zondag 20 maart 2016

De club van geldbewuste lezers

Het is druk in de trein. Veel drukker dan normaal als ik naar mijn wekelijkse koorrepetitie ga, waar ik overigens helemaal niet wekelijks naar toe ga, omdat twee uur heen en twee uur terug eigenlijk best lang is voor anderhalf uur zingen.
Mijn eerste impuls om in een andere coupé een plekje te zoeken schuif ik aan de kant. Ik weet dat het geen zin heeft, overal is het druk. Het is de laatste zondag van de boekenweek. Vandaag geldt het boekenweekgeschenk als kaartje. Wie deze week voor minstens €12,50 aan boeken heeft gekocht, kreeg het boekje Broer van Esther Gerritsen er gratis bij en mag op vertoon van dit boekje ook nog eens gratis met de trein mee. De trein zit vol met Hollanders die zich zo’n buitenkansje niet door de neus laten boren.
Ik neem plaats tegenover een dame met te veel lippenstift, te veel parfum, te veel haarlak en te veel brillen, één op ooghoogte en één in haar haar. Halverwege het ritje zegt haar reisgenote, met minder lippenstift en minder brillen, maar evenveel parfum en haarlak: “Kom, we moeten lézen, er komt een mán aan!” Die mán, dat blijkt de conducteur te zijn, die overigens ook tevreden is als je niet in het boekje aan het lezen bent, maar het gewoon laat zien.
In de volgende trein word ik voorbijgestormd door een vastberaden mevrouw die op weg is naar de eerste klas. Achter haar aan loopt een jongere vrouw die haar naroept dat er nadrukkelijk staat dat het alleen voor de tweede klas geldt. “Toch doe ik het!” zegt de vrouw voorop ,terwijl ze de klapdeur tussen de drukte en de rust openduwt. Ze komt er mee weg ook, want als even later de conducteur langskomt, wordt er wat gegrapt en gelachen en ontstaan er geen problemen.
Om mij heen ontstaat een soort schalkse saamhorigheid. Iedereen glundert een beetje bij het laten zien van het boekje. We kijken elkaar olijk aan. Het schept een band, wij horen bij de club van geldbewuste lezers. Ja, wij, ik ook. Ook ik heb het boekenweekgeschenk bij me, al ben ik iets anders aan het lezen. Ik ben lid van de club.
Ik hoor de conducteur tegen een reiziger verderop zeggen “Oh! U hebt nog een ouderwets káártje!”. De man voelt zich een beetje dom. Niet alleen heeft hij geen OV-kaart, maar hij leest ook niet. En hij treft net die ene dag in het jaar dat hij gratis had kunnen reizen, als hij maar een boek had gekocht deze week. Hij weet zich omringd door mensen die triomfantelijk met een boekje op schoot zitten en voelt zich een beetje buitengesloten. Door zijn eigen schuld, dat wel. Had hij maar een boek moeten kopen.
Het is duidelijk dat veel van mijn clubgenoten-voor-een-dag normaal niet met de trein reizen. Het idee dat het handiger en beleefder is om eerst mensen uit te laten stappen alvorens jezelf naar binnen te duwen wordt onderdrukt door de angst buiten te blijven staan als de deuren sluiten en de trein wegrijdt. Snel naar binnen! Op de stations meer zoekende mensen dan anders, meer mensen die een beetje zenuwachtig kijken. Maar ook een compleet koor dat voor de gelegenheid iets Duits – Mendelssohn?-  staat te zingen rond de piano in de stationstunnel.

Op de plaats van bestemming stap ik uit. Ik fiets weg bij het station, de drukte achter mij latend. De volgende koorrepetitie zal de reis weer rustig zijn, een gewone zondagmiddag. Maar volgend jaar, als het weer boekenweek is, ben ik weer voor een dag lid van de club.

2 opmerkingen:

  1. Prachtig geschreven Yvonne! De sfeer is goed in te voelen met jou verhaaltje. Las nu dat je daar een cursus voor doet. Benieuwd naar je volgende verhaal......

    BeantwoordenVerwijderen

Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!