke Fixie heeft. Juist degenen met een knoeperd van een Fixed mindset roepen Growie hoog van de toren, Maar zeg nou zelf, het is toch heerlijk om iets te doen waar je heel goed in bent en dat voor jou lekker vanzelf gaat. Maar als je iets nieuws wil leren, is het wel handig om Growie in je achterhoofd te hebben.
Als je meteen roept "Ik kan niet tekenen" en je gaat het niet eens proberen, dan komt er geen poppetje op papier.
Alle poppetjes zijn getekend en iedereen heeft voor zichzelf een doel opgeschreven waar hij aan wil werken. Beter begrijpend lezen, een hockeytrucje, goed plannen, beter leren keepen, Spaans leren, het nieuwe liedje van pianoles of niet meer zo snel boos worden als ik verlies met een spelletje.
En wat ga je doen om dat doel te bereiken? Vooral veel oefenen, want dat werkt. Soms is het saai, maar je moet er wat voor over hebben om je doel te bereiken. Hulp vragen, de kunst afkijken van iemand die het al heel goed kan.
"Ik zat op keeperstraining, maar daar ben ik afgegaan, want ik vond al dat commentaar van de trainers irritant. Maar misschien wil ik er dan toch wel weer op...."
Waar sta of zit je in de leerkuil? Afgelopen week hebben alle kinderen zichzelf in de leerkuil gezet op de plek waar ze op dat moment stonden. Sommigen waren al een aardig eindje op weg, anderen duikelden net op de kop naar beneden.
Deze week hebben ze aan hun doel gewerkt. Of niet. En misschien zijn ze wel een stukje opgeschoven in de leerkuil. Wie dat van zichzelf vindt, mag zijn poppetje verzetten. Sommige kinderen waren het bestaan van het doel eigenlijk een beetje vergeten. Geeft niet, maar dan kom je niet vooruit. Veel kinderen schuiven toch wel een stukje op. En één jongen zet zichzelf een stukje terug, want hij blijkt aan zijn doel een grotere kluif te hebben dan hij had voorzien. Ook een mooi inzicht!
Als je aan het begin van de leerkuil staat en je kijkt over het randje, dan is dat heel erg eng! Want je weet dat je iets heel spannends gaat doen: Iets leren dat je nog niet kunt. En je weet dat je vaak gevoelens van frustratie tegen kunt komen en dat je soms wil opgeven. en dat je moet oefenen en keihard werken om er weer uit te komen. Het is dus eigenlijk superstoer als je wel die leerkuil induikt.
Ik vertel de kinderen dat grote mensen dat ook nog steeds spannend vinden, die leerkuil, hartstikke handig als ze dat nu al leren dus.
"Jij ook?"
"Ja, ik ook. Ik moet een nieuw stuk leren op mijn cello. En ik vind het supermoeilijk. Afgelopen week was ik er nog niet aan begonnen en toen stond ik bovenaan bij de leerkuil en ik durfde eigenlijk niet naar beneden. Maar ik heb hulp gevraagd aan mijn cellojuf en nu sta ik hier:
Ik wijs onderaan in de leerkuil. Helemaal beneden. Ik snap het stuk nu wel, maar ik kan het nog lang niet goed spelen. "En ik wil hier naartoe." Helemaal naar boven, bij dat vlaggetje.
"En weten jullie wanneer ik daar wil zijn? Morgen."
"Is dat realistisch jongens?" Nee. dat is niet realistisch, dat moet ik toch wel snappen. Ja, ik snap het wel, maar ik wil het toch, want morgen is de orkestrepetitie.
"Vind jij dat dan ook eng?"
Best een stoere vraag eigenlijk.
"Ehm, ja, dat vind ik hartstikke eng. Want ik zit vooraan en iedereen ziet het als ik het niet kan. En als ik aan het oefenen ben, en het lukt niet meteen, dan denk ik soms dat het nooit gaat lukken. Dus ik wil het eigenlijk nu kunnen. Maar ja, zo werkt het niet."
Af en toe gooi ik er zo'n persoonlijk verhaaltje tussendoor. Ik merk dat het werkt, dat het kinderen helpt om ook dichter bij zichzelf te durven komen.
Volgende week zal ik ze vertellen hoe het ging, bij de orkestrepetitie. Maar vanmiddag ben ik eerst nog even heel erg hard gaan oefenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!