donderdag 21 september 2023

Leerkuil

1. Maak een tekening van jezelf,.
2. Zet je naam op je getekende buik. 
3. Knip jezelf uit.

De opdrachtkaart stond op de tafel toen ze de klas inkwamen, er lagen kleine papiertjes en er stonden potten met kleurpotloden. 

Als ik de klas binnenkom, zijn de meeste kinderen druk aan het tekenen, een paar kinderen lopen nog wat rond en een enkeling kijkt gefrustreerd naar zijn lege blaadje.

"Ik kan niet tekenen!" 

Het is niet de eerste keer dat ik deze zin hoor in mijn verdiepingsgroepen. Ik kan niet... en vul dan maar wat in. Ik kan niet tekenen staat met stip op 1.

"Kijk eens achterom." Achter in de klas hangen de twee robotjes uit het Werkboek Mindset: Fixie en Growie. "Is dit een uitspraak die bij Fixie past of een uitspraak die bij Growie past?"
"Bij Fixie...." 

Ja, bij Fixie. Fixie heeft een Fixed mindset, een vaste mindset. Hij doet graag dingen die hij al kan, want dan voelt hij zich lekker slim. Hij maakt liever geen fouten, en als je ergens hard voor moet oefenen, dan ben je er waarschijnlijk niet zo goed in. 
Zijn vriendje Growie heeft een growth mindset, een groeimindset. Hij houdt van uitdagingen, leert graag iets nieuws, weet dat fouten maken erbij hoort en is bereid hard voor te oefenen als hij iets nieuws leert.

Iedereen denkt soms als Fixie en soms als Growie, al wil niet iedereen toegeven dat hij een innerlijke Fixie heeft. Juist degenen met een knoeperd van een Fixed mindset roepen Growie hoog van de toren, Maar zeg nou zelf, het is toch heerlijk om iets te doen waar je heel goed in bent en dat voor jou lekker vanzelf gaat. Maar als je iets nieuws wil leren, is het wel handig om Growie in je achterhoofd te hebben. 
Als je meteen roept "Ik kan niet tekenen" en je gaat het niet eens proberen, dan komt er geen poppetje op papier. 


Alle poppetjes zijn getekend en iedereen heeft voor zichzelf een doel opgeschreven waar hij aan wil werken. Beter begrijpend lezen, een hockeytrucje, goed plannen, beter leren keepen, Spaans leren, het nieuwe liedje van pianoles of niet meer zo snel boos worden als ik verlies met een spelletje.

En wat ga je doen om dat doel te bereiken? Vooral veel oefenen, want dat werkt. Soms is het saai, maar je moet er wat voor over hebben om je doel te bereiken. Hulp vragen, de kunst afkijken van iemand die het al heel goed kan.

"Ik zat op keeperstraining, maar daar ben ik afgegaan, want ik vond al dat commentaar van de trainers irritant. Maar misschien wil ik er dan toch wel weer op...."

En dan de leerkuil. Als je iets nieuws leert, duikel je vaak de leerkuil in. En voor je aan de overkant bent en geleerd hebt wat je wil leren, moet je klimmen, soms een muurtje van angst en zenuwen over, doorzetten, hulp vragen misschien en vooral oefenen, heel veel oefenen. 

Waar sta of zit je in de leerkuil? Afgelopen week hebben alle kinderen zichzelf in de leerkuil gezet op de plek waar ze op dat moment stonden. Sommigen waren al een aardig eindje op weg, anderen duikelden net op de kop naar beneden.

Deze week hebben ze aan hun doel gewerkt. Of niet. En misschien zijn ze wel een stukje opgeschoven in de leerkuil. Wie dat van zichzelf vindt, mag zijn poppetje verzetten. Sommige kinderen waren het bestaan van het doel eigenlijk een beetje vergeten. Geeft niet, maar dan kom je niet vooruit. Veel kinderen schuiven toch wel een stukje op. En één jongen zet zichzelf een stukje terug, want hij blijkt aan zijn doel een grotere kluif te hebben dan hij had voorzien. Ook een mooi inzicht!

Als je aan het begin van de leerkuil staat en je kijkt over het randje, dan is dat heel erg eng! Want je weet dat je iets heel spannends gaat doen: Iets leren dat je nog niet kunt. En je weet dat je vaak gevoelens van frustratie tegen kunt komen en dat je soms wil opgeven. en dat je moet oefenen en keihard werken om er weer uit te komen. Het is dus eigenlijk superstoer als je wel die leerkuil induikt. 

Ik vertel de kinderen dat grote mensen dat ook nog steeds spannend vinden, die leerkuil, hartstikke handig als ze dat nu al leren dus. 
"Jij ook?" 
"Ja, ik ook. Ik moet een nieuw stuk leren op mijn cello. En ik vind het supermoeilijk. Afgelopen week was ik er nog niet aan begonnen en toen stond ik bovenaan bij de leerkuil en ik durfde eigenlijk niet naar beneden. Maar ik heb hulp gevraagd aan mijn cellojuf en nu sta ik hier: 
Ik wijs onderaan in de leerkuil. Helemaal beneden. Ik snap het stuk nu wel, maar ik kan het nog lang niet goed spelen. "En ik wil hier naartoe." Helemaal naar boven, bij dat vlaggetje. 
"En weten jullie wanneer ik daar wil zijn? Morgen."
Ik word ongelovig aangestaard. MORGEN?
"Is dat realistisch jongens?" Nee. dat is niet realistisch, dat moet ik toch wel snappen. Ja, ik snap het wel, maar ik wil het toch, want morgen is de orkestrepetitie.

"Vind jij dat dan ook eng?"
Best een stoere vraag eigenlijk. 
"Ehm, ja, dat vind ik hartstikke eng. Want ik zit vooraan en iedereen ziet het als ik het niet kan. En als ik aan het oefenen ben, en het lukt niet meteen, dan denk ik soms dat het nooit gaat lukken. Dus ik wil het eigenlijk nu kunnen. Maar ja, zo werkt het niet."

Af en toe gooi ik er zo'n persoonlijk verhaaltje tussendoor. Ik merk dat het werkt, dat het kinderen helpt om ook dichter bij zichzelf te durven komen.

Volgende week zal ik ze vertellen hoe het ging, bij de orkestrepetitie. Maar vanmiddag ben ik eerst nog even heel erg hard gaan oefenen.



donderdag 14 september 2023

Seslootslas

Wie weet er nog meer een woord dat begint met de ssssss? 

Slak, sok, stoel, zelfs shirt komt voorbij. Heel goed! 

"Juf! Juf! Ik!" Roept het piepstemmetje van poppenkind naast me. Haar vinger zwaait driftig voor mijn ogen heen en weer.  Ze is mijn helpend handje vandaag en heeft het beste zicht van iedereen op het blad met de letter s en de plaatjes ernaast.

"Ik heb je gezien en gehoord poppenkind, maar ik zie dat er ook kinderen met een stille vinger zijn. Die ga ik eerst even vragen."

Het piepstemmetjes stopt, de vinger blijft zwaaien.

"Poppenkind, weet jij nog een woord waar je de ssss hoort?"

"Een... seslootslas!"

Kijk, je kunt het op deze manier moeilijk ontkennen, maar een vergrootglas, dat staat niet op de kaart. Waar haalt ze dat dan vandaan? Ik kijk nog eens. O wacht. De spiegel! Poppenkind wil er eigenlijk niet aan. Het is geen spiegel, een spiegel hangt aan de muur.


Vandaag is een gezellige dag. Alle kinderen zijn in een opperbest humeur en op een paar kleine aanvarinkjes na zijn er weinig calamiteiten. 

Nou ja, aanvarinkjes, aanduwinkjes zijn het. Blond bonkie en Energiebommetje zijn vriendjes, maar alleen als ze allebei de pet goed hebben staan, als ze niet toevallig allebei hetzelfde speelgoed op hetzelfde moment willen hebben en als de een niet net even de ander in de weg loopt. 

In de rij bij de deur gaat het een beetje mis. Ineens zit Energiebommetje huilend in de kast en blond bonkie staat met een mix van boos en beteuterd op zijn gezicht tegenover hem.

Terwijl de rest van de klas met de gymmeester naar buiten gaat, roep ik de mannetjes bij me. Wat is er gebeurd? "Blond bonkie heeft me in de kast geduwd!" "Ja maar.... ik vind hij niet lief!"  

Tja, dat kan wel wezen, maar duwen doen we niet. Als we boos zijn, dan zeggen we: "Stop daarmee!  of: Ik wil niet dat je dat doet!". Blond bonkie knikt. Hij weet het wel, hij heeft zijn primaire reactie alleen nog niet zo onder controle. Maar hij is van goede wil en hand in hand loopt hij met Energiebommetje naar de gymles op het plein.


"Juf? Wil je een ijsje"  "Graag! Welke smaak is het?" "Aardbeien"

Ik ben gek op aardbeienijs en neem de denkbeeldige lekkernij in dankbaarheid van Energiebommetje aan. Hij zit op de fiets, met een aanhangwagen erachter. 

"Kom, we gaan hier echt ijs in doen!" Vrolijke katuitdeboom neemt Energiebommetje en zijn fiets mee.

Even later zijn ze weer terug. De aanhanger zit vol zand. "Wil je nog een ijsje" Tuurlijk wil ik nog een ijsje, maar het zand moet wel terug in de zandbak. Want als het zand op de stoep komt, dan komt het in de put. Dan krijgen we weer van die grote plassen als het regent en dan kunnen we niet fijn buitenspelen.

Zonder problemen wordt het zand terug gebracht en in de zandbak geschept. 

Van ijsverkoper is Energiebommetje veranderd in een piraat. Met zijn verrekijker, een pylonnetje, kijkt hij het plein rond. Wel een goeie piraat trouwens, hij is op zoek naar boeven. 

"Energiebommetje, kom eens bij me."

Hij fietst tot vlak voor mijn voeten. 

"Jij luistert zo goed vandaag. Dat vind ik heel fijn!"

Stomverbaasd laat hij zijn verrekijker zakken. Hij kijkt me ongelovig aan.

"HUH??? Hoe kan DAT nou?"

"Ja jongen, 't is net toveren he? Maar 't gaat hartstikke goed vandaag en ik ben blij."

Hij ook, hij gaat lekker zijn gang. Even later is hij geen piraat mee. Nu is hij drummer.


zondag 10 september 2023

Balanceren

Vol verwondering kijk ik naar vandaag.

Vandaag is het 45 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Dat zou me niet moeten verbazen, ik heb het tenslotte al een poosje aan kunnen zien komen. Maar als ik erover nadenk, ben ik totaal verbaasd over de bizarre verhoudingen. 

5:45
1:9


Vijf jaar lang had ik een moeder. Vijfenveertig jaar leef ik zonder haar door. Vijfenveertig van de vijftig. Negen tiende deel.

Nou ja, zonder haar, da's natuurlijk niet helemaal waar. Ik weet het nog, die jaren dat ze er wel was. Hoe ze me troostte toen ik mijn vingers tussen de deur kreeg. Hoe ze me zo vertrouwde dat ik met mijn 5-jarige zelf naar de winkel mocht om twee pakken melk te halen. Hoe ze me leerde breien. Hoe we spelletjes deden, en dat ze voor mij een jurk maakte voor de bruiloft van mijn oom en tante, van dezelfde stof als van haar eigen jurk. Ik noemde het mijn grotemensenjurk en stond stralend en trots op de foto.


Zelfs dat wat was voor ik bewust herinneringen maakte leeft nog in mij. Hoe we elkaar voor het eerst zagen, toen ik net op haar buik was gelegd na een vliegende stuitbevalling, hoe ze me droeg, hoe ze naar me keek, hoe ze zag hoe ik groeide, haar trots toen ik mijn eerste stapjes zette,, haar ontroering toen ik voor het eerst mama zei. 

Ik weet het niet meer, niet echt, maar het is niet weg. Het is er nog.

Ik balanceerde de afgelopen week een beetje over het randje van gevoel. Niet zwaar. Zwaar balanceren is gevaarlijk, want als je valt, dan val je hard. Ik balanceerde luchtig en lichtvoetig tussen wat er te voelen was door, mijn evenwicht bewarend, soms een beetje wiebelig en als het nodig was ben ik er gewoon even bij gaan zitten. Ik weet het al lang, gevoel wil gevoeld worden en er in meegaan is echt makkelijker dan het buiten proberen te houden.

Ik balanceerde langs het gevoel van 5 en 45, langs de moeder van een vriendin die met pensioen ging, langs een heerlijke middag met mijn eigen meiden, en het besef dat ik niet had wat zij hebben, en dat mijn moeder nooit heeft gekend wat ik nu heb. Langs een lieve collega die 39 werd, en het besef dat ik al lang zonder moeder verder ging toen zij nog in de hare groeide.

Ik bewaarde mijn evenwicht langs ouders van een kleuter, die niet samen door een deur kunnen en hun kind, dit kind dat nu ongeveer zo oud is als ik toen, niet boven hun eigen gedoe kunnen plaatsen, langs mensen die klagen hoe zwaar het is dat ze elke keer maar voor hun oude moeder moeten zorgen, en langs de buurvrouw, die haar ouders uitzwaaide en heel goed beseft hoe gelukkig ze met hen is.

Vanochtend zong ik met mijn koor, het koor waar ik al 35 jaar bij zing en dat daardoor ook zo bijzonder is. 15 jaar zonder, 35 jaar met. Ik een groep die ik ken en waar ik me gekend weet.

Ik balanceerde langs onze dirigente, die met haar kwieke in-de-80 nog enthousiast voor ons staat te zwaaien, maar die ook nog weet wan die keer dat ik, een paar maanden na het overlijden van mijn moeder, bij hen op bezoek was, een klein grietje van vijf, dat lekker op haar hoogzwangere schoot kwam zitten.

Ik wiebel door de dag, door de week. en ik wiebel met een glimlach. 

Zoals mijn moeder mij kende, zo kende niemand mij, en zal ook nooit iemand mij meer kennen. En zoals ik haar kende.... zoals ik haar ken, zo kent niemand anders haar. 

 Alles, alle herinneringen die ik wel en niet heb, alles wat was, zit in me. Zij zit in me.