"Ja, zo doet mama het!"
Het jochie van 7 bij mij aan tafel was enthousiast, hij herkende wat ik voordeed. Ik daarentegen, ik moest me even ongezien herstellen. Even daarvoor hadden we het gehad over waarom het nou handig is om "zingend te lezen". Deze jongen, en ook de andere jongen in ons gezelschap, bleef nog hangen in het hakken en plakken (h-a-k....hak) Dat lukt met kleine woorden, maar als je moeilijkere dingen, langere woorden, gaat lezen, wordt het een beetje ingewikkeld. Ik had er een boekje bij gepakt en las: "ei-g-e-n-l-ij-k...… ehm…. w-a-s... was..." En zo doet mama het dus.
Ik liet niet merken dat ik even van mijn à propos was, en zei: "O, dus mama vindt lezen ook best moeilijk?" Dit beaamde hij. "Ja, dat gebeurt wel vaker, grote mensen vinden lezen soms ook echt nog moeilijk. Dat geeft niet, maar het is wel handig als jullie het makkelijker gaan kunnen" We hadden het over leuke boeken met spannende verhalen, over spelregels, gebruiksaanwijzingen en boodschappen doen.
Wat ik de jongens vertelde is waar: meer volwassenen hebben dat. Zo'n 18% van de volwassenen in Nederland heeft grote moeite met lezen en/of schrijven, is te lezen op de website van Stichting lezen en schrijven. Zij kunnen lezen, maar op een dusdanig laag niveau dat ze daar ernstige hinder van ondervinden in het dagelijks leven. Brieven van school lezen is moeilijk, voorlezen aan je kinderen is moeilijk, de weg vinden, reizen met het openbaar vervoer, werken met de computer... allemaal dingen die vanzelfsprekend zijn als je gewoon gemakkelijk leest. 18 %... Dat is veel.
Ze werkten hard, dit jongetje, en dat andere jongetje ook. Ze keken op het door de juf gemaakte schema, en deden wat er stond, extra leesoefeningen met de juf, alleen, spelletjes met zijn tweetjes, en oefenden ook op de computer, op school, maar ook thuis, Want mama vond lezen wel moeilijk, maar ze vond het ook heel belangrijk dat haar kind het beter leerde dan zij. Af en toe, als ik een kwartiertje over had, pikte ik de beide jongens even op uit het lokaal.
Als je oefent, en oefent, en oefent, dan wordt het
dikker, en dikker en dikker.
|
We oefenden het zingend lezen met de woorden in het klikklakboekje: zzzzzeeeeeffff. Eerst las ik het rijtje, dan deden we het samen, en dan de jongens, om de beurt. Ik vertelde ze over hersencellen, en verbindingen daartussen, en dat oefenen de verbindingen sterker maakt, zodat ze nooit meer weggaan. Ik tekende de verbindingen op een papiertje: kijk, eerst is er een dun lijntje, en als je niet blijft oefenen, dan is dat zo weer weg. Maar als je oefent, en oefent, en oefent, dan wordt het dikker en dikker en dikker, en er komt een beschermlaagje omheen, net als het laagje plastic om een snoer.
(zie ook Met je viool op een geitenpaadje)
Na een vakantie, we hadden elkaar een poosje niet gezien, vroeg ik of ze wisten waarom het zo belangrijk was om mee te lezen als de ander aan het lezen was. "Ja," riep het jongetje, "want dan worden de lijntjes dikker!"
Deze jongen, die wordt later waarschijnlijk geen professor, geen ingenieur, en ook geen econoom.
Misschien wordt hij wel vrachtwagenchauffeur, maar wel een die de weg kan vinden op de kaart, ook als de Tomtom het niet doet. Of hij wordt den heel goede fietsenmaker, die met gemak onderdelen kan bestellen en facturen naar zijn klanten kan versturen. Of hij wordt een elektromonteur, die zonder moeite de gebruiksaanwijzing van een nieuwe cv-ketel kan lezen.
In ieder geval, dat weet hij nu al, wordt hij vader. en niet zomaar eentje, vertelde hij me met blije schitterogen.
"Later als ik groot ben, ga ik mijn kinderen ELKE dag voorlezen!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!