zaterdag 6 februari 2021

Ogen

Ik ben niet de enige. Een echtpaar, allebei op eenzelfde fiets, een man alleen met een fototoestel met grote lens, opa en oma met twee kleinkinderen, twee wandelende vriendinnen, een joggende vrouw.... Allemaal komen we kijken naar het hoge water in de IJssel. Echt druk is het niet, iedereen heeft de ruimte. Een mooie balans tussen geven en nemen. 

Het water steeg wel hoog, maar wonder boven wonder ging Zutphen niet ten onder. Nou ja, het onderste stukje van de kade wel. Wie vandaag op een bankje naar het water wil zitten kijken, moet pootjebaden. Iedereen blijft op de hogere kant staan, op twee vrolijke kinderen in rubberen regenlaarzen na, die in de grootste plas spelen die ze ooit tot hun beschikking hadden.

Ik fiets en loop verder langs de rivier. Overal water. De hekjes, die je normaal open moet doen om in de uiterwaarden te komen zijn nog net zichtbaar., de uiterwaarden opgeslokt door het water. Struikjes zijn waterplanten geworden en de bomen torenen rustig boven de watervlakte uit. Ze weten al lang dat het weer goed komt. Over een poosje zullen ze hun voeten weer kunnen zien. 

En opeens besef ik: hier gebeurt iets bijzonders! Ik zie ogen! Lachende ogen, genietende ogen, contact makende ogen. Ogen met lachrimpeltjes er omheen, glinsteringen erin. Zie je het ook? Mooi is het he? Kijk, dat water! Allemaal apart, maar toch samen, genieten we van de schoonheid van het water. En we kijken elkaar aan. 

In het begin van de maatregelen om Covid in de dammen, viel dat me ook op. Mensen keken elkaar ineens weer aan, glimlachten meer. Welke kant ga jij op? Dan neem ik die andere. Een stille dans met winkelwagentjes in de supermarkt, zonder botsingen en haperingen, gechoreografeerd door de bijzondere situatie waarin we met zijn allen terecht waren gekomen. Maar de laatste tijd mis ik ze, de ogen. Alsof mensen niet alleen hun mond en neus verbergen achter mondkapjes, maar er tot hun wenkbrauwen in weg proberen te kruipen. Weggedoken in zichzelf, contactloos boodschappen doen. Als het mondkapje af gaat, blijft de blik verduisterd. Maar af en toe kruist een blik per ongeluk de mijne, en als ik dan vriendelijk glimlach, lijkt het of mijn ogen de ander aanzetten. "O ja, zó was het, mensen zien..." Ik hoop dan altijd dat ze de glimlach doorgeven aan de volgende, want het is zo nodig. 

Vandaag is niemand weggedoken. Lachende ogen, blozende wangen, genietende mensen. Op afstand, maar samen, verbonden met de ogen.  En ik weet dat het de komende dagen meer gaat gebeuren. Langs het water, in de sneeuw die zal gaan vallen. Mensen die plezier hebben, genieten van hoe mooi het is.

En als de sneeuw is gesmolten... Ach, ik hoop gewoon dat het blijft, die ogen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat!