woensdag 13 maart 2024

Moddermonster

 Er was te Rotterdam een kreeft
die steeds 'ik hebt' zei voor 'ik heeft'
'En dit, 'zo zegt een Amsterdammer, 
'Is daarom zo bijzonder jammer, 
omdat het toont welk wanbegrip
men daar voor werkwoordsvormen hib.'
Kees Stip


"Nou, dit is het schoonste dat ik hem deze week heb gezien, ik ben wel trots eigenlijk"

Ik heb zojuist Blond Bonkie afgeleverd bij zijn moeder. Haar verteld over de dag die met ups en downs verliep, omdat hij zo heerlijk kan spelen met Maarikwildatmeisje, maar haar ook met een stuk treinrails op haar hoofd had gemept, en dat ze het weer goed hebben gemaakt. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar. En dat hij echt zijn best had gedaan om een beetje schoon te blijven. Een beetje.

Hij was vanochtend op klompen bij de gymzaal aangekomen. Niet zo heel praktisch, als je een kwartier moet lopen van de gymzaal naar school, maar er zat niets anders op. Zijn schoenen waren nog nat. Net als zijn andere jas trouwens. Nog nat van afgelopen maandag.

Maandag was ik ook bij mijn kleuters. En het regende maandag. Maar niet de hele dag heel hard, en we hadden toch buiten gespeeld. Buiten gespeeld op een plein dat verbouwd wordt en waar heel veel zand ligt. En in de nog niet aangelegde tuintjes waar we niet mogen komen ook heel veel plassen en modder. Daar mogen we niet mee spelen. Maar als er dan toch ergens een emmertje rondslingert, dan is Nooitopzijnstoelventje best bereid om dat emmertje te vullen met verboden water en in het speelzand een heerlijke modderzooi te maken. 
En als Nooitopzijnstoelventje een modderzooi heeft gemaakt, heeft dat een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht op Blond Bonkie en Maarikwildatmeisje, dat snap je.

"Sowwie juf....." Al terwijl hij aan komt lopen roept hij mij zijn verontschuldigingen toe. Blond Bonkie is een groot moddermonster geworden. Van boven tot onder is hij doorweekt, vies en blubberig.  "O, Blond Bonkie, wat heb je NOU gedaan! Je moet niet in de modderplassen gaan liggen!" 

"Ik HEEFT niet in de modder geligd!"

Ook Maarikwildatmeisje is smerig, maar toch in een andere gradatie. Modderig van het stampen, spetters op haar maillot, haar mouwen nat van toch even roeren, maar doorweekt, nee, dat niet. Een duidelijk verschil. Blond Bonkie ziet het ook,

"Maar ik HEEFT helemaal... helemaal... ik HEEFT helemaal niet de hele tijd in de modder geligd....

HEEL EVEN maar..."


Ik heb iets uitgelegd aan een kleuter over de 3-secondenregel aan een kleuter.

Hij geldt niet voor modderplassen.

donderdag 7 maart 2024

Opwindpoppetje

Vroeger hadden we simpel maar ingenieus speelgoed. Een pop met zo'n flesje waar de melk uit verdween als je je poppenkind te drinken gaf. En als je het flesje rechtop zette, kwam de melk wonderbaarlijk terug, Een toverlei, waar je op kon tekenen en als je het staafje omlaag duwde, was je lei weer leeg. En een opwindpoppetje. Je draaide aan het sleuteltje en dan liep je poppetje een poosje waggelend vooruit, al dan niet op een trommeltje slaand. Na een klein wandelingetje kwam het poppetje tot stilstand, tot je 'm weer opwond met het sleuteltje in zijn rug.

Sinds een paar weken heb ik een opwindpoppetje in de klas. Het is een heel vrolijk opwindpoppetje. Hij heeft het geweldig naar zijn zin en hij doet met bijna alles mee. Je moet hem alleen wel regelmatig even opwinden.


"Wie wil er wel tikker zijn?" Veel vingers schieten de lucht in. De gymmeester zoekt twee tikkers uit en
alle andere kinderen beginnen te rennen, weg van de tikkers met het lintje. Opwindpoppetje niet. Die zit

nog aan de kant. De gymmeester ziet het en zegt: "Opwindpoppetje, je mag meedoen! Kijk, daar zijn de tikkers!" En daar gaat 'ie, met de rest rondjes rennend door de zaal, lachend en met af en toe een huppelpasje tussendoor. Tot zijn sleuteltje afgedraaid is. Om hem heen gaat het spel door, maar


Opwindpoppetje is tot stilstand gekomen. Is er iets aan de hand? Nee, dat niet. Hij kijkt gewoon even rustig rond. Ik loop naar hem toe en draai zijn sleuteltje weer op. Kijk opwindpoppetje, daar komt de tikker aan, rennen!" En daar gaat hij weer, vol in het spel, dat hij nog maar half begrijpt, maar waar
hij intens van geniet.

Ook als we later weer in de klas zijn moet hij af en toe even opgewonden worden. Het groepje van de ronde tafel mag de tas gaan halen. De andere kinderen weten het al, ze moeten even iemand opwinden. "Kom Opwindpoppetje, wij mogen onze tas halen!" Blij hobbelt hij met de anderen mee. 

Als de rest de tas wegbrengt, zit hij nog aan tafel, rustig rond te kijken. Is iedereen al buiten, dan zit hij nog met zijn jas aan in de klas. 

Het opwindmechanisme wordt wel langzaamaan wat efficiënter, Opwindpoppetje doet steeds meer zelf, en uit zichzelf. Aankleden na de gymles bijvoorbeeld.  

"Juf! Kijk! Mijn broek!" Lachend wijst hij naar zijn benen. Boven de gymschoenen die hij al voortvarend had aangetrokken, heeft hij zijn gymbroek nog aan. Zijn gewone broek hangt nog aan het haakje. Hij ziet de humor wel van zijn eigen fout: "Malle mij!!! Mijn broek... Malle mij!" Lachend trekken we zijn schoenen uit, verwisselen we zijn gymkleren voor zijn gewone kleren en even later kunnen we met de andere kinderen terug naar school.

Ook in de klas hoef ik hem niet meer elke keer op te winden voor hij iets gaat doen. Hij kiest af en toe zelf wat hij wil, samen met een vriendje of alleen. Lekker samen met het poppenhuis, of alleen met het insteekspel. En hij is zo lekker bezig, uit zichzelf, zonder dat ik zijn sleuteltje hoefde opdraaien, dat ik
hem maar lekker laat gaan in zijn eigen interpretatie van dit leerzame speelgoed.

Gelukkig kan hij ook heel goed en uit zichzelf opruimen!

woensdag 10 januari 2024

Zonnig

Het is een dag om in te lijsten.

De gymles verliep zonder ruzies en zonder valpartijen en iedereen heeft zich vermaakt met ballen gooien, stoeien en voetballen. Ook mijn nieuwe kleuter, een kleine zelfstandige die om zich heen kijkt en dan lekker mee gaat doen en die nog een beetje moet wennen aan de regels in de klas, maar spelregels al aardig begrijpt.

Nu staan we in de rij om terug te lopen naar school. De zon is inmiddels ruim boven de horizon uitgekomen, de lucht is blauw en ons humeur even zonnig als het weer.

Ik loop voorop met Rustigzijngangetjemannetje en achter ons lopen Nooitopzijnstoelventje en Denkjochie. Daarachter de rest van de groep, met twee meeloopmoeders en vandaag voor de laatste keer mijn fijne stagiaire. Ze heeft haar stage met glans volbracht en is net als ik onverwacht van kleuters gaan houden.

Onze vrolijke stoet is nog maar net op weg of achter me hoor ik een boink, even niets en dan een huil. Nooitopzijnstoelventje kijkt beteuterd naast zich op de grond. Daar ligt Denkjochie. Hun loop- dan wel stuitertempo liep niet helemaal synchroon en dat voelt denkjochie nu aan zijn knieën. Hij wordt vlot overeind geholpen door zijn loopmaatje. Om de reis wat makkelijker te maken neem ik hem onder mijn hoede. Rustigzijngangetjemannetje neemt goedmoedig het plekje naast Nooitopzijnstoelventje in en we kunnen weer op pad.

Bij elke straathoek, oversteekgelegenheid en bocht stoppen we even. Is de rij nog een beetje heel? Het is een beetje een gatenrij vandaag, maar met wat geduld worden de gaten snel gedicht. Korte pootjes lopen niet zo snel, dus moeten lange benen even wat afremmen.

"Juf, wil jij mijn tas vasthouden? Dan kan ik Rustigzijngangetjemannetje helpen."
Nooitopzijnstoelventje houdt zijn tas enigszins dwingend voor mijn neus. De tas van Rustigzijngangetjemannetje glijdt inderdaad van zijn schouders. Nooitopzijnstoelventje heeft zijn schooltas op zijn rug maar zijn gymtas kan hij er nu even niet bij hebben, want hij heeft een Plan. Vastberaden pakt hij de banden van de rugzak van Rustigzijngangetjemannetje en tilt ze een beetje omhoog. En zo blijft hij staan. Tot we gaan lopen. Vandaag lopen de jongens niet hand in hand, maar handen aan banden. De hele verdere weg naar school, toch wel een minuut of 10, blijft Nooitopzijnstoelventje de tas van Rustigzijngangetjemannetje mee tillen. 

Is het praktisch? Mwah, niet echt. Want Nooitopzijnstoelventje is ook een nooitineenrechtelijnventje en hij stuurt zijn makkertje alle kanten op. Samen lopen ze ongeveer de dubbele afstand, zigzaggend over de stoep. Maar het is lief, behulpzaam, en vreselijk schattig. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om een efficiëntere oplossing aan te dragen en laat het lekker gaan. En nog ietsje later dan volgens plan komen we aan op school, innig tevreden over deze heerlijke wandeling.

De rest van de dag verloopt in eenzelfde sfeer. Tot ik tijdens het buitenspelen achter de zandbak een paar jongens zie stoeien. Of vechten? Of is het nog steeds leuk stoeien? Er mag gestoeid worden, vertel ik ook nog even aan mijn stagiaire. Ze hebben daar behoefte aan en ze leren ervan. Niet te snel afkappen. Maar als er een hand wel heel dreigend richting het hoofd van de stoeipartner gaat voor een rechtse directe en de gezichten op grimmig staan, ga ik toch maar even naar de vechtersbazen toe. Samen rennen ze achter het huisje, maar als ik ze roep komen ze allebei.

"Jongens, ik wil even weten of het nog goed gaat. Jullie waren aan het stoeien, maar het leek ook wel een beetje op vechten en ik wil even weten of het voor iedereen nog leuk is." 

Met serieuze ogen kijken ze me aan. Ja, het is nog leuk, verklaren ze gebroederlijk. "We hadden alleen een beetje boze gezichten, want dat hoort erbij, bij kickboksen!" 

Een heerlijke samendag is het. Samen gymmen, samen spelen, samen stoeien, samen tassen dragen, samen hoofd, schouders knie en teen en samen aramsamsam. Samen, met mijn kinderen die allemaal zo verschillend zijn, maar die het allemaal kunnen, samen. Ik zie het zonnig in, met deze volwassenen van de toekomst.