Maar het kriebelt toch. Het gevoel dat ik iets liet liggen waar ik eigenlijk veel lol aan beleefde. En dus pak ik het weer op, het schrijven op mijn blog.
Ruim een half jaar duurde het, die andere pauze. Ruim een half jaar niet hardlopen. Ik had er gewoon geen zin in. Mijn lijf wel, maar ik niet. En ik won.
Begin deze week ben ik weer begonnen, in mijn kersverse Bullet Journal verbeeldde ik mijn doel: 5 km hardlopen. Niet vandaag niet morgen, maar ehm... nou ja, ooit. In stapjes werk ik naar die 5 km toe, kleine stapjes zijn het, ik ben al blij met 500 m. Maar hé, toen ik deze week aan het opruimen was en 100.000 keer de trappen op en neer liep, merkte ik toch echt (echt!) de verbetering in mijn conditie na 2 keer hardlopen. En, tot mijn verbazing was ik teleurgesteld toen ik afgelopen dagen naar buiten keek en het rotweer was.
Vanochtend scheen de zon, ik kon weer. Kleine stukjes beetje hardlopen, meer flink doorwandelen. Langs net doorkomende katjes aan de struiken langs de oever van een sloot, langs een vlaamse gaai dicht langs het pad.
Tot ik bij een raar schouwspel kom. Een zwaan ligt, nee hangt, in het water, zijn (of haar?) kop op de hoge kant, nek uitgerekt, achterlijf in het water. Zit hij vast? Is hij gewond? Of dood misschien? Twee andere zwanen zijn erbij en proberen hem te bevrijden. Voorzichtig loop ik naar de hoge waterkant waar de zwaan hangt. De kop en de nek lijken niet vast te zitten. Maar hij leeft!
Misschien zit hij onder water vast. Ik bel de dierenambulance en vertel waar ik sta. "O, gaat het om die zwaan? Daar belde al iemand over, maar die wist niet zeker of de zwaan nog leefde. De dierenambulance is nu naar een andere melding, maar komt daarna." Terwijl ik bel, komt er een jonge vrouw aangesneld. Zij is van de spijkers met koppen. Doortastend haalt ze een lange, stevige tak uit het water een stukje verder op. Met de tak voelt ze "hij lijkt niet vast te zitten". Als we de zwaan een beetje los duwen, probeert hij de kant weer op te klimmen, maar dat lukt niet. We negeren de andere zwanen, waarvan er een ons met veel bravoure probeert weg te jagen.
Samen helpen we de hangzwaan de kant op. hij laat zich gewillig helpen, maar op de kant aangekomen begint hij naar ons te blazen. We geven hem wat ruimte en hij schudt zijn veren los en zet een paar wiebelende stapjes. Zowel de zwaan als wij concluderen dat alles het nog doet. Een beetje groezelig, nat een koud is 'ie, maar hij lijkt niet gewond, Mijn mederedster en ik nemen blij afscheid van elkaar, we waren even partners, en hebben onze taak volbracht.
Even later sta ik onder de douche, ik was koud geworden, had op het natte gras gezeten, mijn broek zat onder de modder, maar ach, we hebben een wasmachine. Langzaam werd ik weer warm. En ik voelde mee een heel klein beetje held.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!