Een blog over wat mij bezig houdt. Over kinderen, hoogbegaafdheid, naaien, haken, foto's en dat wat op mijn pad komt
zaterdag 31 oktober 2015
woensdag 28 oktober 2015
Met je viool op een geitenpaadje
Tijdens mijn opleiding Talentbegeleider heb ik me onder andere bezig gehouden met de meerwaarde van muziekonderwijs voor cognitief getalenteerde kinderen. Wat leren kinderen nou wel van muziekles dat ze (vaak) niet op school leren? Dat bleek heel veel te zijn, en ik zal daar nog vaker op terugkomen.
Vandaag: het geitenpaadje!
Het geitenpaadje komt uit de boeken Breindidactiek voor leerkrachten en Breinlink voor ouders van Gerjanne Dirksen,
Deze geit woont met haar familie in de bergen. Op een dag loopt ze door het lange gras over de heuvel en vindt daar een heerlijke wei met mals gras en lekkere bloemen. Waar ze net langsgelopen is, is het gras platgetrapt. De volgende dag is daar niets meer van te zien. Het gras is weer omhoog gekomen en je kunt niet meer zien waar de geit langs ging.
Maar die geit wil wel weer naar dat mooie weitje en neemt haar familie mee. Elke dag lopen ze nu langs hetzelfde weggetje van hun slaapwei naar de bloemenwei. En na verloop van tijd verdwijnt het gras waar ze lopen. Je kunt het paadje nu duidelijk zien, zelfs als de geiten al lang verdwenen zijn.
Wandelaars in de bergen vinden dat eigenlijk wel handig, die gaan dat paadje ook gebruiken. Het is alleen wel een beetje onhandig als het geregend heeft. want dan is het modderig en glibberig. En na het winterseizoen, als de geiten in de stal staan en de mensen in hun huizen blijven, dan wordt het paadje toch weer overgroeid en is het lastig terug te vinden. En dus wordt er grind op het paadje gegooid. Het is nu nog een duidelijker paadje geworden. De bloemenwei is een toeristische attractie geworden en om het ook voor rolstoelen bereikbaar te maken, besluit de plaatselijke ondernemersvereniging het te asfalteren. Dit pad gaat niet meer weg, zelfs al zou er een jaar niemand over lopen, dan nog zou je het zo terug kunnen vinden.
Zo gaat het ook in je hersenen. Er worden verbindingen gemaakt in de hersenen tussen neuronen (hersencellen) Dit is hoe wij leren. Maar als we een keer iets horen, zijn we het meestal de volgende dag wel weer vergeten. Het gras staat weer overeind.
Om iets te onthouden is herhaling belangrijk. Je moet vaker over hetzelfde paadje lopen. Topografie bijvoorbeeld, dat moet je toch even goed oefenen. Daarna haal je een 10 voor je toets en dan is het klaar. Je loopt niet meer over dit paadje, maar over het paadje van een volgende toets, en na verloop van tijd ontdek je dat je alles vergeten bent.
Wil je echt iets leren, blijvend onthouden, dan zul je vaak moeten herhalen, op verschillende manieren moeten oefenen, en het liefst meer zintuigen gebruiken. Dan wordt de verbinding tussen de neuronen steviger, en er wordt zelfs een laagje bescherming om aangelegd, myeline. Nu is er sprake van een fysieke, blijvende verandering in de hersenen. En wat je nu geleerd hebt, vergeet je niet meer. Het paadje gaat niet meer weg.
Omdat hoogbegaafde kinderen snel onthouden, hebben ze vaak niet veel oefening nodig om blijvende paadjes te maken. De myeline vormt zich snel, en er zijn bovendien al heel veel verbindingen in de hersenen, waaraan nieuwe informatie gelinkt kan worden.
Dat lijkt praktisch. Weinig moeite, toch resultaat. De avond voor de toets de samenvatting even doorlezen en gaan.
Tot die kinderen op de middelbare school komen. Of op de universiteit. En dan blijkt opeens dat even doorlezen niet genoeg is. Dat er te veel, te moeilijke stof is om zomaar zonder oefening te onthouden. En dan blijkt bovendien dat ze niet weten (echt niet weten!) hoe ze dit nu moeten aanpakken. Want ze hebben het nog nooit eerder nodig gehad.
Van veel mensen hoorde ik dat dit een van de dingen was die hun kinderen niet op school leerden, maar wel bij de muziek: oefenen! Grote stukken opdelen in kleine stukjes. Eindeloos hetzelfde stukje herhalen. Lastige ritmes oefenen in een toonladder. Kleine stukjes weer samenvoegen tot het grote geheel. Mijn jongste dochter is er een meester in. Eindeloos oefenen tot het lukt. (en toen beloofde ik haar voor de grap een euro als ze het hele stuk zaterdag uit haar hoofd kent. Die euro ben ik kwijt.)
Oefenen helpt. Met je viool op een geitenpaadje ontstaat er prachtige muziek.
Vandaag: het geitenpaadje!
Het geitenpaadje komt uit de boeken Breindidactiek voor leerkrachten en Breinlink voor ouders van Gerjanne Dirksen,
Deze geit woont met haar familie in de bergen. Op een dag loopt ze door het lange gras over de heuvel en vindt daar een heerlijke wei met mals gras en lekkere bloemen. Waar ze net langsgelopen is, is het gras platgetrapt. De volgende dag is daar niets meer van te zien. Het gras is weer omhoog gekomen en je kunt niet meer zien waar de geit langs ging.
Maar die geit wil wel weer naar dat mooie weitje en neemt haar familie mee. Elke dag lopen ze nu langs hetzelfde weggetje van hun slaapwei naar de bloemenwei. En na verloop van tijd verdwijnt het gras waar ze lopen. Je kunt het paadje nu duidelijk zien, zelfs als de geiten al lang verdwenen zijn.
Wandelaars in de bergen vinden dat eigenlijk wel handig, die gaan dat paadje ook gebruiken. Het is alleen wel een beetje onhandig als het geregend heeft. want dan is het modderig en glibberig. En na het winterseizoen, als de geiten in de stal staan en de mensen in hun huizen blijven, dan wordt het paadje toch weer overgroeid en is het lastig terug te vinden. En dus wordt er grind op het paadje gegooid. Het is nu nog een duidelijker paadje geworden. De bloemenwei is een toeristische attractie geworden en om het ook voor rolstoelen bereikbaar te maken, besluit de plaatselijke ondernemersvereniging het te asfalteren. Dit pad gaat niet meer weg, zelfs al zou er een jaar niemand over lopen, dan nog zou je het zo terug kunnen vinden.
Zo gaat het ook in je hersenen. Er worden verbindingen gemaakt in de hersenen tussen neuronen (hersencellen) Dit is hoe wij leren. Maar als we een keer iets horen, zijn we het meestal de volgende dag wel weer vergeten. Het gras staat weer overeind.
Om iets te onthouden is herhaling belangrijk. Je moet vaker over hetzelfde paadje lopen. Topografie bijvoorbeeld, dat moet je toch even goed oefenen. Daarna haal je een 10 voor je toets en dan is het klaar. Je loopt niet meer over dit paadje, maar over het paadje van een volgende toets, en na verloop van tijd ontdek je dat je alles vergeten bent.
Wil je echt iets leren, blijvend onthouden, dan zul je vaak moeten herhalen, op verschillende manieren moeten oefenen, en het liefst meer zintuigen gebruiken. Dan wordt de verbinding tussen de neuronen steviger, en er wordt zelfs een laagje bescherming om aangelegd, myeline. Nu is er sprake van een fysieke, blijvende verandering in de hersenen. En wat je nu geleerd hebt, vergeet je niet meer. Het paadje gaat niet meer weg.
Omdat hoogbegaafde kinderen snel onthouden, hebben ze vaak niet veel oefening nodig om blijvende paadjes te maken. De myeline vormt zich snel, en er zijn bovendien al heel veel verbindingen in de hersenen, waaraan nieuwe informatie gelinkt kan worden.
Dat lijkt praktisch. Weinig moeite, toch resultaat. De avond voor de toets de samenvatting even doorlezen en gaan.
Tot die kinderen op de middelbare school komen. Of op de universiteit. En dan blijkt opeens dat even doorlezen niet genoeg is. Dat er te veel, te moeilijke stof is om zomaar zonder oefening te onthouden. En dan blijkt bovendien dat ze niet weten (echt niet weten!) hoe ze dit nu moeten aanpakken. Want ze hebben het nog nooit eerder nodig gehad.
Van veel mensen hoorde ik dat dit een van de dingen was die hun kinderen niet op school leerden, maar wel bij de muziek: oefenen! Grote stukken opdelen in kleine stukjes. Eindeloos hetzelfde stukje herhalen. Lastige ritmes oefenen in een toonladder. Kleine stukjes weer samenvoegen tot het grote geheel. Mijn jongste dochter is er een meester in. Eindeloos oefenen tot het lukt. (en toen beloofde ik haar voor de grap een euro als ze het hele stuk zaterdag uit haar hoofd kent. Die euro ben ik kwijt.)
Oefenen helpt. Met je viool op een geitenpaadje ontstaat er prachtige muziek.
zondag 25 oktober 2015
Het brei(n)clubje
Soms is het best lastig om uit te leggen waarom het belangrijk is dat (hoog)begaafde kinderen niet alleen extra werk krijgen, maar ook minder van het normale werk zouden moeten hoeven doen op school. Verrijking is geen extraatje, geen beloning omdat het gewone werk af is, maar pure noodzaak.
Al jaren geleden bedacht ik deze metafoor, en ik heb gemerkt dat hij werkt. Mensen begrijpen ineens hoe het zit. Ook mensen die niet van breien houden.
Het breiclubje
Stel je voor, je zit
op een breiclubje. Breien is leuk.
Je breit hartstikke netjes en foutloos, maar niet zo snel.
De rest van je groep breit sneller, maar laat steken vallen, waardoor er delen
uitgehaald moeten worden, en overgedaan, ze toveren er per ongeluk steken bij,
het ziet er allemaal eigenlijk niet zo mooi uit.
De juf zegt elke keer aan het begin: we gaan 20 cm recht breien. Eigenlijk zou je wel averecht willen gaan doen, en kabels, en ajour, en allerlei ingewikkelde patronen, maar je MOET eerst die 20 cm recht breien. Want je moet nog tempo leren maken, en recht breien is tenslotte de basis. Die moet goed zitten, anders lukt de rest ook niet.
Afijn, jij gaat breien, geconcentreerd en precies. Als je geluk hebt, heb je 5 minuten voor het einde van de tijd je 20 cm af. De breijuf zegt: “Keurig, hartstikke mooi gedaan. Dan mag je nu met je andere werk beginnen. Pak maar garen, en een voorbeeld van hoe het moet, en ga maar aan het werk.”
Ondertussen zijn je handen moe, heb jij eigenlijk geen zin meer, want je hebt al zo'n eind gebreid, je moet eerst nog je spullen pakken en steken op gaan zetten. Ajour ziet er mooi uit, maar ook ingewikkeld. Je kijkt naar de juf. Die heeft een rij met medebreiers bij zich staan die een steek hebben laten vallen. Ze heeft vast geen tijd om je uit te leggen wat jij moet doen... Hm... zelf uitzoeken dan maar. Maar daar heb je in die 5 minuten geen tijd meer voor, dus denk je "laat maar".
De juf zegt elke keer aan het begin: we gaan 20 cm recht breien. Eigenlijk zou je wel averecht willen gaan doen, en kabels, en ajour, en allerlei ingewikkelde patronen, maar je MOET eerst die 20 cm recht breien. Want je moet nog tempo leren maken, en recht breien is tenslotte de basis. Die moet goed zitten, anders lukt de rest ook niet.
Afijn, jij gaat breien, geconcentreerd en precies. Als je geluk hebt, heb je 5 minuten voor het einde van de tijd je 20 cm af. De breijuf zegt: “Keurig, hartstikke mooi gedaan. Dan mag je nu met je andere werk beginnen. Pak maar garen, en een voorbeeld van hoe het moet, en ga maar aan het werk.”
Ondertussen zijn je handen moe, heb jij eigenlijk geen zin meer, want je hebt al zo'n eind gebreid, je moet eerst nog je spullen pakken en steken op gaan zetten. Ajour ziet er mooi uit, maar ook ingewikkeld. Je kijkt naar de juf. Die heeft een rij met medebreiers bij zich staan die een steek hebben laten vallen. Ze heeft vast geen tijd om je uit te leggen wat jij moet doen... Hm... zelf uitzoeken dan maar. Maar daar heb je in die 5 minuten geen tijd meer voor, dus denk je "laat maar".
Zo gaat het elke keer. Je werkt hard, maar leert nooit iets nieuws. Na een poosje bedenk je dat je eigenlijk ook wel iets langzamer kunt gaan werken, dan hoef je die laatste 5 minuten ook niet dat ajourboekje open te slaan. Je komt er immers toch niet uit.
Op je breirapport staat dat je netjes werkt, maar niet snel genoeg. Je motivatie is zwak, en je bent duidelijk nog niet toe aan extra werk.
Breien is stom.
Gelukkig hagelt het niet
Gelukkig hagelt het niet... een nieuw blog met een nieuwe titel.
Het blog gaat over allerlei dingen die mij bezig houden, en de titel is mijn levensmotto. Ik heb het te danken aan mijn oudste dochter...
In de tijd dat ik een baby, een peuter en een kind in zwemlesleeftijd had, toen waren de herfsten nog nat. Nou ja, die ene dag dan in ieder geval. Die dag dat dat ene kind zwemles had. Het was niet een beetje regenachtig, het kwam met bakken uit de hemel. Grote bakken. Gelukkig was de buurvrouw thuis, zij wilde wel even van haar deur naar de onze rennen om op baby en peuter te komen passen.
En ik ging met zwemleskind achterop de fiets naar het zwembad. Voor we de straat uit waren. waren we al zo nat dat het zwembad er weinig meer aan toe kon voegen.
Ik zwoegde voort, koud, doorweekt, chagrijnig, met de fietsbrug in het vooruitzicht, een hindernis die me op dat moment bijna onneembaar leek. En toen hoorde ik achter me de stem van mijn wijze dochter van 6 "Gelukkig hagelt het niet, hè mama?" En nee, het stopte niet met regenen, de zon brak niet door en de brug werd niet minder hoog. Maar mijn perceptie was veranderd. Ik schoot in de lach, en zei: "Ja kind, je hebt gelijk, gelukkig hagelt het niet."
En dat denk ik nu maar flink vaak. Als ik ziek word in de vakantie, als een cake inzakt, als de trein vertraging heeft, als ik veel minder heb gedaan op een dag dan ik van plan was en als het regent. Gelukkig hagelt het niet.
Abonneren op:
Posts (Atom)