woensdag 29 september 2021

Schoonmaker op een veegwagen, of bakker, of...

"En wat is het beroep van jouw papa of mama"

"Mijn mama werkt bij de dokter"
"Mijn papa maakt mensen beter"
"Mijn mama werkt voor de waterleiding."
"Mijn papa werkt in ... ehm... een werkhuis en mijn mama werkt gewoon thuis." 

Het is een leuk thema: Worden wat je wil. Eigenlijk begint pas volgende week de Kinderboekenweek, maar voor ons stond er een nieuw thema op het programma, dus zijn we maar vast begonnen: we werken de komende weken over beroepen. Veel kinderen ambiëren een baan bij de politie of als dokter, maar er komen ook beroepen voorbij als legerman, bakker, trompetspeler, dierenverzorger in de dierentuin, of schoonmaker op een veegauto. Dat laatste snap ik wel. Mijn stiekeme wens, een soort guilty pleasure in mijn fantasie, is eigenlijk nog altijd in een Zamboni rondjes draaien op de ijsbaan. 't Zal vast wel saai worden op een gegeven moment, maar je zit daar dan toch maar mooi. 

Anderen hebben hogere ambities. Prinses, judokampioen, superheld, Spiderman of Mega Mindy. Of zelfs nagelstyliste. Als je 4 bent, of 5, mag je nog ongeremd dromen over je mogelijkheden. Realistische toekomstperspectieven komen later wel. Of niet. Ooit had ik een jongen in groep 7 die later Romein wilde worden. Zo eentje a la Julius Caesar. Hevig teleurgesteld was 'ie toen iemand hem voorzichtig probeerde uit te leggen dat daar enige praktische bezwaren aan verbonden waren.


We praten over beroepen, verven beroepen, beelden beroepen uit, lezen over beroepen, zingen over beroepen en leren woorden als later (als je groot bent) en uniform. In de kring hebben we het over de dokter. Grote kleine knul was pas bij de dokter. Die heeft bloed uit zijn arm gehaald, want hij was telkens zo moe en ziekig. 

"Wat doet een dokter dan met dat bloed?" 
"Nou, dan prikt hij met een naald in je arm, hier, en dan komt er bloed in een buisje. En toen moest er verband op.  Maar ik kreeg wel een klein knuffeltje!" Het gezicht van grote kleine knul verandert van pijnlijk naar opgetogen bij de gedachte aan dit zeer verdiende cadeau.

 "En dan? wat gaat de dokter dan doen met je bloed?"
"Dan kan hij zien of het goed is en of ik ziek ben."
"Precies, want een dokter kan aan je bloed zien of je gezond bent. Soms heb je bijvoorbeeld te weinig ijzer in je bloed en daar word je heel moe van, want je lijf heeft ijzer nodig. Dan zegt de dokter dat je heel veel groente moet eten."
"Ja! Natuurlijk, want groente is heel gezond. Dan heb ik ijzer en dan word ik ook niet meer zo moe." 

Vlak naast me hoor ik de stem van kletsmajoor:  "Ja. En je wordt een magneet."

woensdag 22 september 2021

Tot het stickertje

Mist

Ik vond een pootloze koe in een weiland.
En even verderop, vier koeloze poten.
Elkaar kwijtgeraakt zeker,
maar toch in de wolken


Vanochtend vertrok ik in het donker en reed ik door de mist. Een heerlijk uurtje wakker worden op de fiets. Frisse wangen, koude tenen en de eerste handschoenen van het jaar. 


"Juf! Hij is in de prullenbak gevallen! Mijn banaan!" Met zijn grote donkere ogen kijkt hij me aan. Vol verwondering, maar misschien ook met een tikkeltje vrolijke afwachting, daar is 'ie slim genoeg voor. Zou ze 't door hebben? Eerlijk gezegd, toen ik even daarvoor een beginnetje maakte aan zijn nogal bruine en enigszins snotterige banaan verbaasde het me al dat hij zonder protest met zijn papbanaan terugwandelde naar zijn stoel. Kennelijk heeft hij bij nadere inspectie besloten dat de prullenbak zogenaamd per ongeluk toch de beste plek is voor zijn pauzehapje. 

"Maar heb je nou helemaal niets gegeten?" 
"Jawel, ik heb nog een klein beetje!"

Vrolijk steekt hij zijn vinger omhoog, met daaraan een vingertopje bananenprut. Niet genoeg voor een actieve kleuter tot de middagpauze vind ik, en op mijn vraag of iemand genoeg heeft om van te delen , worden van verschillende kanten stukjes appel en ander fruit aangedragen. Daar zit 'ie dan, zijn handen vol appel. Niet helemaal de bedoeling, eigenlijk houdt hij niet zo van appel, maar ja, een gegeven paard kijk je niet in de bek en een gekregen stukje appel stop je dan toch maar in je mond. 

Sommige kinderen krijgen echt wel veel mee. 15 druiven, een kwart komkommer en een halve appel in stukjes is veel voor een kleuterbuik. 3 boterhammen voor tussen de middag ook. Soms is het best lastig in te schatten of een kind echt genoeg heeft gehad of niet alles opeet omdat het gewoon naar buiten wil. Of juist niet, dan is treuzelen ook een goeie tactiek.

Ik-weet-wat-ik-wilmeisje heeft, net als vorige week ,een flesje water bij zich. Woensdag is waterdag. Een mooi fenomeen, want als er op mijn enige werkdag in de week een fles of beker om gaat, kan ik altijd zeggen: "Geeft niks, droogt vanzelf weer" Geen vlekken of plakkerige toestanden op de woensdag. De halve liter water van ik-weet-wat-ik-wilmeisje is bedoeld voor twee pauzes, maar als je in de eerste pauze stiekem niks drinkt, blijft er wel veel over voor bij het brood. Schuin naar mij kijkend neemt ze een paar nepslokken. Haar brood is al op en ze heeft duidelijk geen zin om te drinken. 

"Heb je bij het fruit niks gedronken?" Ze schudt nee, de fles aan haar lippen. Ze mag dan weten wat ze wil en moeilijk op andere ideeën te brengen zijn, eerlijk is ze wel. Bijna alle andere kinderen zijn al buiten. Brood op, beker leeg, klaar. Maar de fles van ik-weet-wat-ik-wilmeisje is nog bijna even vol als toen ik de dop er voor haar af draaide. Dat ze nu niet in een keer een hele halve liter op kan drinken snap ik, dus ik wijs tot waar hij leeg moet: het midden ongeveer. Goed drinken is belangrijk. Na elk minislokje zet ze de fles op tafel om te keuren. "Juf, is dit genoeg?" Met haar vinger geeft ze een waterpeil aan dat een stuk hoger ligt dan ik zonet had opgedragen. 't Schiet niet echt op zo en ik wil zelf ook nog wel even naar buiten. 

"Weet je wat? Je moet het opdrinken tot onder het stickertje." Met haar priemende oogjes kijkt ze me bozig aan. Dit vindt ze duidelijk een veel te sjoemelloze grens. Als ik weer naar haar kijk, liggen er 3 etiketjes naast haar fles op tafel. Weg sjoemelloze grens. Even later probeert ze driftig de door mij getekende lijn weg te poetsen, maar helaas voor haar, de juf is niet gek en de stift watervast. Ik-weet-wat-ik-wilmeisje kiest eieren voor haar geld en drinkt in no time tot de lijn. Geen milliliter meer. Een beetje winnen is ook winnen.


In de zonnige namiddag fiets ik naar huis. Een heerlijk uurtje terugkijken op een fijne dag met mijn lieve, grappige, originele en hartelijke kleuters. 

En de koeien, die hebben hun poten weer teruggevonden.

donderdag 2 september 2021

Siesiseis

 Voor blonde krullenbol is de wereld een beetje te groot, en het leven knap ingewikkeld. Als ze binnenkomt kruipt ze weg bij haar vader. Ze heeft buikpijn en wil met papa mee naar huis. Maar papa moet werken en zowel hij als haar nieuwe juf weten dat buikpijn ook gewoon van de spanning kan komen. Met lieve woorden en zachte knuffels wordt blonde krullenbol door haar vader aan mij overgedragen. Haar ogen zoeken vastigheid en die vindt ze nu even niet. Ze kent me een beetje maar niet goed genoeg om me al te vertrouwen. En dan moet ze vanmiddag ook nog voor de eerste keer naar de BSO. Aan de hand neem ik haar mee de klas in. Ze loopt mee, maar zodra de fysieke verbinding weg is, schiet ze naar de gang om te kijken of ze papa nog ziet. Weglopen doet ze niet. 

Ik neem haar weer bij de hand en houd haar bij me tot iedereen in de kring zit zit. Blonde krullenbol is niet de enige die het allemaal een beetje ingewikkeld vindt vandaag. Ook staartenmeisje heeft tranen in haar ogen en nogmaarnetkleuter draait haar hoofd van me af. Het helpt een beetje dat haar grote zus vorig jaar in mijn klas zat, maar nog niet zo heel veel. 

"Sommige kinderen vinden het vandaag een beetje spannend, dat geeft niet. Ik vind het ook een beetje spannend, want het is ook mijn eerste dag in een nieuwe groep. Vorig jaar was ik bij de tijgers, en nu bij de giraffen."  Ik zie een paar schouders zakken, maar die van blonder krullenbol zitten nog ter hoogte van haar oren..

We starten de dag gemoedelijk op. We oefenen namen, kletsen wat en het is gezellig. En dan gaan we spelen en werken. Sommige kinderen gaan aan de slag met de verjaardagskalender, anderen kiezen uit de kasten of kleuren Elmer in.

 "Jus... (nee, geen zjuu, jus), its sa naar de BSO. De BSO is heel leut" Blonde krullenbol staat naast me. "Ja, de BSO is zeker leuk!" "Wie saat er ook?" 

Niemand uit onze klas gaat ook naar de BSO. Op de woensdag staat alleen blonde krullenbol op het lijstje. Ze neemt dat feit wonderlijk licht op. Er gaan vast kinderen van de andere kleutergroepen en misschien ook wel kinderen die nu in groep 3 zitten die ze kent, vertel ik. Ze knikt met haar blonde krullen. "Is sa heel lang selen bij de BSO. " En "de BSO is heel leut! bezweert ze me nog maar eens.

Tussen de middag lunchen we aan tafel. Alle kinderen zitten stil te eten, dat is de afspraak. Tot de timer is afgelopen wordt er niet gekletst. Mijn kersverse giraffen zijn ook echt stil en eten rustig hun brood op. Als de stiltetijd voorbij is, zijn er al heel wat trommeltjes leeg.

"Jus... is sint mijn bood niet letter. Sit hasesas op.  Lus seen hasesas."  Blonde krullenboel staat naast me "O, dat moet je dan vanavond maar even tegen papa zeggen. Papa, ik wil liever geen hagelslag op mijn brood. En veeg voor nu de hagelslag een maar een beetje af." Met tegenzin gaat ze terug naar haar plaats, om al snel weer naast me te staan. "Jus... is wil mij bood niet. Si ama sieseseitsop." Ik loop mee en probeer de viezigheid eraf te vegen, maar de chocola is niet te elimineren. En een ding weet ik zeker, deze strijd ga ik niet winnen. Ik bied haar nog een crackertje aan uit mijn persoonlijke voorraad, maar dat weigert zo ook. Met een briefje voor papa bij haar trommel en het advies dan maar wat extra fruit te eten bij de BSO verdwijnt de boel in haar tas. 

De hele dag door komt mijn lieve blonde krullenbol regelmatig bij me. op haar tenen lopend verkent ze de wereld, haar ogen zoeken veiligheid. Ze lacht niet, maar  lijkt langzaam gewend te raken aan deze nieuwe situatie. En als we even later weer aan het spelen en werken zijn, vind ik haar met een vriendinnetje in de boekenhoek, de pop Pompom tussen hen in. Nogmaarnetkleuter is haar gereserveerdheid helemaal verloren en als ik aan staarteneisje vraag of ze het nog steeds spannend vindt, schudt ze lachend haar hoofd. "Ik ook niet", zeg ik. "Dat hebben we goed opgelost he?" Knikkend huppelt ze weg.

Aan het eind van de dag vraag ik de kinderen hoe ze het vonden vandaag. Leuk, gezellig, heel leuk! hoor ik om me heen. "En hoe vond jij het gaan juf?" vraagt een van mijn giraffen. 

Volgens mij wordt dit een goed jaar.