En even verderop, vier koeloze poten.
Elkaar kwijtgeraakt zeker,
maar toch in de wolken
Vanochtend vertrok ik in het donker en reed ik door de mist. Een heerlijk uurtje wakker worden op de fiets. Frisse wangen, koude tenen en de eerste handschoenen van het jaar.
"Juf! Hij is in de prullenbak gevallen! Mijn banaan!" Met zijn grote donkere ogen kijkt hij me aan. Vol verwondering, maar misschien ook met een tikkeltje vrolijke afwachting, daar is 'ie slim genoeg voor. Zou ze 't door hebben? Eerlijk gezegd, toen ik even daarvoor een beginnetje maakte aan zijn nogal bruine en enigszins snotterige banaan verbaasde het me al dat hij zonder protest met zijn papbanaan terugwandelde naar zijn stoel. Kennelijk heeft hij bij nadere inspectie besloten dat de prullenbak zogenaamd per ongeluk toch de beste plek is voor zijn pauzehapje.
"Jawel, ik heb nog een klein beetje!"
Sommige kinderen krijgen echt wel veel mee. 15 druiven, een kwart komkommer en een halve appel in stukjes is veel voor een kleuterbuik. 3 boterhammen voor tussen de middag ook. Soms is het best lastig in te schatten of een kind echt genoeg heeft gehad of niet alles opeet omdat het gewoon naar buiten wil. Of juist niet, dan is treuzelen ook een goeie tactiek.
Ik-weet-wat-ik-wilmeisje heeft, net als vorige week ,een flesje water bij zich. Woensdag is waterdag. Een mooi fenomeen, want als er op mijn enige werkdag in de week een fles of beker om gaat, kan ik altijd zeggen: "Geeft niks, droogt vanzelf weer" Geen vlekken of plakkerige toestanden op de woensdag. De halve liter water van ik-weet-wat-ik-wilmeisje is bedoeld voor twee pauzes, maar als je in de eerste pauze stiekem niks drinkt, blijft er wel veel over voor bij het brood. Schuin naar mij kijkend neemt ze een paar nepslokken. Haar brood is al op en ze heeft duidelijk geen zin om te drinken.
"Heb je bij het fruit niks gedronken?" Ze schudt nee, de fles aan haar lippen. Ze mag dan weten wat ze wil en moeilijk op andere ideeën te brengen zijn, eerlijk is ze wel. Bijna alle andere kinderen zijn al buiten. Brood op, beker leeg, klaar. Maar de fles van ik-weet-wat-ik-wilmeisje is nog bijna even vol als toen ik de dop er voor haar af draaide. Dat ze nu niet in een keer een hele halve liter op kan drinken snap ik, dus ik wijs tot waar hij leeg moet: het midden ongeveer. Goed drinken is belangrijk. Na elk minislokje zet ze de fles op tafel om te keuren. "Juf, is dit genoeg?" Met haar vinger geeft ze een waterpeil aan dat een stuk hoger ligt dan ik zonet had opgedragen. 't Schiet niet echt op zo en ik wil zelf ook nog wel even naar buiten.
"Weet je wat? Je moet het opdrinken tot onder het stickertje." Met haar priemende oogjes kijkt ze me bozig aan. Dit vindt ze duidelijk een veel te sjoemelloze grens. Als ik weer naar haar kijk, liggen er 3 etiketjes naast haar fles op tafel. Weg sjoemelloze grens. Even later probeert ze driftig de door mij getekende lijn weg te poetsen, maar helaas voor haar, de juf is niet gek en de stift watervast. Ik-weet-wat-ik-wilmeisje kiest eieren voor haar geld en drinkt in no time tot de lijn. Geen milliliter meer. Een beetje winnen is ook winnen.
In de zonnige namiddag fiets ik naar huis. Een heerlijk uurtje terugkijken op een fijne dag met mijn lieve, grappige, originele en hartelijke kleuters.
En de koeien, die hebben hun poten weer teruggevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!