"Je moet op de tafel staan juf, dan gaan wij voor je zingen!" Ik had zo mijn bedenkingen, ik hoef niet zo nodig op tafels. Maar "dat deed de andere juf ook!"
Mijn verjaardag is anders dan anders dit jaar. Woensdag heb ik mijn verjaardag voor het eerst in jaren met een klas vol leerlingen gevierd, dat op zich is al bijzonder natuurlijk. Ik besef dat ik bof, want wie heeft die kans nou op dit moment zijn verjaardag te vieren in een groep met 24 feestvierders? Ik prijs mij ook om deze reden zeer gelukkig met mijn baan in het onderwijs, en met het feit dat de scholen open zijn.
Vanochtend werd ik slaperig maar vrolijk toegezongen door de aanwezige huisgenoten en werd ik verwend met knuffels, felicitaties en mooie geschenken. Daarna ging ieder zijns weegs. Zoon naar school, man aan 't werk en jongste dochter toog naar haar slaapkamer om achter haar bureau aan haar zoomlessen te beginnen. Ze neemt haar klasgenoot met corona niets kwalijk, hij kan er tenslotte ook niets aan doen, en komt goedgemutst zo nu en dan wat lekkers halen tussendoor. Thuiszitten heeft ook voordelen."Hieperdepiep, HOERAAAA!!! Hieperdepiep.... HOERAAAAA!!! En een klein hiepje... hoi!" Helemaal zelfstandig zingen de kleuters mij toe. De oudsten nemen het voortouw en zelfs het mannetje van net 4, dat mij voor vandaag nog nooit had gezien, zingt en hoeraat enthousiast mee. Ik aanschouw het even ontroerd als vermaakt, vanaf de grote ronde tafel in het midden van de kring, waar ik toch maar opgeklommen ben.
Mijn vriendin komt lunchen. Reuzegezellig, en lekker ook. Het is anders dan vorig jaar, toen zaten we tussen de middag samen in een restaurant in de stad. Maar anders is niet erg. We hebben het fijn en ik geniet. Ik voel me jarig, fijn, klein jarig.
In de deuropening staat de moeder van mijn jongste bijna-kleuter. Hij is nog aan het wennen en wordt aan het eind van de ochtend opgehaald. Vanaf mijn hoge positie leg ik uit dat het niet mijn gewoonte is om op tafels te staan, maar dat ik zojuist mooi ben toegezongen vanwege mijn verjaardag. Vanuit de deuropening worden mij felicitaties toegeworpen. Bijna-kleuter rent naar zijn moeder en ik zeg: "O, wacht even bijna-kleuter, ik zal jou alvast je traktatie geven.!"
Als mijn vriendin weer weg is, lunch ik nogmaals, met man en kind. Heerlijk, en weer reuzegezellig. Ook de oudste dochter komt thuis. Elke week vind ik het een cadeautje als ze er weer is, thuis uit haar andere thuis in haar studentenstad. Deze week is ze een cadeautje met een cadeautje. Zoon heeft een lange dag op school, maar ook hij komt uiteindelijk naar huis. Meer mensen komen er niet, dit is het, en dit is genoeg, de liefste en mooiste mensen die ik heb. Ooit leerde ik van een dierbare vriendin die wist dat haar overgebleven hoeveelheid verjaardagen nog maar heel klein zou zijn: "Het maakt niet uit hoe je het viert, maar vier het!" Ik doe het, ik vier het. Klein en innig.
Snel stap ik van de tafel om een zakje kruidnootjes voor bijna-kleuter te pakken. Tenminste, dat is mijn niet zo goed uitgewerkte plan. Ik let niet goed op waar op het tafelblad ik mijn voet neerzet en ik voel de tafel kantelen. Terwijl ik mijn evenwicht verlies, voel ik de tafel achteruit onder mij weg rijden op de wieltjes die (dom!) niet op de rem staan. Mijn billen landen op het tafelblad en ik glijd, gracieus, het moet gezegd,, van boven naar beneden en land midden in de kring op de grond. Heel even is het stil, dan klinkt voorzichtig uit de deuropening "Gaat het?" Ja, het gaat, en ik schiet in de lach. Ontlading in de kring, schaterende kleuters."Juf! Dat was een mooie sliding!"