vrijdag 12 april 2024

Uit zijn hangmat de leerkuil in

 "Hangmathanger, gaat het goed met je?" 

Hangmathanger kijkt niet op, maar schudt nauwelijks zichtbaar zijn hoofd. 

"Heb je iets van me nodig?"
"Nee, voorlopig niet."

Hij hangt veel en graag in zijn hangmatje. Tijdens rekenen, tijdens spelling, tijdens begrijpend lezen. Het gaat hem allemaal makkelijk af en hij hoeft zijn hangmat er niet voor uit. Als hij al zijn werk keurig  en vrijwel foutloos doet, heeft hij nog zat tijd en hersenen over voor iets extra's en om hier en daar nog wat gekkigheid uit te halen.

Hangmathanger ligt goed in de groep. Voor zijn sociale leven hoeft hij ook zijn comfortabele plekje niet te verlaten. Hij heeft inzicht in de sociale processen die anderen overkomen en kan ze bijsturen in de richting die hij prettig vindt. 

Echt zijn best hoeft hij niet zo vaak te doen. Maar nu is hij aan het tekenen. Niet omdat hij dat zo leuk vindt, maar omdat het een opdracht is in de verdiepingsgroep, zoals onze plusklas heet.

Als er iemand in de verdiepingsgroep hoort, is hangmathanger het wel. Want een hangmat is lekker, maar je leert er niet zoveel. En je leert er vooral ook niet omgaan met je frustraties als iets niet in een of twee keer lukt, je leert er niet plannen, niet doorzetten, niet reflecteren en je werkwijze aanpassen. Vaardigheden die je in je latere leven wel nodig hebt, en het is handig als je alvast een beetje kunt oefenen voor je van de basisschool komt.

Hangmathanger is zich bewust van het nut van de opdrachten in de verdiepingsgroep. En meestal vindt hij ze nog leuk ook. Maar nu niet. Hij moet tekenen en mag zich er niet met een jantje-van-leiden van afmaken. Het is een samenwerkingsproject en bovendien wordt het tentoongesteld. En daar vliegt hij, hup, uit zijn hangmat de leerkuil in. 


De opdracht die ik de verdiepingsgroepen van groep 5 t/m 8 laat uitvoeren is pittig. Ik heb schilderijen afgedrukt op A4-formaat en vervolgens in reepjes geknipt. Elk kind krijgt een reepje en een strook met een lengte en breedte van twee keer het reepje. En nu moeten ze elk hun eigen reepje vergroten. 

Meten, kleuren uitzoeken, overleggen met je buren, zorgen dat het precies klopt en exact aansluit. Eerst schetsen, want als het niet klopt moet je kunnen gummen. En wie niet eerst nadenkt en toch onbezonnen begint met kleuren, loopt de kans dat het (deels) over moet.

Hangmathanger is niet de enige die diep in de leerkuil zit. . Ietsminderpaniek kwam de eerste les gefrustreerd bij me. Hij wist niet hoe hij moest beginnen, en hij wilde het eigenlijk ook niet. 

"Weet je wat, ik KAN een bruggetje voor je bouwen, dan kun je zo over de leerkuil heen."

Daar had Ietsmindepaniek wel oren naar.

"Ik kan van jouw strookje een uitvergrote kopie maken. Dan hoef je niet te tekenen, dan hangen we die gewoon tussen de getekende stroken van de anderen."

Even was ik bang dat hij ja zou zeggen. Een half jaar geleden had hij het waarschijnlijk gedaan. Maar nee, dat was hem toch zijn eer te na. "Nee, ik wil wél tekenen..." 

En dus is hij aan het werk gegaan. En het lukte. Hij ging snel en was als eerste klaar. En het klopte... niet. Hij had niet goed gekeken, niet goed gemeten. Scheef getekend en slordig gekleurd. Wat nu? Hij wilde wel graag dat het goed was. En dus ging er een stuk papier over de helft van zijn strook heen. Tot twee keer toe. En hij heeft het voor elkaar gebokst. Het klopt, nu echt.

En zo worstelt ieder in zijn eigen leerkuil. De een klimt er makkelijk uit. Bij de ander komt de frustratie er bij de ogen uit. Maar niemand heeft met potloden gesmeten of zijn werk verfrommeld.

Vandaag is de tentoonstelling. Stralend laten Hangmathanger en Ietsminderpaniek het werk aan hun ouders zien. Trots van top tot teen. En daarachter straal ik, gloeiend van trots. Het resultaat is fantastisch, mooier dan we ooit van tevoren hadden kunnen bedenken. 

En het proces, de weg naar het resultaat, was een weg van pieken en dalen, verdwaalwegen en kronkelweggetjes en dwars door de leerkuil, maar jongens, wat hebben we veel geleerd en wat zijn we blij dat we die reis gemaakt hebben.

woensdag 3 april 2024

Een dingetje om mee te dingen

 "Wij hebben iets heel leuks te vertellen!"

Ik brand natuurlijk van nieuwsgierigheid naar het leuke nieuws waarmee Energiebommetje en mijn collega voor me staan. Misschien heeft het wel iets te maken met de wc. De wc die de laatste tijd nogal vaak erg nat was als hij er was geweest.

Vorige week mocht hij alleen onder begeleiding van een groter kind naar de wc. Zijn chaperonne was Groot Grietje, die al 6 is en best even kan controleren. Maar Groot Grietje kwam terug in de klas met de mededeling dat Energiebommetje wéér op de grond had geplast. Ik was met hem op zoek gegaan naar een dweil en zei: Nou weet ik het niet meer Energiebommetje... Nou gaat er al iemand met je mee om te zorgen dat je op de wc plast en nu moeten we nog steeds dweilen. Wat moeten we nou nog doen om te zorgen dat het lukt?" Daar moest hij even over nadenken. En toen zei hij, schuin naar me opkijkend: "Twee iemanden?"

Maar nu lijkt er dus goed nieuws. En ja hoor, Energiebommetje en mijn collega kunnen me mededelen dat de wc nog helemaal droog is en dat alles goed gegaan is. High five, want successen moet je vieren.

Ondertussen is het tijd om op te ruimen. Het duurt lang vandaag, langer dan de bedoeling is. Dat komt doordat niet iedereen doet wat de bedoeling is. 

"Juf... Poppenkind en Alsdejufnietkijktmiepje tekenen op de grond..." Ik loop naar de plaats delict, waar met witte potloden overduidelijk artistiek werk is verricht. "Poppenkind en Alsdejjufnietkijktmiepje, ga maar even daar aan tafel zitten, ik kom zo bij jullie"

Als de rest van het opruimproces wat op gang kom, ga ik bij Poppenkind en Alsdejjufnietkijktmiepje aan tafel zitten. Ik vraag naar de bekende weg. Waarom? Waarom is namelijk in dit soort gevallen altijd zomaar. Zomaar zonder reden, omdat dit nou net in ze opkwam, omdat ze allebei een wit potlood hadden en de vloer eruit zag als een mooi rekenvel. Gewoon, zomaar. 

Poppenkind heeft het eerste een mooi antwoord bedacht: "Ik wist niet dat het een poplood was..."

Sjonge, dat is best bijzonder voor een kind dat het liefst de hele dag tekent. 

"Wat dacht je dan dat het was?"

"Ehm.... een.... een dingetje.... om mee te dingen..." 

Ah, een dingetje om mee te dingen. Ergens is het dat ook wel natuurlijk. Maar we kunnen het niet zo laten. Nee, dat snappen ze ook. Ze besluiten dat ze het met een doekje schoon moeten gaan poetsen. Dat kost gelukkig best wat moeite., dat helpt om het te onthouden voor een volgende keer.


"Juf... mag ik plassen?"

Energiebommetje is soms een beetje lek. En soms heeft hij gewoon even een loopje nodig. Ja, hij mag plassen, en wat handig dat Groot Grietje ook net moet, die kan dan mooi weer even controleren of alles nog droog is naderhand. 

Maar even later staat Energiebommetje verontwaardigd voor mijn neus: "Juf! Weet je wat Groot Grietje zegt? Ga maar op de grond plassen! Maar dat heb ik NIET gedaan!" 

Groot Grietje ziet de bui al hangen als ik haar bij me roep. "Groot Grietje, wat heb je tegen energiebommetje gezegd?"

Ze is het toonbeeld van diep nadenken en krakende hersens. Vinger bij haar mondhoek en ogen schuin omhoog. 

"Ehm... Ik DENK dat ik zei: Ga maar op de wc plassen,.."
"En als je heel eerlijk bent, wat zei je dan?"
"DAN zei ik "Ga maar op de grond plassen.."

Energiebommetje is met vlag en wimpel geslaagd. Hij mag weer zelf naar de wc.

donderdag 21 maart 2024

Babykoe

 "Juf kijk!"

We hebben hard gewerkt. Omdat het de Grote Rekendag was, hebben we met zijn allen een lange getallenlijn gemaakt. Iedereen een getal. Twee kinderen konden hun eigen leeftijd maken, maar niet iedereen. Dan zouden we een rare getallenlijn krijgen met alleen maar vieren, vijven en zessen. Er kon ook iemand maken hoe oud zijn grote zus is: 20. Dat is cool, want wie zo'n grote zus heeft, kan gewoon al oom zijn op zijn zesde.

Iedereen heeft dus een ander getal gekregen en beplakt met snippers vliegerpapier. Het is een geweldig gekleurde slinger geworden en we zijn er erg trots op. 

Maar gelukkig hebben we naast al dat harde gewerk ook nog tijd om lekker te spelen en te tekenen.

Wat ben je mooi aan het tekenen bruinoogje. Wat maak je? 

"Dit is een kat. Zij is blij. Ik zeg zij, want het is een meisje. 
En een.... magisch... groenblauwding. Een magisch groenblauwding ja. 
En een cowboy."

"Een cowboy? Wat voor cowboy bedoel je?"

"Nou dit. Dit is een koe. Het is een babykoe, een jongen."

Ah... 

"Weet je nog hoe een babykoe eigenlijk heet?" Bruinoogje kijkt me nadenkend aan. Ze weet het niet meer. Nooitopzijnstoelventje wandelt langs en zegt in het voorbijgaan: "Een kalfje." 

O ja, een kalfje, bruinoogje weet het ook weer.

We laten nog even biggetjes, veulens en lammetjes de revue passeren en dan laat ik bruinoogje weer rustig verder tekenen.

"Juf, kijk!"

De tekening is af. Er zijn wat hartjes bijgekomen, want wat is een tekening zonder hartjes? En de beestenboel is uitgebreid, gewijzigd en van tongen voorzien.

"Dit is de mamapoes. En dit is... dit is een ehm... een babykat." 
"Een babykat heet een kitten"
"Ja, een kitten. Een meisjeskitten."
"En dit is een mamakoe en dit is een babykoe.  Dat is ook een meisje."
"He, ik dacht dat dat een jongenskoe was."
"Nee maar het is toch een meisje." 

Tja, je kunt het maar beter duidelijk hebben. 

"Weet je nog hoe dat heet, een babykoe?"

Haar bruine ogen twijfelen, een twijfel die doorklinkt in haar stem. 

".... een.... een kwal?"


woensdag 13 maart 2024

Moddermonster

 Er was te Rotterdam een kreeft
die steeds 'ik hebt' zei voor 'ik heeft'
'En dit, 'zo zegt een Amsterdammer, 
'Is daarom zo bijzonder jammer, 
omdat het toont welk wanbegrip
men daar voor werkwoordsvormen hib.'
Kees Stip


"Nou, dit is het schoonste dat ik hem deze week heb gezien, ik ben wel trots eigenlijk"

Ik heb zojuist Blond Bonkie afgeleverd bij zijn moeder. Haar verteld over de dag die met ups en downs verliep, omdat hij zo heerlijk kan spelen met Maarikwildatmeisje, maar haar ook met een stuk treinrails op haar hoofd had gemept, en dat ze het weer goed hebben gemaakt. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar. En dat hij echt zijn best had gedaan om een beetje schoon te blijven. Een beetje.

Hij was vanochtend op klompen bij de gymzaal aangekomen. Niet zo heel praktisch, als je een kwartier moet lopen van de gymzaal naar school, maar er zat niets anders op. Zijn schoenen waren nog nat. Net als zijn andere jas trouwens. Nog nat van afgelopen maandag.

Maandag was ik ook bij mijn kleuters. En het regende maandag. Maar niet de hele dag heel hard, en we hadden toch buiten gespeeld. Buiten gespeeld op een plein dat verbouwd wordt en waar heel veel zand ligt. En in de nog niet aangelegde tuintjes waar we niet mogen komen ook heel veel plassen en modder. Daar mogen we niet mee spelen. Maar als er dan toch ergens een emmertje rondslingert, dan is Nooitopzijnstoelventje best bereid om dat emmertje te vullen met verboden water en in het speelzand een heerlijke modderzooi te maken. 
En als Nooitopzijnstoelventje een modderzooi heeft gemaakt, heeft dat een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht op Blond Bonkie en Maarikwildatmeisje, dat snap je.

"Sowwie juf....." Al terwijl hij aan komt lopen roept hij mij zijn verontschuldigingen toe. Blond Bonkie is een groot moddermonster geworden. Van boven tot onder is hij doorweekt, vies en blubberig.  "O, Blond Bonkie, wat heb je NOU gedaan! Je moet niet in de modderplassen gaan liggen!" 

"Ik HEEFT niet in de modder geligd!"

Ook Maarikwildatmeisje is smerig, maar toch in een andere gradatie. Modderig van het stampen, spetters op haar maillot, haar mouwen nat van toch even roeren, maar doorweekt, nee, dat niet. Een duidelijk verschil. Blond Bonkie ziet het ook,

"Maar ik HEEFT helemaal... helemaal... ik HEEFT helemaal niet de hele tijd in de modder geligd....

HEEL EVEN maar..."


Ik heb iets uitgelegd aan een kleuter over de 3-secondenregel aan een kleuter.

Hij geldt niet voor modderplassen.

donderdag 7 maart 2024

Opwindpoppetje

Vroeger hadden we simpel maar ingenieus speelgoed. Een pop met zo'n flesje waar de melk uit verdween als je je poppenkind te drinken gaf. En als je het flesje rechtop zette, kwam de melk wonderbaarlijk terug, Een toverlei, waar je op kon tekenen en als je het staafje omlaag duwde, was je lei weer leeg. En een opwindpoppetje. Je draaide aan het sleuteltje en dan liep je poppetje een poosje waggelend vooruit, al dan niet op een trommeltje slaand. Na een klein wandelingetje kwam het poppetje tot stilstand, tot je 'm weer opwond met het sleuteltje in zijn rug.

Sinds een paar weken heb ik een opwindpoppetje in de klas. Het is een heel vrolijk opwindpoppetje. Hij heeft het geweldig naar zijn zin en hij doet met bijna alles mee. Je moet hem alleen wel regelmatig even opwinden.


"Wie wil er wel tikker zijn?" Veel vingers schieten de lucht in. De gymmeester zoekt twee tikkers uit en
alle andere kinderen beginnen te rennen, weg van de tikkers met het lintje. Opwindpoppetje niet. Die zit

nog aan de kant. De gymmeester ziet het en zegt: "Opwindpoppetje, je mag meedoen! Kijk, daar zijn de tikkers!" En daar gaat 'ie, met de rest rondjes rennend door de zaal, lachend en met af en toe een huppelpasje tussendoor. Tot zijn sleuteltje afgedraaid is. Om hem heen gaat het spel door, maar


Opwindpoppetje is tot stilstand gekomen. Is er iets aan de hand? Nee, dat niet. Hij kijkt gewoon even rustig rond. Ik loop naar hem toe en draai zijn sleuteltje weer op. Kijk opwindpoppetje, daar komt de tikker aan, rennen!" En daar gaat hij weer, vol in het spel, dat hij nog maar half begrijpt, maar waar
hij intens van geniet.

Ook als we later weer in de klas zijn moet hij af en toe even opgewonden worden. Het groepje van de ronde tafel mag de tas gaan halen. De andere kinderen weten het al, ze moeten even iemand opwinden. "Kom Opwindpoppetje, wij mogen onze tas halen!" Blij hobbelt hij met de anderen mee. 

Als de rest de tas wegbrengt, zit hij nog aan tafel, rustig rond te kijken. Is iedereen al buiten, dan zit hij nog met zijn jas aan in de klas. 

Het opwindmechanisme wordt wel langzaamaan wat efficiënter, Opwindpoppetje doet steeds meer zelf, en uit zichzelf. Aankleden na de gymles bijvoorbeeld.  

"Juf! Kijk! Mijn broek!" Lachend wijst hij naar zijn benen. Boven de gymschoenen die hij al voortvarend had aangetrokken, heeft hij zijn gymbroek nog aan. Zijn gewone broek hangt nog aan het haakje. Hij ziet de humor wel van zijn eigen fout: "Malle mij!!! Mijn broek... Malle mij!" Lachend trekken we zijn schoenen uit, verwisselen we zijn gymkleren voor zijn gewone kleren en even later kunnen we met de andere kinderen terug naar school.

Ook in de klas hoef ik hem niet meer elke keer op te winden voor hij iets gaat doen. Hij kiest af en toe zelf wat hij wil, samen met een vriendje of alleen. Lekker samen met het poppenhuis, of alleen met het insteekspel. En hij is zo lekker bezig, uit zichzelf, zonder dat ik zijn sleuteltje hoefde opdraaien, dat ik
hem maar lekker laat gaan in zijn eigen interpretatie van dit leerzame speelgoed.

Gelukkig kan hij ook heel goed en uit zichzelf opruimen!

woensdag 10 januari 2024

Zonnig

Het is een dag om in te lijsten.

De gymles verliep zonder ruzies en zonder valpartijen en iedereen heeft zich vermaakt met ballen gooien, stoeien en voetballen. Ook mijn nieuwe kleuter, een kleine zelfstandige die om zich heen kijkt en dan lekker mee gaat doen en die nog een beetje moet wennen aan de regels in de klas, maar spelregels al aardig begrijpt.

Nu staan we in de rij om terug te lopen naar school. De zon is inmiddels ruim boven de horizon uitgekomen, de lucht is blauw en ons humeur even zonnig als het weer.

Ik loop voorop met Rustigzijngangetjemannetje en achter ons lopen Nooitopzijnstoelventje en Denkjochie. Daarachter de rest van de groep, met twee meeloopmoeders en vandaag voor de laatste keer mijn fijne stagiaire. Ze heeft haar stage met glans volbracht en is net als ik onverwacht van kleuters gaan houden.

Onze vrolijke stoet is nog maar net op weg of achter me hoor ik een boink, even niets en dan een huil. Nooitopzijnstoelventje kijkt beteuterd naast zich op de grond. Daar ligt Denkjochie. Hun loop- dan wel stuitertempo liep niet helemaal synchroon en dat voelt denkjochie nu aan zijn knieën. Hij wordt vlot overeind geholpen door zijn loopmaatje. Om de reis wat makkelijker te maken neem ik hem onder mijn hoede. Rustigzijngangetjemannetje neemt goedmoedig het plekje naast Nooitopzijnstoelventje in en we kunnen weer op pad.

Bij elke straathoek, oversteekgelegenheid en bocht stoppen we even. Is de rij nog een beetje heel? Het is een beetje een gatenrij vandaag, maar met wat geduld worden de gaten snel gedicht. Korte pootjes lopen niet zo snel, dus moeten lange benen even wat afremmen.

"Juf, wil jij mijn tas vasthouden? Dan kan ik Rustigzijngangetjemannetje helpen."
Nooitopzijnstoelventje houdt zijn tas enigszins dwingend voor mijn neus. De tas van Rustigzijngangetjemannetje glijdt inderdaad van zijn schouders. Nooitopzijnstoelventje heeft zijn schooltas op zijn rug maar zijn gymtas kan hij er nu even niet bij hebben, want hij heeft een Plan. Vastberaden pakt hij de banden van de rugzak van Rustigzijngangetjemannetje en tilt ze een beetje omhoog. En zo blijft hij staan. Tot we gaan lopen. Vandaag lopen de jongens niet hand in hand, maar handen aan banden. De hele verdere weg naar school, toch wel een minuut of 10, blijft Nooitopzijnstoelventje de tas van Rustigzijngangetjemannetje mee tillen. 

Is het praktisch? Mwah, niet echt. Want Nooitopzijnstoelventje is ook een nooitineenrechtelijnventje en hij stuurt zijn makkertje alle kanten op. Samen lopen ze ongeveer de dubbele afstand, zigzaggend over de stoep. Maar het is lief, behulpzaam, en vreselijk schattig. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om een efficiëntere oplossing aan te dragen en laat het lekker gaan. En nog ietsje later dan volgens plan komen we aan op school, innig tevreden over deze heerlijke wandeling.

De rest van de dag verloopt in eenzelfde sfeer. Tot ik tijdens het buitenspelen achter de zandbak een paar jongens zie stoeien. Of vechten? Of is het nog steeds leuk stoeien? Er mag gestoeid worden, vertel ik ook nog even aan mijn stagiaire. Ze hebben daar behoefte aan en ze leren ervan. Niet te snel afkappen. Maar als er een hand wel heel dreigend richting het hoofd van de stoeipartner gaat voor een rechtse directe en de gezichten op grimmig staan, ga ik toch maar even naar de vechtersbazen toe. Samen rennen ze achter het huisje, maar als ik ze roep komen ze allebei.

"Jongens, ik wil even weten of het nog goed gaat. Jullie waren aan het stoeien, maar het leek ook wel een beetje op vechten en ik wil even weten of het voor iedereen nog leuk is." 

Met serieuze ogen kijken ze me aan. Ja, het is nog leuk, verklaren ze gebroederlijk. "We hadden alleen een beetje boze gezichten, want dat hoort erbij, bij kickboksen!" 

Een heerlijke samendag is het. Samen gymmen, samen spelen, samen stoeien, samen tassen dragen, samen hoofd, schouders knie en teen en samen aramsamsam. Samen, met mijn kinderen die allemaal zo verschillend zijn, maar die het allemaal kunnen, samen. Ik zie het zonnig in, met deze volwassenen van de toekomst.